Spreekwoorden: (1914) Hengsten, d.i. hard werken, eig. werken als een hengst, een paard. Het znw. hengst komt meermalen voor in toepassing op een persoon; vandaar in de 17<sup>de<-sup> eeuw biegthengst, scheldnaam voor zekere geestelijken, terminarissen; thans een collegehengst een student, die ze...