• heden ten dage (=tegenwoordig) • heden in hoogheid verheven morgen onder de aarde (=vandaag nog heel belangrijk, maar morgen misschien al dood) • heden ik morgen gij (=oud grafschrift: gedenk, lezer, dat jij ook zal sterven) Naar de spreekwoorden
7 definities op Encyclo
[I] bijwoord van tijd: vandaag [II] tussenwerpsel: uitroep van verwondering of schrik
•op deze dag, in deze tijd. (+audio)
de tegenwoordige tijd vb: dit verhaal speelt niet in het verleden maar in het heden Synoniemen: nu nu [2] op deze dag vb: heden is het feest Synoniem: vandaag