55 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `pelen`
- aap wat heb je mooie jongen spelen (=overdreven vriendelijk zijn)
- advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
- appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
- chapeau bas spelen (=onderdanig zijn)
- dat heb ik nog nooit op een klomp horen spelen (=dat is al te gek)
- de aardappelen afgieten (=een plasje doen door heren)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- de baron spelen (=(onterecht) baas spelen)
- de beest spelen/uithangen (=zich onbeschoft gedragen)
- de domste boeren hebben de dikste aardappelen (=met geluk komt men vaak verder dan met verstand)
- de eerste viool spelen (=het hoogste woord hebben en de baas spelen)
- de hete aardappel doorspelen (=iemand anders de vervelende klus laten opknappen)
- de meeste aardappelen al gegeten hebben (=veel meegemaakt hebben, al lang leven)
- de vermoorde onschuld spelen (=net doen alsof je van niets weet)
- de zwartepiet doorspelen (=de schuld doorschuiven)
- die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
- eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
- elkaar de bal toespelen (=elkaar voordeeltjes bezorgen)
- groot bal op kleine aardappelen (=boven zijn stand leven)
- het hebben over blauwe aardappelen en blauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)
- hoog spel spelen (=gevaarlijk spel spelen, veel inzetten)
- iemand de zwartepiet toespelen (=iemand benadelen)
- iemand in de kaart spelen (=iemand onbewust helpen)
- je aardappelen op hebben (=niet verder meer kunnen)
- je hand overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
- je handen overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
- je laatste troef uitspelen (=het laatste wat iemand achter de hand had naar buiten brengen)
- je moet een paard niet doodknuppelen, voordat je thuis bent. (=te veel haast kan wel eens vertraging opleveren)
- kolen op iemands hoofd stapelen (=iets goed doen voor een onvriendelijke persoon)
- leentjebuur spelen (=iets lenen)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
- met iemand spelen als de kat met de muis (=iemand voor de gek houden)
- met iemand zijn voeten spelen (=iemand voor de gek houden)
- met vuur spelen (=met gevaarlijke dingen laks omgaan, gevaarlijke dingen doen)
- mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)
- naar binnen spelen (=opeten)
- onder één hoedje spelen (=samen iets oneerlijks doen)
- op de kaak spelen (=zich aanstellen)
- op de poot spelen (=bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan/razen)
- op goed af spelen (=op goed geluk spelen)
- op je poot spelen (=boos uitvallen)
- open kaart spelen (=eerlijk zijn, niets verbergen)
- poot-aan spelen (=hard doorwerken (om op tijd te zijn))
- schampavie spelen (=zich heimelijk uit de voeten maken)
- scheepjes met zuren appelen (=wolkjes die regen of storm voorspellen)
- schip met zure appelen (=wolk die regen en storm voorspelt)
- spelen om des keizers baard (=spelen om de eer)
- stommetje spelen (=niets willen zeggen)
- tweede viool spelen (=een ondergeschikte rol spelen.)
- va banque spelen (=roekeloos spel spelen)
14 betekenissen bevatten `pelen`
- de baron spelen (=(onterecht) baas spelen)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
- de broek aan hebben (=de baas spelen (van een vrouw over haar man), het voor het zeggen hebben)
- tweede viool spelen (=een ondergeschikte rol spelen.)
- hoog spel spelen (=gevaarlijk spel spelen, veel inzetten)
- de eerste viool spelen (=het hoogste woord hebben en de baas spelen)
- de lakens uitdelen (=het voor het zeggen hebben, de baas spelen)
- aan de middelhand zitten (=niet eerst of laatst moeten spelen)
- op goed af spelen (=op goed geluk spelen)
- iets boven de tafel fietsen (=open kaart spelen met bedoelingen)
- va banque spelen (=roekeloos spel spelen)
- spelen om des keizers baard (=spelen om de eer)
- uit z`n rol vallen (=tijdens het spelen iets zeggen of doen wat niet bij de rol hoort)
- op de baan lopen (=tippelen)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen