Spreekwoorden met `rijt`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `rijt`

  1. bij iemand in het krijt staan (=aan iemand iets schuldig zijn)
  2. dat mag met een krijtje aan de balk (=dat is een ongewone gebeurtenis)
  3. het krijt ruimen (=de strijd opgeven, weggaan)
  4. in het krijt treden (=de strijd aanbinden)
  5. men wordt wel door een mestkar maar niet door een rijtuig overreden (=goed opgevoede mensen beledigen anderen minder)
  6. met dubbel krijt schrijven (=te veel aanrekenen)
  7. voor iemand in het krijt treden (=iemand helpen en verdedigen)
  8. ze niet allemaal (alle vijf) op een rijtje hebben (=niet bij zijn volle verstand zijn. (alle vijf = de zintuigen))

Eén betekenis bevat `rijt`

  1. als de ganzen (=achter elkaar op een rijtje)

3 dialectgezegden bevatten `rijt`

  1. ij rijt den birg af, ij rijt de mort af (=iemand die erg ziek is) (Gents)
  2. ij rijt naaig èt (=hij reed zeer hard) (Dilbeeks)
  3. rijt mich de maul nie oeëpe (=laat me niet kwaad worden!) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen