25 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `reg`
- alle registers opentrekken (=z`n uiterste best doen)
- als het in de kajuit regent ,druipt het in de hut (=als de baas problemen heeft, krijgen ook de ondergeschikten hun deel)
- als het melk regent, staan mijn schotels omgekeerd (=wanneer ergens iets voordeligs te verkrijgen valt, loop ik het steevast mis)
- als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
- als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
- de boon van de koek gekregen hebben (=geluk gehad hebben)
- de regels met voeten treden (=overtreden, voorschriften niet opvolgen / onbehouwen te werk gaan)
- de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
- de uitzondering bevestigt de regel (=overal zijn er uitzonderingen)
- een klap van de molen gekregen hebben (=niet goed meer bij verstand zijn)
- halfjes en motregen dringen door. (=ook van kleine beetjes wordt je dronken)
- het geld regeert de wereld (=geld heeft grote invloed)
- het regent bakstenen (=gezegd van een hevige hagelbui)
- het regent pijpenstelen (=het regent heel hard)
- menen ligt dicht bij Kortrijk (maar verre van Waregem) (=iets menen is niet genoeg; je moet er zeker van zijn.)
- morgenrood, regen in de sloot (=weerspreuk: rood opkomende zon betekent vaak regen)
- na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
- regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)
- strenge heren regeren niet lang (=wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk)
- tot in de puntjes regelen (=alles nauwkeurig regelen)
- tussen de regels door lezen (=de diepere betekenis van een tekst begrijpen)
- van de regen in de drup (=niet veel opschieten, van moeilijke omstandigheden in nog moeilijkere omstandigheden terecht komen)
- verrijzen als paddenstoelen na een regenachtige dag (=plots tevoorschijn komen)
- volgens de regels der kunst (=zoals het hoort)
- zuidwest, regennest. (=met een zuidwesten wind komt vaak regen)
45 betekenissen bevatten `reg`
- in kannen en kruiken zijn (=alles is geregeld)
- tot in de puntjes regelen (=alles nauwkeurig regelen)
- ons kent ons (=betrekkelijk afgesloten clubje mensen dat onderling de zaken regelt)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- daar komt een schip met zure appels (=daar komt een stevige regenbui aan)
- aan de touwtjes trekken (=de baas zijn, alles regelen, het voor het zeggen hebben)
- de eigen boontjes doppen (=de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen)
- ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
- een kring om de zon brengt water in de ton. (=een halo rond de zon voorspelt meestal regen)
- een klein visje een zoet visje (=een klein voordeel of winstje dat met weinig moeite is verkregen)
- een scheve schaats rijden (=een misstap begaan. Een morele regel overtreden)
- brave hendrik (=een persoon die op overdreven wijze de regeltjes volgt)
- een wet van Meden en Perzen zijn (=een regel waarvan nooit mag worden afgeweken)
- iets op een procrustesbed leggen (=een regeling zo toepassen dat hij er voordeel van heeft)
- doekje voor het bloeden (=een schrale troost, of een ontoereikende, slechts symbolische maatregel)
- Poolse landdag (=een wilde, ongeregelde bijeenkomst)
- een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen (=eigen bezit beschadigt men minder dan gekregen of gehuurd bezit)
- de soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend (=er worden meestal minder zware maatregelen toegepast dan was aangekondigd)
- iets aan je laars lappen (=geen notitie nemen van regels, wet of voorschriften)
- het komt voor de bakker (=het komt in orde; het wordt geregeld)
- de teugels afwerpen. (=het loslaten van regels en verantwoordelijkheden)
- het regent pijpenstelen (=het regent heel hard)
- het is kermis in de hel (=het regent terwijl de zon schijnt)
- je bedje is gespreid (=je komt in een situatie terecht waarin alles al voor je geregeld is)
- zuidwest, regennest. (=met een zuidwesten wind komt vaak regen)
- nieuwe heren nieuwe wetten (=nieuwe bazen vaardigen ook nieuwe regels uit)
- andere heren andere wetten (=nieuwe bazen willen nieuwe regels)
- in het wild lopen (=ongeregeld verlopen)
- met een kanon op een mug schieten (=ophef maken om niks / overdreven zware maatregelen nemen)
- eerst komt het eten dan de moraal. (=overleven is belangrijker dan het volgen van regels.)
- als het kalf verdronken is dempt men de put (=pas als het te laat is, neemt men maatregelen)
- de gestadige jager wint (=regelmatig doorzetten geeft het beste resultaat)
- het pad warm houden. (=regelmatig op bezoek komen)
- petje af (=respect betonen voor hoe iemand iets voor elkaar gekregen heeft)
- geen droge draad aan het lijf hebben (=totaal nat geregend zijn (soms ook : door en door bezweet))
- uit de band springen (=uitbundig plezier maken, zonder rekening te houden met de regels van orde en fatsoen)
- heel wat op zijn kerfstok hebben (=veel dingen misdaan hebben (afgeleid van het gebruik om schulden bij een café te registreren door kerfjes in een stok te snijden))
- morgenrood, regen in de sloot (=weerspreuk: rood opkomende zon betekent vaak regen)
- een Poolse landdag (=wilde, ongeregelde vergadering)
- schip met zure appelen (=wolk die regen en storm voorspelt)
- scheepjes met zuren appelen (=wolkjes die regen of storm voorspellen)
- onder en boven de wet zijn (=zich niet aan de regels hoeven te houden)
- roomser dan de paus zijn (=zich overdreven precies aan de regels houden)
- te hooi en te gras (=zonder enige regelmaat of plan)
35 dialectgezegden bevatten `reg`
- ¨doë mauste mene rëg és vür krabbe (=voor zo weinig geld werk ik niet) (Bilzers)
- 'En reg as Sieuwers hewwe. (=Een brede, sterke rug hebben.) (Zaans)
- 't vërsjoët èn zëne règ hëbbe (=een lumbago hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- ‘N L op je rêg ê (=Lui zijn) (Volendams)
- allewaajl moeste bekans zën ooge op zëne règ stoën hëbbe (=tegenwoordig moet je goed uit je doppen zien) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hèt ooge op zenne rëg (=hij ziet kompleet alles) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hèt zën ooge op zëne règ stoën (=die ziet werkelijk alles) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hoes nie iëver zen eege te kalle, de aander doen dat wol aste zene rëg gedrèd hübs (=achter uwe rug wordt toch geroddeld) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kins mene rég op (=loop naar de maan) (Bilzers)
- de kons mëne règ op (=loop naar de pomp) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons mënë règ op ! (=loop naar de maan) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons mëne règ op! (=vergeet het!) (Munsterbilzen - Minsters)
- de ziesem zene paoternoster opte rêg (=hij is maar mager) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë mauge ze mene règ ins vër krabbe (=voor zo weinig geld ga ik er niet werken) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë mauste mene rëg èns vür sjoere (=dat is te weinig betaald) (Munsterbilzen - Minsters)
- ët geld was mich nie op mënë règ (=geef eens wat minder uit !) (Munsterbilzen - Minsters)
- hout je roer reg (=Op jezelf letten) (Rotterdams)
- ich ho (ch) zjus mene rég gedraed (=ik had me juist omgekeerd) (Bilzers)
- ich ho nog mèr zjus mene règ gedrèd (=ik was nog maar net vertrokken) (Munsterbilzen - Minsters)
- kladdig op de reg (=smerig op de rug) (Westfries)
- krab mënë règ ins (=laat me niet lachen) (Munsterbilzen - Minsters)
- krets mëne règ ës (=jij bent toch niet te doen !) (Munsterbilzen - Minsters)
- krets mëne règ ës ! (=voor zo weinig geld doe ik dat niet !) (Munsterbilzen - Minsters)
- melodie damour, mèt z^ne règ tiëge de moer, sjoer sjoer, um ëlf oer, opte koer (=vrijen aan de deur is plezant) (Munsterbilzen - Minsters)
- sjoer mene rég ës! (=voor zo weinig (geld) doe ik het niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- t geld was mich nie optë règ (=ze zijn te zuur verdiend om te verbrassen) (Munsterbilzen - Minsters)
- tgeld was mich nie opte règ (=zo rijk ben ik niet!) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër daaj paor gods-sente maus te mëne rëg ês koeëme kretse (=voor zo weinig geld werk ik niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër ne sent mauste mëne rég es krabbe (=dat betaalt teweinig) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër zau ne kleene këzëm mauste mëne règ nog nie ës sjoere (=voor zo weinigvoor zoweinig geld mag je mijn rug niet eens krabben) (Munsterbilzen - Minsters)
- wae zëne règ krab mèt ne rik, gerok heil snel èn de klënik (=wie zijn rug krabt met een rie, eindigt meestal in de kliniek) (Munsterbilzen - Minsters)
- wot zitger toch mèr ont konkelfoeze aater mene règ (=wat doen jullie toch achterbaks) (Bilzers)
- ze wassë mich nie op mënë règ (=wees wat spaarzamer met ons geld) (Munsterbilzen - Minsters)
- ze wasse mich nie op mene rëg (=zo gemakkelijk verdien ik ze niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- ze wasse mich nie opte règ (=je moet het geld zomaar niet te grabbel gooien) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen