het gebouw

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[xəˈbɑu]
Afbreekpatroon:	ge·bouw
Verbuigingen:	gebouwen (meerv.)

iets dat gebouwd is en waar je in kunt

Voorbeelden:	`bankgebouw`, `gebouwencomplex`
Synoniem:	bouwwerk

bouwwerk   pand   

• •bouwwerk
• wat gemaakt is uit onderdelen en waar je in kunt wonen of werken vb: ons kantoor is in dit gebouw Synoniemen: bouwwerk pand perceel
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] ('t -) kortaf in 't Haags, het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen.
• [ architectonische termen] Een bewust ontworpen en gerealiseerd bouwwerk, met als doel onderdak te bieden aan bepaalde bezigheden van een mens.eigenschappenEen gebouw heeft fysieke eigenschappen (het uiterlijk, maar ook duurzaamheid), functionele eigenschappen (afstemming op het ...
• 1) Inrichting 2) Perceel 3) Nederzetting 4) Appartementencomplex 5) Bouwwerk 6) Pand 7) Constructie 8) Kunstproduct 9) Onroerend goed 10) Oprichting

Toon uitgebreidere definities

• gebouwbeheer• gebouwbeheerder• gebouwbeheersysteem• gebouwd• gebouwenbeheer• gebouwencomplex• gebouwgebonden

• bedrijfsgebouw• bijgebouw• flatgebouw• hoofdgebouw• montagebouw• zijgebouw• ziekenhuisgebouw• woongebouw• wijkgebouw• verzamelgebouw• universiteitsgebouw• theatergebouw• tentoonstellingsgebouw• stationsgebouw• staatslogeergebouw• schoolgebouw• regeringsgebouw• postgebouw• poortgebouw• politiegebouw

gebouw (wat gebouwd is)

Is het 'de gebouw' of 'het gebouw'?

Het is 'het gebouw', want gebouw is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat gebouw'.

Wat is het meervoud van gebouw?

Het meervoud van gebouw is 'gebouwen'. Eén gebouw, twee gebouwen.

Wat betekent gebouw?

'iets dat gebouwd is en waar je in kunt'

Hoe spel je gebouw?

gebouw spel je G E B O U W

Wat is een ander woord voor gebouw?

Andere woorden voor gebouw zijn bouwwerk en pand.

Zoek gebouw op Woordenlijst.org
Zoek gebouw op Google
Zoek gebouw op Wikipedia