4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `weten wat`
- laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
- twee joden weten wat een bril kost (=we hoeven elkaar niets wijs te maken)
- weten wat de klok slaat (=weten hoe laat het is)
- weten wat voor vlees men in de kuip heeft (=weten met wat voor iemand men te doen heeft)
10 betekenissen bevatten `weten wat`
- naar zijn woorden zoeken (=niet goed meer weten wat te zeggen)
- het hoofd kwijt (=niet meer weten wat te doen)
- het hoofd verliezen (=niet meer weten wat te doen)
- het hoofd loopt me om (=niet meer weten wat te doen (bv bij drukte))
- met de mond vol tanden staan (=niet weten wat je moet zeggen / ergens versteld van staan)
- van zijn stuk raken (=onzeker worden en niet meer weten wat te zeggen)
- weten hoe de vork in de steel zit (=precies weten wat er gebeurd is)
- nu breekt mijn klomp (=van verbazing niet meer weten wat te zeggen)
- weten waar men aan toe is (=weten wat men te verwachten heeft)
- het fijne ervan willen weten (=willen weten wat er precies aan de hand is)
19 dialectgezegden bevatten `weten wat`
- 'k wil wiet'n wat veur vlees ik ien 'e kuup heb (=ik wil weten wat ik daar aan heb) (Westerkwartiers)
- Ami (=In de war / niet weten wat je wil) (Amsterdamse straattaal)
- daaj geet hërrë gaopër wir goed bestojë (=ze gaat niet weten wat ze allemaal gaat horen en zien) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae drejtj wi-j 'ne kernêl (=niet weten wat je aan iemand hebt) (Weerts)
- de kluts kwijt zijn (=niet weten wat aan te vangen) (Lovendegems)
- ei zit doar gelijk nen uil op nen kluit (=voor zich uitstaren, niet weten wat beginnen) (Gavers)
- et én Aoke en Keule heire dondere (=niet weten wat je hoort) (Munsterbilzen - Minsters)
- ha' k mar een kop die wis wa' k wou (=niet weten wat je kiezen moet) (Putters)
- nie wiëte van wo hoot pijle maoke (=niet weten wat aan te vangen) (Bilzers)
- tiëge de mier opkraupe van mesiëre (=door alle ellende niet meer weten wat beginnen) (Bilzers)
- van gin out mir pijle wete te maoke (=niet meer weten wat nog te moeten doen) (Oudenbosch)
- wa betekent da gefezel dor (=mag ik niet weten wat je vertelt) (Sint-Niklaas)
- weet'n woa dat 'n oend èboeng'n ligt (=weten wat er aan schort) (Veurns)
- Weet'n woa dat den oend geboeng'n legt (=weten wat de oorzaak is) (Veurns)
- wiëte wie laot ët ès (=weten wat je misdaan hebt en dat een geode straf gaat volgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- wod het hoar of veern (=niet weten wat het word) (Klazienaveens)
- zën ooge aut zëne kop krabbe (=niet weten wat je ziet) (Munsterbilzen - Minsters)
- zen ooge autte kop kieke (=niet goed weten wat men ziet) (Munsterbilzen - Minsters)
- zich de oge autte kop kieke (=niet weten wat je allemaal ziet) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen