gapen

werkw.
Uitspraak:  [ˈxapə(n)]
Afbreekpatroon:  ga·pen
Vervoegingen:  gaapte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gegaapt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) uit vermoeidheid of verveling je mond willekeurig wijd opendoen en daarbij diep ademhalen
Voorbeeld:  `Hij zat de hele avond alleen maar te gapen.`
Synoniem:  geeuwen

2) wijd openstaan
Voorbeelden:  `een gapende afgrond`,
`een gapende wond`

Zie ook:  gaap


Synoniemen
aangapen   geeuwen   kijken   openstaan   

Spreekwoorden en zegswijzen
• vroeger, toen kraaiden de hanen nog. Tegenwoordig gapen ze alleen nog maar, zei de dove (=veranderingen in een situatie zijn vaak niet feitelijk, maar een subjectieve beleving)
• tegen een oven gapen (=proberen iets onmogelijks te doen)
gapen als een oester die in de warmte komt (=met de wond wijd open geeuwen)
gapen als een oester (=met de mond wijd open geeuwen)
Naar de spreekwoorden

Intensiveringen
Hoe kun je met gapen een ander begrip versterken?
gapend gat; gapende wond;

13 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 't openstaan van een naad tusschen twee planken.
  • • [inerg] heel diep inademen met de mond ver open, moeilijk om bewust tegen te gaan.
  • met wijd geopende mond diep en langzaam inademen en weer uitademen vb: Hans zit te gapen, hij is zeker lui Synoniem: geeuwen met open mond vol verwondering ergens naar kijken vb: zij stond te gapen bij dat bizarre kunstwerk wijd open zijn vb: er gaapte een diepe wond in zijn arm
  • Let op: Spelling van 1858 heeten in Oost-Vriesland de vuurbaken of lichttorens
  • 1) Niet goed sluiten 2) Uiting van verveling 3) Dom kijken 4) Staren 5) Aangapen 6) Uiting van vermoeidheid 7) Uiting van moeheid 8) Openstaan 9) De mond wijd openen 10) Dom nieuwsgierig kijken 11) Geeuwen 12) Kijken 13) Een wijde opening hebbend 14) Opensperren 15) Wijd geopend zijn 16) Wijd openstaan
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met gapen:
gapend

Deze woorden eindigen op gapen:
vergapenapegapenaangapen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
gapen (geeuwen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van gapen?
De verleden tijd van gapen is 'gaapte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gegaapt'.
Wat betekent gapen?
'uit vermoeidheid of verveling je mond willekeurig wijd opendoen en daarbij diep ademhalen' en 'wijd openstaan'
Hoe spel je gapen?
gapen spel je G A P E N
Wat is een ander woord voor gapen?
Andere woorden voor gapen zijn aangapen, geeuwen, kijken en openstaan.

Op andere websites
Zoek gapen op Woordenlijst.org
Zoek gapen op Google
Zoek gapen op Wikipedia