steunen

werkw.

Uitspraak:	[ˈstønə(n)]
Afbreekpatroon:	steu·nen
Vervoegingen:	steunde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gesteund (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zorgen dat (iets of iemand) niet valt, of niet vallen door (iets of iemand)

Voorbeelden:

`Hij steunde zijn oude moeder bij het oversteken.`, `De kreupele man loopt steunend op zijn krukken door de straat.`

2) (iets of iemand) hulp bieden

Voorbeelden:	`een goed doel financieel steunen`, `winkeliers fiscaal steunen`, `de kandidatuur van een politicus steunen`
Synoniem:	ondersteunen

3) een zacht en zuchtend geluid maken

Voorbeeld:	`Ze steunde dat ze niet meer verder kon lopen.`
Synoniem:	kreunen

Zie ook:

steun

bevorderen   bijvallen   dragen   gelijk geven   instemmen   kermen   kreunen   leunen   ondersteunen   rugsteunen   schoorbalken   schoren   schragen   stutten   zuchten   afvallen (antoniem)   

Hoe kun je steunen krachtiger uitdrukken?
door dik en dun steunen
Uitdrukkingen die steunen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
als één man staan achter; vierkant staan achter;

• [I] kermen [II] stutten
• •een deel van de last op zich nemen, hulp verlenen. •"~ op": de last gedeeltelijk op iets leggen •van vermoeidheid of pijn een kreunend geluid maken.
• erop of ertegen rusten vb: de man met de verstuikte voet steunde op zijn vrienden Synoniem: leunen iemand helpen vb: hij steunt de armen Synoniemen: bijstaan stijven [2] Tegenstelling: afvallen klagend en zuchtend iets zeggen vb: 'ik ben doodmoe', steunde hij
• [Bargoens, boeventaal] zijn, vertoeven, zitten, blijven staan; ook logeeren. Daar steunt een brandtiejijs (brandkast). Ik moet weten of er poen (geld) steunt. Ik steun (logeer) op een luimspiese. Steunt de kien in t slot? (Zit de sleutel in t slot?) Laat de deur open steunen. [66]
• 1) Weldoen 2) Baseren 3) Rusten op 4) Rugsteunen 5) Zuchten 6) Klagen 7) Weeklagen 8) Helpen 9) Troosten 10) Iemands partij kiezen 11) Oprichten 12) Roemen 13) Stenen 14) Staven 15) Assisteren 16) Geldelijk bijstaan 17) Bijdragen 18) Bijspringen 19) Bijstaan 20) Bijvallen 21) Sterken 22) Kermen 23) Schragen

Toon uitgebreidere definities

• ondersteunen• ruggensteunen

1. steunen (kermen)
2. steunen (stutten)

1. Waar komt het gezegde door dik en dun vandaan? Zie Door dik en dun
2. Wat is juist: `De export is een pijler van de economie` of `De export is een peiler van de economie`? Zie Pijler / peiler

Wat is de verleden tijd van steunen?

De verleden tijd van steunen is 'steunde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesteund'.

Wat betekent steunen?

'zorgen dat (iets of iemand) niet valt, of niet vallen door (iets of iemand)' en '(iets of iemand) hulp bieden' en 'een zacht en zuchtend geluid maken'

Hoe spel je steunen?

steunen spel je S T E U N E N

Wat is een ander woord voor steunen?

Andere woorden voor steunen zijn bevorderen, bijvallen, dragen, gelijk geven, instemmen, kermen, kreunen, leunen, ondersteunen, rugsteunen, schoorbalken, schoren, schragen, stutten en zuchten.

Wat is het tegenovergestelde van steunen?

Een antoniem van steunen is afvallen.

Zoek steunen op Woordenlijst.org
Zoek steunen op Google
Zoek steunen op Wikipedia