de lepel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈlepəl]
Afbreekpatroon:	le·pel
Verbuigingen:	lepels (meerv.)

voorwerp waarmee je vloeistoffen eet of roert, of waarmee je eten opschept

Voorbeelden:

`soeplepel`, `theelepeltje`

dessertlepel   eetlepel   opscheplepel   

• wie met de duivel uit één schotel wil eten, moet een lange lepel hebben. (=het valt niet mee iemand te bedriegen, die er zelf bedrieglijke parktijken op na houdt.)
• uit vuile lepels eten (=staat U te wachten als het slecht afloopt)
• tussen lepel en mond valt veel pap op de grond (=problemen komen vaak pas op het laatst)
Naar de spreekwoorden

• uitdr.: Voorbeeld: de lepel neerleggen: sterven - Voorbeeld: Borelingen die voor 't eerst het licht zien, en andere die op het teken van Gods engel, schielijk de lepel neerleggen
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Lepel``] Een halve cylinder van plaatkoper aan eenen langen steel bevestigd, diende vóór de algemeene invoering der kardoezen tot het inbrengen der lading in de vuurmonden. 2o. Een ijzeren L. in de gedaante van een bolvormig segment met
• [I] (jagersterm) oor van een haas of konijn [II] eetgereedschap
• •"(eetgerei)" een voorwerp bestaande uit een greep en een kom(metje), waarmee vloeibaar voedsel wordt gegeten. •een hoeveelheid die overeenkomt met de inhoud van een (thee- of eet)lepel. •een oor van een konijn of van een haas. • [paardensport] onderdeel van een hoofdstel bij tuigpaarden.
• eetgerei waarmee je soep eet vb: vorken, lepels en messen vormen het bestek

Toon uitgebreidere definities

• lepelbak• lepelboor• lepelen• lepelexcavateur• lepelhaak• lepelrek• lepelslang• lepelvormig• lepelwagen• lepelzucht

• eetlepel• koffielepel• paplepel• pollepel• theezaklepel• theelepel• tekenlepel• soeplepel• slalepel• schuimlepel• schoenlepel• scheplepel• sauslepel• punchlepel• puddinglepel• opscheplepel• maatlepel• loodlepel• klepel• juslepel

lepel (eetgerei om vloeibare stoffen e.d. mee te scheppen)

Is het 'de lepel' of 'het lepel'?

Het is 'de lepel', want lepel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die lepel'.

Wat is het meervoud van lepel?

Het meervoud van lepel is 'lepels'. Eén lepel, twee lepels.

Wat betekent lepel?

'voorwerp waarmee je vloeistoffen eet of roert, of waarmee je eten opschept'

Hoe spel je lepel?

lepel spel je L E P E L

Wat is een ander woord voor lepel?

Andere woorden voor lepel zijn dessertlepel, eetlepel en opscheplepel.

Zoek lepel op Woordenlijst.org
Zoek lepel op Google
Zoek lepel op Wikipedia