Spreekwoorden met `ronken`

Zoek

7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ronken`

  1. als het kalf verdronken is dempt men de put (=pas als het te laat is, neemt men maatregelen)
  2. een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
  3. met andermans veren pronken (=weglopen met de ideeën van een ander, met iets van een ander zelf gaan pronken)
  4. uit de hengstebron gedronken hebben (=erg veel gedichten schrijven)
  5. zo dronken als een kartouw (=stomdronken)
  6. zo dronken als een reiger (=stomdronken)
  7. zoet gedronken, zuur betaald. (=drankmisbruik kan veel schade aanrichten)

33 betekenissen bevatten `ronken`

  1. die is vis (=die is dronken)
  2. de lading binnen hebben (=dronken)
  3. boven zijn theewater (=dronken)
  4. volle krop, dolle kop. (=dronken mensen doen gekke dingen)
  5. voor Pampus liggen (=dronken of bewusteloos zijn)
  6. met een nat zeil thuiskomen (=dronken thuiskomen)
  7. een stuk in je kraag drinken (=dronken worden)
  8. in de olie zijn (=dronken zijn)
  9. lazarus zijn (=dronken zijn)
  10. een stuk in zijn kraag hebben (=dronken zijn)
  11. een snee in het oor hebben (=dronken zijn)
  12. een snee in de neus hebben (=dronken zijn)
  13. een peer op hebben (=dronken zijn)
  14. een laars aanhebben (=dronken zijn)
  15. de prins spreken (=dronken zijn)
  16. de Paus van dichtbij zien. (=dronken zijn)
  17. de koning gezien hebben (=dronken zijn)
  18. een kwade dronk hebben (=dronken zijn en slecht geluimd)
  19. een bom inhebben. (=dronken zijn.)
  20. de keel kost veel (=herhaalde dronkenschap leidt tot armoede)
  21. zijn hoed staat op halfzeven (=hij is dronken)
  22. zijn kop is zwaarder dan zijn benen (=hij is dronken (of erg moe))
  23. een snor aan hebben (=lichtjes dronken zijn)
  24. na wat gepimpel, is de geest wat simpel (=na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest)
  25. halfjes en motregen dringen door. (=ook van kleine beetjes wordt je dronken)
  26. zo dronken als een kartouw (=stomdronken)
  27. zo dronken als een reiger (=stomdronken)
  28. te diep in het glaasje kijken (=te veel alcohol drinken en daardoor erg dronken zijn)
  29. een tik aanhebben (=te veel gedronken hebben)
  30. je netten drogen (=uitrusten na dronkenschap)
  31. flink wat achter de knopen hebben (=veel gegeten en gedronken hebben)
  32. met andermans veren pronken (=weglopen met de ideeën van een ander, met iets van een ander zelf gaan pronken)
  33. wie `s nachts gaat vissen moet overdag zijn netten drogen (=wie te veel heeft gedronken is de volgende dag niets waard)

2 dialectgezegden bevatten `ronken`

  1. 'k hoor de moteur van dun otto ronken (=ik hoor de motor van de autodraaien) (Sint-Niklaas)
  2. ei lig te ronken gulllèk e veirken (=hij ligt heel hard te snurken) (Sint-Niklaas)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen