druppen

werkw.
Uitspraak:  ['drʏpə(n)]
Afbreekpatroon:  drup·pen
Vervoegingen:  drupte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gedrupt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

druppels laten vallen
Voorbeelden:  `een druppende kraan`,
`Mijn neus gaat druppen als het koud is.`
Synoniem:  druppelen

Zie ook:  drup


Synoniemen
afdruipen   droppen   druipen   druppelen   sijpelen   uitdruppelen   

4 definities op Encyclo
  • •druipen, druppelen.
  • 1) Druppelen 2) Lekken 3) Uitdruppelen 4) Afdruipen 5) Druipen 6) Sijpelen 7) Trenen 8) Droppen
  • Druppen is het vallen van druppels. [basiswoordenlijst groep 5]
  • in druppels neervallen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
druppen (druipen, druppelen)

Taaladvies
  1. Schrijf je neersijpelen met ei of ij? Zie neersijpelen / neerseipelen
  2. Waar komt van de regen in de drup raken vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Van de regen in de drup raken


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van druppen?
De verleden tijd van druppen is 'drupte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedrupt'.
Wat betekent druppen?
'druppels laten vallen'
Hoe spel je druppen?
druppen spel je D R U P P E N
Wat is een ander woord voor druppen?
Andere woorden voor druppen zijn afdruipen, droppen, druipen, druppelen, sijpelen en uitdruppelen.

Op andere websites
Zoek druppen op Woordenlijst.org
Zoek druppen op Google
Zoek druppen op Wikipedia