afblaffen

werkw.
Uitspraak:  ['ɑvblɑfə(n)]
Afbreekpatroon:  af·blaf·fen
Vervoegingen:  blafte af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgeblaft (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

boos en kortaf praten tegen (iemand)
Voorbeeld:  `je personeel afblaffen als ze fouten maken`
Synoniem:  afsnauwen


Synoniemen
afbekken   afsnauwen   snauwen   toebijten   toesnauwen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Afsnauwen 2) Afbekken 3) Afgrauwen 4) Snauwen 5) Toesnauwen 6) Toebijten
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afblaffen?
De verleden tijd van afblaffen is 'blafte af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeblaft'.
Wat betekent afblaffen?
'boos en kortaf praten tegen (iemand)'
Hoe spel je afblaffen?
afblaffen spel je A F B L A F F E N
Wat is een ander woord voor afblaffen?
Andere woorden voor afblaffen zijn afbekken, afsnauwen, snauwen, toebijten en toesnauwen.

Op andere websites
Zoek afblaffen op Woordenlijst.org
Zoek afblaffen op Google
Zoek afblaffen op Wikipedia