betreden

werkw.
Uitspraak:  [bə'tredə(n)]
Afbreekpatroon:  be·tre·den
Vervoegingen:  betrad (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft betreden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) lopen over
Voorbeeld:  `verboden het gras te betreden`

2) (een gebouw) binnengaan
Voorbeelden:  `betreden op eigen risico`,
`De politie had toestemming de woning te betreden.`


Synoniemen
begaan   belopen   bewandelen   binnengaan   binnenkomen   binnenlopen   binnenstappen   binnentreden   ingaan   te voet afleggen   

5 definities op Encyclo
  • •zich ergens op begeven.
  • erover lopen vb: het is verboden het gras te betreden naar binnen lopen vb: de koningin betrad het paleis
  • 1) Opgaan 2) Binnenlopen 3) Klimmen 4) Lopen over 5) Binnengaan 6) Binnenkomen 7) Binnenstappen 8) Bewandelen 9) Belopen 10) Begaan 11) Ingaan 12) Intreden 13) De voeten zetten op 14) Binnentreden
  • Betreden is binnenkomen. [basiswoordenlijst groep 7]
  • bewandelen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op betreden:
onbetreden

Taaladvies
Is dit juist: de te betreden ruimte? Zie de te betreden ruimte

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van betreden?
De verleden tijd van betreden is 'betrad'. Het voltooid deelwoord is 'heeft betreden'.
Wat betekent betreden?
'lopen over' en '(een gebouw) binnengaan'
Hoe spel je betreden?
betreden spel je B E T R E D E N
Wat is een ander woord voor betreden?
Andere woorden voor betreden zijn begaan, belopen, bewandelen, binnengaan, binnenkomen, binnenlopen, binnenstappen, binnentreden, ingaan en te voet afleggen.

Op andere websites
Zoek betreden op Woordenlijst.org
Zoek betreden op Google
Zoek betreden op Wikipedia