Spreekwoorden met `touw`

Zoek

20 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `touw`

  1. aan de touwtjes trekken (=de baas zijn, alles regelen, het voor het zeggen hebben)
  2. aan een touw trekken (=eensgezind optreden)
  3. aan een touwtje hebben (=in zijn macht hebben)
  4. aan het (sleep)touw houden (=bezig houden / aan het lijntje houden)
  5. aan het vinkentouw zitten (=in spanning iets afwachten en graag door willen)
  6. de touwtjes in handen hebben (=de controle hebben over een situatie.)
  7. de vogel over het touw laten gaan. (=een kans niet benutten)
  8. er geen touw aan vast kunnen knopen (=door de onduidelijkheid niet kunnen begrijpen wat er wordt bedoeld)
  9. geen touw aan vast te knopen (=totaal onbegrijpelijk)
  10. het touw wat vieren (=het iets minder streng aanpakken)
  11. iemand aan het touw hebben (=over iemand de macht hebben)
  12. iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
  13. iets in het getouw zetten (=iets voorbereiden)
  14. iets op touw zetten (=iets organiseren)
  15. in het getouw (=aan het werk)
  16. in touw zijn (=met iets druk bezig zijn)
  17. op het sleeptouw houden (=aan het lijntje houden)
  18. vloeken als een bootwerker/kartouw/ketellapper/ketter (=onbeheerst vloeken)
  19. zo dom als touw (=onnozelheid of domheid (als in: `Je bent ook zo dom als touw hè?!`))
  20. zo dronken als een kartouw (=stomdronken)

4 betekenissen bevatten `touw`

  1. dat is schering en inslag (=dat komt bijzonder vaak voor [onderdelen van een weefgetouw])
  2. de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
  3. slot noch zin (=geen touw aan vast te knopen)
  4. zo dom als touw (=onnozelheid of domheid (als in: `Je bent ook zo dom als touw hè?!`))

18 dialectgezegden bevatten `touw`

  1. 'n zoak op touw zett'n (=een bedrijf opstarten) (Westerkwartiers)
  2. ' n nij waark op touw zett' n (=een nieuw karwei beginnen) (Westerkwartiers)
  3. ' n zoak op touw zett' n (=een zaak opstarten) (Westerkwartiers)
  4. de heule daag ien touw (=alsmaar aan het werk) (Westerkwartiers)
  5. De veugel heb over 't touw 'evloge. (=De kans is voorbij gegaan.) (Zaans)
  6. Dit ein tou is langer as dat. (=Dit stuk touw is langer dan dat.) (Fries)
  7. doar ken 'k gien touw aan vaastknupp'm (=ik begrijp daar helemaal niets van) (Westerkwartiers)
  8. doar ken je gien touw aan vastknupp'n (=dat is niet te begrijpen) (Westerkwartiers)
  9. en koar knupe (=een touw knopen) (Brussels)
  10. Geen touw an vast te knahpe (=Begrijp er niks meer van) (Slands)
  11. Het touw zit in de knuppe (=Het touw zit in de knoop) (Hoogeveens)
  12. Hi-j hef de bok an’t touw . (=Iemand die dronken is) (achterhoeks)
  13. In de skrangn (=Mee helpen, in touw) (Giethoorns)
  14. Koekkerelle. (WT) (=Kinderspel: Spel met een kleine houten tol, waarbij men met een touw aan een stokje de tol draaiend moest houden) (Mechels (NL))
  15. Krijg de touw (tering) tyfus (=Ik vind je niet aardig) (Utrechts)
  16. touw (boe gaot geer nao touw?) tow (=toe (waar gaan jullie heen / naar toe?) ) (Mestreechs)
  17. touw brood mot eurst op (=dochters in volgorde van leeftijd laten trouwen) (Oudenbosch)
  18. ze hemm'n de heule daag ien touw west (=ze hebben de hele dag gewerkt) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen