Spreekwoorden met `taart`

Zoek

22 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `taart`

  1. als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
  2. bekend staan als de bonte hond met de blauwe staart (=berucht)
  3. daar is kop noch staart aan te vinden (=daar geraak je niet uit wijs)
  4. dat muisje heeft een staartje. (=er zullen nog problemen komen)
  5. een aal bij de staart hebben (=een lastige taak ondernemen)
  6. een krul meer in zijn staart hebben dan een ander (=speciaal willen zijn)
  7. een krul meer in zijn staart hebben dan een gewoon mens (=zich een beetje aanstellen)
  8. een staart om hebben (=kwaad zijn)
  9. een varken heeft wel een krul in zijn staart. (=er is altijd iets om trots op te zijn)
  10. het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
  11. het krullen van de staart is het fatsoen van de hond. (=iedereen heeft wel een positieve eigenschap)
  12. het venijn zit hem in de staart (=het slechtste komt op het laatste)
  13. komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
  14. komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
  15. maart heeft een krul in zijn staart. (=in maart kan het wisselvallig zijn)
  16. maart heeft knepen in zijn staart (=weerspreuk)
  17. maart roert zijn staart (=in maart kan het nog stormachtig weer zijn)
  18. met de vossenstaart geselen (=zacht straffen)
  19. streken onder je staart hebben. (=niet te vertrouwen zijn)
  20. te vangen als een aal bij zijn staart (=moeilijk te vatten)
  21. tussen kop en staart zit de beste vis. (=extremen zijn zelden wenselijk )
  22. wie pleit om een paard, behoudt de staart. (=je kunt beter wat toegeven, dan het tot een duur en langslepende kwestie te laten komen)

7 dialectgezegden bevatten `taart`

  1. 'n spie toarte (=een stuk taart) (Overmeers)
  2. adder wiëne zürg terviër datte kaase dierder zin dan de gateau zelf (=met het ouder worden, gaan de kaarsen duurder zijn dan de taart) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. de kieës op te vloj (=de kers op de taart) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. De toarte è nès. (=wordt gezegd van een taart die niet al te droog is) (Zwevegems)
  5. een spie toert (=een stuk taart) (Sint-Niklaas)
  6. Effies aige bedankt, jonges (=Er zijn meer gasten dan verwacht werd, er is misschien wat krap koek / taart enz.) (Zaans)
  7. un stikske toarte (=een stukje taart) (Oudenaards)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen