Spreekwoorden met `schade`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `schade`

  1. door schade en schande wordt men wijs (=een mens leert het beste van z`n fouten)
  2. een blind paard zou er geen schade doen (=een armoedig interieur)

17 betekenissen bevatten `schade`

  1. het middel is erger dan de kwaal (=de oplossing veroorzaakt nog meer schade)
  2. wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
  3. het kind van de rekening (=degene die schade lijdt, terwijl anderen niets hebben)
  4. voorzichtigheid is de moeder der wijsheid (=doe het voorzichtig, dan komt er geen schade)
  5. zoet gedronken, zuur betaald. (=drankmisbruik kan veel schade aanrichten)
  6. een klein lek doet een groot schip zinken (=een geringe onachtzaamheid kan tot grote schade leiden)
  7. er een lelijke pijp aan roken (=er veel schade van ondervinden)
  8. er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
  9. dood en verderf zaaien (=grote schade of vernietiging veroorzaken.)
  10. vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)
  11. geen groter venijn, dan vriend tonen en vijand zijn. (=iemands vertrouwen schaden is het gemeenste wat je kunt doen)
  12. wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
  13. aan de pan gelikt hebben (=slecht terechtkomen of veel schade hebben)
  14. te veel vuur in een stoof doet ze branden (=te veel is schadelijk)
  15. overdaad schaadt (=te veel van iets is schadelijk)
  16. veel koks bederven/verzouten de brij (=te veel verschillende raad volgen kan schadelijk zijn)
  17. binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)

25 dialectgezegden bevatten `schade`

  1. Broed liene, da's sjaoi och sjaan. (=Brood lenen, is schade als een groter werd weergegeven, schande als men een kleiner weergaf.) (Genker)
  2. de schoa ken' j naarg' ns op verhoal' n (=de schade kan door niemand worden vergoed) (Westerkwartiers)
  3. de sjoj ènhaole (=de opgelopen schade goedmaken) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. Ein sjtröp oploupe (=schade oplopen) (Gelaens (Geleens))
  5. hij het lesgeld betoald (=daar heeft hij schade aan overgehouden) (Westerkwartiers)
  6. hij is d'r zunner kleerscheur'n oafkomm'n (=hij heeft geen schade ondervonden) (Westerkwartiers)
  7. iemant in zijn leer snêën (=iemand schade berokkenen) (Kaprijks)
  8. in zijn leer snijen (=iemand schade berokkenen) (Gents)
  9. J' ee mie doa ne lèk gezèt (=hij heeft me grote schade berokkend) (Harelbeeks)
  10. jezulf ien 'e vingers snied'n (=jezelf schade toebrengen) (Westerkwartiers)
  11. Met proat`n ko`j mangs meer schade aanrichten as met nen groot`n knuppel. (=Met woorden kun je meer schade aanrichten dan met een grote knuppel.) (Twents)
  12. oew schaoj inhaole (=je schade inhalen) (Tilburgs)
  13. om Leerms kommen (=door schade en schande wijs) (Gronings)
  14. potje breekn potje betoaln (=wie schade berokkent, moet het vergoeden) (Izegems)
  15. potje brikt, potje betaaalt (=wie schade berokkent, moet de kosten vergoeden) (Veurns)
  16. teige zaain keir raaie (=iemand affronteren of schade berokkenen) (tervurens)
  17. tot mën eege sjoj en sjaemte (=tot mijn eigen schade en schaamte) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. twieë krejje pikke zich gein ouch oet (=twee gelijkgestemden doen elkaar geen schade aan) (Weerts)
  19. verdestleweren (=schade aanrichten) (Maldegems)
  20. wae mèt ê kèt sjieëp mètlëp, zal dèk èn ne stront traejë (=als je slaafs een groep(ering) volgt, zal je dikwijls schade ondervinden) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. wel lugt, bedrugt (=liegen kan schade veroorzaken) (Westerkwartiers)
  22. zen eege raute èngoje (=zichzelf schade toebrengen) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. zen eege rauten èngoje (=zichzelf schade berokkenen) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. zich èn zen eege vingers snaaje (=zichzelf schade berokkenen) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. zonder mauwsjiëre (=zonder schade) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen