29 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ruit`
- achteruit gaan als een hollend paard (=snel terrein verliezen)
- achteruit zeilen (=slechter worden)
- al zijn kruit verschoten hebben (=geen verdere oplossingen meer weten - niet meer verder kunnen)
- de boter eruit braden (=het ervan nemen)
- de klok achteruit zetten (=terug naar oude toestanden gaan)
- de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsting veroorzaken)
- de lont in het kruit werpen (=mensen laten loskomen, opstoken)
- een goed paard maakt nog geen goede ruiter. (=niet enkel de middelen tellen, ook de vaardigheid is belangrijk om resultaat te krijgen.)
- eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
- eruit komen (=een oplossing vinden)
- eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
- eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
- eruit zien om door een ringetje te halen (=er keurig uitzien)
- gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
- het buskruit niet uitgevonden hebben (=niet erg slim zijn)
- het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- het kruit niet uitgevonden hebben (=niet bijster slim zijn)
- hora ruit (=de tijd vliet snel) (Latijn)
- je kruit droog houden (=geen onnodige acties ondernemen of energie verspillen.)
- je kruit op de mussen verschieten (=zijn woorden verspillen)
- je kruit verschoten hebben (=uitgeput zijn, niets meer kunnen doen)
- je schaduw vooruit werpen (=zich onheilspellend aankondigen)
- je ziet eruit als een afgegoten patat (=katerig)
- kruit noch lood hebben (=helemaal ongewapend zijn)
- met los kruit schieten (=schijnbaar streng straffen met een straf die in feite geen nadeel oplevert)
- ruiten tikken (=inbreken)
- stilstand is achteruitgang. (=stil blijven staan leidt tot relatieve achteruitgang ten opzichte van anderen die vooruitgang boeken)
- vooruit met de geit (=komaan, we doen voort.)
- zo komt het luie zweet eruit (=gezegd van iemand die hard werkt)
13 betekenissen bevatten `ruit`
- pap in de benen hebben (=de benen willen niet meer vooruit)
- op dood spoor zitten (=een situatie waarin er geen vooruitgang of hoop is)
- er koksgast van blijven (=er niets van krijgen , er geen vooruitgang mee maken)
- je in allerlei bochten wringen (=er op alle mogelijke wijzen proberen onderuit te geraken)
- altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruitgang))
- er zit geen schot in de zaak (=het gaat niet vooruit)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
- in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
- een rak in de wind (=met veel werk langzaam vooruit komen (een lang recht stuk tegenwind zeilen))
- tegen de verdrukking in groeien (=ondanks zware omstandigheden toch vooruit komen)
- stilstand is achteruitgang. (=stil blijven staan leidt tot relatieve achteruitgang ten opzichte van anderen die vooruitgang boeken)
- rust roest (=wanneer je niets doet gaat je vermogen achteruit)
11 dialectgezegden bevatten `ruit`
- 't é'n reut'eut 't eus en ae 't rehent, 't rehent bin'n (=Er is een ruit uit het huis en als 't regent regent het daar binnen) (Zwevegems)
- 't Is e rututus en a trintrintrin (=Er is een ruit uit het huis en als het regent, regent het erin.) (West-Vlaams)
- aste mè zën 2 vieët opte grond blifs, zulste gene stap waajer koeëme (=standvastigheid is goed, maar als je vop ruit wil, moet je enig risico nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de rute is trut en at rint rint trin (=de ruit is er uit en als het regent regent het er in) (Izegems)
- T'is nee rute ut 't us en at rint rint terin (=Er is een ruit uit het huis en als het regent, regent het binnen) (West-vlaams)
- Tes een reut-eut-teus-en-aet-rehent, trehent trin (=Er is een ruit uit het huis en als het regent, regent het binnen) (Zwevegems)
- tis e rut ut tus en ot rint trint drin (=er is een ruit uit het huis en als het regent, regent het erin) (West-Vlaams)
- tis e rut ut ut us, en at rint, trint trin (=Er is een ruit uit ons huis, en als het regent, regent het erin) (West-Vlaams)
- tis e rute uut tuus en ot rint, trint drin (=er is een ruit uit het huis en als 't regent, 't regent er in) (Bachten de kupes)
- Tis e rututus en ot trint, trint trin (=De ruit is gebroken en als het regent, regent het binnen.) (Roeselaars)
- tis è ruut'uut'uus en atrint rintrin (=Er is een ruit stuk in het huis, en als het regent, dan regent het binnen.) (Iepers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen