133 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `pel`
- aan alle kapelletjes aanleggen (=alle cafés onderweg bezoeken)
- aan de pimpel zijn (=sterkedrank drinken)
- aap wat heb je mooie jongen spelen (=overdreven vriendelijk zijn)
- aardappelbloed hebben (=er ongezond uitzien)
- advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
- alles op het spel zetten (=alles inzetten en mogelijk alles verliezen)
- als door een repel getrokken (=zeer mager)
- als een luis in iemands pels zijn (=iemand voortdurend in de weg lopen. Iemand tegenwerken)
- appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
- appels met peren vergelijken (=twee totaal verschillende dingen vergelijken)
- appels voor citroenen verkopen (=iemand oplichten.)
- appeltje eitje (=erg makkelijk)
- buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
- chapeau bas spelen (=onderdanig zijn)
- daar komt een schip met zure appels (=daar komt een stevige regenbui aan)
- dat heb ik nog nooit op een klomp horen spelen (=dat is al te gek)
- dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
- dat is een haspel in een fles (=dat is een raadsel)
- dat sluit als een haspel in een zak (=dat raakt kant noch wal)
- de aardappelen afgieten (=een plasje doen door heren)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- de appel smaakt bomig. (=kinderen lijken op hun ouders.)
- de appel valt niet ver van de stam/boom (=kinderen lijken vaak op de ouders)
- de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
- de baron spelen (=(onterecht) baas spelen)
- de beest spelen/uithangen (=zich onbeschoft gedragen)
- de domste boeren hebben de dikste aardappelen (=met geluk komt men vaak verder dan met verstand)
- de drempel is glad. (=er komt veel bezoek)
- de drempel platlopen (=steeds opnieuw bezoeken)
- de eerste viool spelen (=het hoogste woord hebben en de baas spelen)
- de hete aardappel doorspelen (=iemand anders de vervelende klus laten opknappen)
- de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
- de lepelziekte hebben (=weinig eten)
- de meeste aardappelen al gegeten hebben (=veel meegemaakt hebben, al lang leven)
- de rotte appels uit de mand halen (=de minder getalenteerde personen wegsturen, de minder goede dingen sorteren van de goede dingen)
- de vermoorde onschuld spelen (=net doen alsof je van niets weet)
- de zwartepiet doorspelen (=de schuld doorschuiven)
- die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
- door de zure appel (heen)bijten (=het onaangename doen of over zich heen laten gaan)
- een appeltje met iemand te schillen hebben (=nog een vervelend onderwerp met iemand te bepraten hebben)
- een appeltje voor de dorst (=een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen)
- een druppel op een gloeiende plaat (=een zeer kleine bijdrage aan iets groters)
- een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
- een kleine aardappel moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, moet je niet veel geld vragen)
- een knuppel in het hoenderhok gooien (=opschudding veroorzaken)
- een knuppel in het honderd gooien (=kritiek geven zonder namen te noemen)
- een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uitkiezen)
- een mens is geen aardappel (=iedereen heeft zo nu en dan behoefte aan ontspanning)
- een onzevader bidden in alle kapelletjes (=in alle cafés langsgaan)
- eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
47 betekenissen bevatten `pel`
- de baron spelen (=(onterecht) baas spelen)
- april doet wat hij wil (=april geeft onvoorspelbaar weer)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- de broek aan hebben (=de baas spelen (van een vrouw over haar man), het voor het zeggen hebben)
- met de helm (op) geboren zijn (=de toekomst kunnen voorspellen / bijzonder voorzichtig zijn)
- je planeet lezen (=de toekomst voorspellen)
- de kaart leggen (=de toekomst voorspellen)
- een kring om de zon brengt water in de ton. (=een halo rond de zon voorspelt meestal regen)
- een vogel voor de kat (=een hulpeloos slachtoffer, dat niet meer gered kan worden)
- tweede viool spelen (=een ondergeschikte rol spelen.)
- een mooi span voor een bokkenwagen (=een zonderling koppel)
- er schuilt een addertje onder het gras (=er is een verborgen risico in het spel)
- er kan nog een kabeljauw onderdoor (=er is ruimte genoeg (brug, speling))
- hete bliksem (=gestoofde aardappels met appel)
- hoog spel spelen (=gevaarlijk spel spelen, veel inzetten)
- niet om de knikkers, maar om het spel (=het gaat niet om het winnen, maar om het spel)
- de eerste viool spelen (=het hoogste woord hebben en de baas spelen)
- het hooi is op en de koe is dood. (=het is een hopeloze zaak)
- de lakens uitdelen (=het voor het zeggen hebben, de baas spelen)
- een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
- een profeet die brood eet (=iemand die waardeloze voorspellingen doet)
- kroes haar kroeze zinnen (=iemand met gekruld haar is wispelturig)
- naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
- iemand beest maken (=kaartspel : zorgen dat iemand geen enkele slag haalt)
- job krijgt op zijn kop (=kaartspel: als klaveren heer wordt afgetroefd)
- aan de middelhand zitten (=niet eerst of laatst moeten spelen)
- lot uit de loterij (=onvoorspelbaar)
- op goed af spelen (=op goed geluk spelen)
- iets boven de tafel fietsen (=open kaart spelen met bedoelingen)
- va banque spelen (=roekeloos spel spelen)
- spelen om des keizers baard (=spelen om de eer)
- zo gek als een deur (=stapelgek)
- uit z`n rol vallen (=tijdens het spelen iets zeggen of doen wat niet bij de rol hoort)
- op de baan lopen (=tippelen)
- geen touw aan vast te knopen (=totaal onbegrijpelijk)
- acht is meer dan duizend (=voorzichtig zijn is het belangrijkste. (woordspeling: acht=`let op` niet `8`))
- met het mes tussen de tanden (=wanneer alles op het spel staat)
- strenge heren regeren niet lang (=wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk)
- het eerste gewin is kattengespin (=wie het eerste spelletje wint, verliest soms alle volgende spelletjes)
- ongelukkig in het spel gelukkig in de liefde (=wie tegenslag heeft in het spel heeft misschien wel geluk in de liefde)
- schip met zure appelen (=wolk die regen en storm voorspelt)
- scheepjes met zuren appelen (=wolkjes die regen of storm voorspellen)
- jeu de mots (=woordspeling)
- op de pit leunen (=zich laten voorzeggen (door toneelspelers))
- je schaduw vooruit werpen (=zich onheilspellend aankondigen)
- stille waters/wateren hebben diepe gronden (=zij die weinig zeggen hebben vaak het onvoorspelbaarste karakter)
Eén dialectgezegde bevat `pel`
- pel pel (=wel wel) (Slands)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen