I lelijk

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ˈlelək]
Afbreekpatroon:	le·lijk

1) als je iets niet fijn vindt om te zien of te horen

Antoniem:	mooi
zo lelijk als de nacht	(erg lelijk)

2) ongunstig

Voorbeelden:	`lelijke dingen over iemand zeggen`, `De toestand ziet er voor ons lelijk uit.`
Synoniem:	slecht

II lelijk

bijwoord

Uitspraak:	[ˈlelək]
Afbreekpatroon:	le·lijk

heel erg

Voorbeeld:	`je lelijk gestoten hebben`
Synoniemen:	flink, behoorlijk
het lelijk te pakken hebben	(erg verkouden zijn)

afschuwelijk   afstotelijk voor zintuigen   afstotend   afstotend voor zintuigen   akelig   behoorlijk   boos   flink   gemeen   lelijk uitziend   onaantrekkelijk   ongunstig   onooglijk   slecht   verfoeilijk   weerzinwekkend   knap (antoniem)   mooi (antoniem)   

• lelijk ten haring gevaren zijn (=zwaar pech hebben)
• als je veel eet, dan ben je lelijk als je dood bent. (=waarschuwing tegen te veel eten.)
• al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met lelijk een ander begrip versterken?
lelijk opbreken; lelijk te pakken hebben; lelijk tegenvallen; lelijk vergissen; lelijk toetakelen
Hoe kun je lelijk krachtiger uitdrukken?
afstotelijk lelijk; foeilelijk; lelijk als de nacht; lelijk als de straat; lelijk als een aap; lelijk als een heks; oerlelijk; schreeuwend lelijk; spuuglelijk; te lelijk om dood te doen; te lelijk om naar te kijken; uitgesproken lelijk
Uitdrukkingen die lelijk betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
niet om aan te zien; remedie tegen de liefde;

• uitdr.: Voorbeeld: lelijk doen: razen - Voorbeeld: Het (kwaad) kwam als hij er 't minst aan dacht, en als hij het voelde opkomen, was het reeds te laat om het nog in te houden. Dan deed hij lelijk; alsof er een ander in hem aan 't batavieren ging
• [slang] lelijk; phat; smooth = vet; cool
• •onprettig om naar te kijken, niet mooi.
• vervelend of naar om te zien of te horen vb: ik vind dat een lelijk gebouw zo lelijk als de nacht [erg lelijk] een lelijke eend [een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
• 1) Mottig 2) Akelig 3) Onaardig 4) Wanstaltig 5) Onbehoorlijk 6) Onestetisch 7) Onbevallig 8) Drakerig 9) Onbeminnelijk 10) Onbekoorlijk 11) Rauw 12) Flink 13) Afkeurenswaardig 14) Onaanzienlijk 15) Onvoldoende 16) Onschoon 17) Onooglijk 18) Ongunstig 19) Boos 20) Onesthetisch 21) Grof 22) Grommelig

Toon uitgebreidere definities

• lelijkerd• lelijketruiendag• lelijkheid

• schreeuwlelijk• spuuglelijk• oerlelijk• inlelijk• in- en inlelijk• foeilelijk• aartslelijk

lelijk (onaangenaam om te zien of te horen; ongunstig)

Wat betekent lelijk?

'als je iets niet fijn vindt om te zien of te horen' en 'ongunstig'

Hoe spel je lelijk?

lelijk spel je L E L I J K

Wat is een ander woord voor lelijk?

Andere woorden voor lelijk zijn afschuwelijk, afstotelijk voor zintuigen, afstotend, afstotend voor zintuigen, akelig, behoorlijk, boos, flink, gemeen, lelijk uitziend, onaantrekkelijk, ongunstig, onooglijk, slecht, verfoeilijk en weerzinwekkend.

Wat is het tegenovergestelde van lelijk?

Antoniemen van lelijk zijn knap en mooi.

Zoek lelijk op Woordenlijst.org
Zoek lelijk op Google
Zoek lelijk op Wikipedia