4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `om te`
- die geboren is om te hangen, zal niet verdrinken. (=je kunt je lot niet ontlopen.)
- je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
- leef niet om te eten maar eet om te leven (=vergeet niet om ook plezier te maken in het leven)
- te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
17 betekenissen bevatten `om te`
- lach als je begraven wordt (=dat is geen reden om te lachen)
- op de lappen (=een beetje opgeknapt - op stap om te drinken)
- het hoofd boven water houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)
- de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
- van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
- iemand in de arm nemen (=iemand de hulp vragen om te ondersteunen)
- iemand in de wielen rijden (=iemand tegenwerken om te zorgen dat het mis gaat)
- iemand op de proef stellen (=iemand testen om te zien of die te vertrouwen is of het aan kan)
- een schot voor open doel. (=iets zo eenvoudig dat het bijna onmogelijk is om te falen)
- een mens moet werken voor de brok en voor de rok. (=je moet werken om te kunnen eten en kleding te kunnen kopen.)
- niet bij brood alleen leven (=men heeft meer nodig dan alleen eten om te kunnen leven)
- hard tegen hard gaan (=niemand die wil toevoegen en er beide voor gaan om te winnen)
- om vliegen te vangen (=om te luieren (niets te doen))
- botje bij botje leggen (=samen geld bijeen leggen om te betalen)
- eten en drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
- liggen de handen dan liggen de tanden (=wie niet werkt verdient niet genoeg om te eten)
- maak geen slapende honden wakker (=zwijgen over iets, om te voorkomen dat een autoriteit op het idee komt om er werk van te maken)
50 dialectgezegden bevatten `om te`
- 'k goa goan zien (=Ik sta op punt om te vertrekken) (Hansbeeks)
- 'n meanse is nooit te old umme te leern (=een mens is nooit te oud om te leren) (Vechtdals)
- 't doo (ds) kerrukkun over zijne rug voele rijn (=zeer bevreesd zjn om te sterven, zwaar ziek zijn) (Sint-Niklaas)
- 't es meiren vrug dag (=het is morgen vroeg dag we moeten vroeg opstaan om te werken) (Meers)
- achterkomn voer olf geld (=moeite hebben om te volgen) (Kortemarks)
- Agge gin geld het om te kope, dan kunde oewe kooptaand wel uittrekke (=Geen geld hebben om te kopen, je kooptand uittrekken) (Tilburgs)
- alleen stoem minse blijve loemp (=nooit te blond om te leren) (Bilzers)
- alles op aore en snaore zette (=alles doen om te bewerkstelligen) (Oudenbosch)
- as een ou schuur ont brangen gerokt is er geen blussen oan (=als een ouder het in 't hoofd krijgt om te trouwen, is er geen tegenhouden aan) (Sint-Niklaas)
- as tie doodgeschoten word is tie te beroerd om om te vallen (=lui persoon) (Rotterdams)
- Ast lukt, kalft den os (=Het zal moeilijk worden om te verwezenlijken) (Herentals)
- aste ën sjeef kont hëbs, konste toch raech sjijte (=en handicap belet je niet altijd om te kunnen werken) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau de brouwer kump, hoef te bekker nie te koëme (=dronken mensen hebben geen lust en geen geld, om te eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- belofte mok sjuld en dae ze nie hult kraajg nen dikke bult (=beloften worden gemaakt om te houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- besjuutsje voore (=een kind in de kin knijpen met duim en wijsvinger om te plagen) (Berg en Terblijts)
- betoale me peeschaave (=geen geld hebben om te betalen) (Bornems)
- bij één 't vuur an 'e scheen'n legg'n (=iemand onder druk zetten om te beslissen) (Westerkwartiers)
- braek mich nie de maul oëpe (=verplicht me niet om te spreken) (Munsterbilzen - Minsters)
- da' s ' n lust veur ' t oog (=dat is prachtig om te zien) (Westerkwartiers)
- daaj ès nog te lee vër zich daol te lèggë (=ze is nog te lui om te gaan liggen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hèt knoebele onder zën érm (=hij is te lui om te werken) (Munsterbilzen - Minsters)
- daor is nunoop om te doen gewiest (=dat baarde veel opzien) (Oudenbosch)
- daor lee nog ne baarig goed om te worre opgeruimd (=al die kleren moeten nog in de kast) (Oudenbosch)
- daor staank nie om te springen (=dat doe ik liever niet) (Hulsters (NL))
- das vër opte sjoo (=dat is om te pronken) (Munsterbilzen - Minsters)
- das zwauren toebak (=dat is zwaar om te verwerken) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat steet nie èn mëne kattekismës (=dat kan ik nooit over mijn hart krijgen om te doen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bès pas daud as te nimei laefs (=je bent nooit te oud om te leven) (Munsterbilzen - Minsters)
- de duiven inkeven (in de keef steken) (=de duiven inkorven om te vervoeren) (Sint-Niklaas)
- de hübs tijd vür te réste aste daud bés (=doorwerken nu, later is er tijd om te rusten) (Bilzers)
- de mësiëre kump tich al tiëge aoën de viërdiër (=je hoeft nog niet alles gezien te hebben om te zien hoe groot de miserie is) (Munsterbilzen - Minsters)
- de misiëre kump tich al tiëge on de diër (=je hoeft niet veel te bekijken om te zien dat er allee ellende is) (Munsterbilzen - Minsters)
- de mizieëre kump tich tieëge aon de vieërdieër (=je moet nog niet eens het heel huis bezien hebben om te weten dat het er maar armtierig uitziet) (Munsterbilzen - Minsters)
- de wilde is e kwao bieèste (=het is niet gemakkelijk om met veel geld om te gaan) (kortemarks)
- de wilde is e kwoa bièèste (=het is niet gemakkelijk om te gaan met weelde) (Lichtervelds)
- den diejen is te grots um te gruten (=ze is te verwaand om te groeten) (Maas en waals)
- dër de kop van e nëlzje (ke) kraupe (=het onmogelijke doen om te slagen) (Bilzers)
- doë hébste geen imkiekes noë (=daar hoef je niet naar om te zien) (Bilzers)
- Doot hiej ins get (=Kunnen we iets bestellen om te drinken?) (Brees)
- dos altait moyin om te moyènèiren (=een oplossing zoeken) (Brussels)
- é kik een out'ne muile misschienst?! (=krijg ik niks om te eten / drinken?) (Deinzes)
- E ligt om te lumen (=Hij ligt al te slapen) (Iepers)
- e vat steken (=een kraan in een biervat steken om te kunnen tappen) (Sint-Niklaas)
- éé pond sjaos ès mei wiëd as tein pond slimmighèts (=je moet niet altijd slim zijn om te slagen, geluk speelt een grote rol) (Munsterbilzen - Minsters)
- een schuifelgat (=iemand die gehaast is om te vertrekken) (Kaprijks)
- ei eé ne krop in zèn keel (=hij staat op het punt om te beginnen wenen) (Sint-Niklaas)
- ei springt erop gullèk nun bok op doaverkist (= haverkist) (=hij kan niet langer wachten om te beginnen eten) (Sint-Niklaas)
- ët laeven ès gaeven en krijge (=geschenken zijn er om te geven, maar ook om te krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Flaneren (=Lopen om te zien en gezien te worden) (Amsterdams)
- Ge het de kónt nog nie gedreid of ze zien al an de geng (=Ze kunnen niet wachten om te beginnen) (Wells)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen