Spreekwoorden met `niet voor`

Zoek

11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `niet voor`

  1. dat is alleen voor pater en mater en niet voor het hele convent (=dat is voor jou te hoog gegrepen)
  2. de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
  3. die is niet voor de poes (=die moet als tegenstander niet onderschat worden)
  4. het bier is niet voor de ganzen gebrouwen. (=niet iets verspillen aan degenen die het niet waarderen)
  5. het is niet voor de ganzen gemaakt (=we kunnen het maar beter uitdrinken)
  6. je de wet niet voor laten schrijven (=geen bevelen accepteren van een ander)
  7. niet voor de poes zijn (=niet gemakkelijk zijn)
  8. niet voor een gat te vangen (=niet door één moeilijkheid te ontmoedigen)
  9. prijs de dag niet vóór de avond (=trek geen voorbarige conclusies en juich niet te vroeg)
  10. prijs de dag niet voor het avond is (=pas als alles gedaan is kun je zeggen of het goed ging)
  11. verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is (=je moet niet geld uitgeven voordat je het hebt verdiend)

12 betekenissen bevatten `niet voor`

  1. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  2. dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
  3. er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
  4. er zit geen schot in de zaak (=het gaat niet vooruit)
  5. het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
  6. allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
  7. de lijn trekken (=luieren, niet voort werken)
  8. met twee maten meten (=niet voor alles of iedereen even streng zijn)
  9. een bord voor de kop hebben (=niet voor andere zienswijzen openstaan)
  10. onbeslagen ten ijs komen (=niet voorbereid zijn)
  11. roep geen mosselen voordat ze aan de wal zijn (=verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is)
  12. als het hemd scheurt dan heeft het een gat (=wees niet vooraf al nodeloos bezorgd)

50 dialectgezegden bevatten `niet voor`

  1. 'k loat me gien oor'n aannaai'n (=ik laat me niet voor de gek houden) (Westerkwartiers)
  2. 't Es nie vier de wens, maer vier de cens. (='t is niet voor de wensen, maar voor de centen.) (Genker)
  3. ‘T niet maakt krêige (=Het niet voor elkaar krijgen) (Volendams)
  4. 25 euro? Da geef ik voor oew kop, as gum zelf uitbeent. (=Ik verkoop dit niet voor 25 euro.) (brabants)
  5. As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor 'slaat' (=De verleiding) (Giethoorns)
  6. As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor slaat (=verleiding) (Giethoorns)
  7. bau et hat van vol ès, lëpte mond van iëver (=geluk kun je niet voor jezelf houden) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. Dae es neet zoeë stóm asse steenktj (=Die laat zich niet voor de gek houden) (Weerts)
  9. Dae is neet zoea stòm es wie der oet zuut!! (=Die laat zich niet voor de gek houden!!) (Steins)
  10. dat kan ich nie vër mën ooge laaje (=dat kan ik niet voor me verdragen) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. De gees mich nie temét rammele (=Hou me niet voor de gek) (Bilzers)
  12. de moes mich nie vër ieder hondsgezeek lêstëg valle (=je moet me niet voor ieder akkefietje komen storen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. Die duurt wal een grommegie deursloeken. (=niet voor een kleintje vervaart zijn) (Drents)
  14. die is nie cauwsterkouwster (=niet voor de poes) (Zeeuws)
  15. die zit niet veur zwitvoet'n ien de bak (=die zit niet voor niets in de bajes) (Westerkwartiers)
  16. Die? Die skoit niet voor elleven (=Wat een ongelofelijke kniert!) (Westfries)
  17. doar trok 'er zien neus niet veur op (=daar schaamde hij zich niet voor) (Westerkwartiers)
  18. doë bèn ich nie sjieëtëg op (=daar ben ik niet voor te vinden) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. doë worter nie sjiëteg op (=hij was er niet voor te vinden) (Bilzers)
  20. ge mòkt mènne zèèk nie laauw (=mij maak je niks wijs, mij hou je niet voor de gek.) (Tilburgs)
  21. gien spek veur euwen bek (=niet voor u weggelegd) (Gents)
  22. Gij goa mee mijn gin elluf ure luien (=Ik laat niet met me sollen, ik laat me niet voor de gek houden) (Roosendaals)
  23. Hi-j lop nog bi-j de waarken (=Herstellende van ziek zijn maar nog niet voor de 100 procent in staat om arbeid te verrichten) (Giethoorns)
  24. Hi'j lop nog bi'j de waarken (=Herstellend maar nog niet voor 100procent om arbeid te verrichten) (Giethoorns)
  25. hij is van zien eerste leug´n niet borst´n (=hij deinst er niet voor terug om te liegen) (Westerkwartiers)
  26. ich blijf haaj geen eivighèts koekêloere (=duurt dat nog lang, ik blijf hier niet voor gek wachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. ich loët mich nie mèt mën viet rammële (=ik laat me niet voor de gek houden) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. Ik bid nie veur bruune bonen (=Ik bid niet voor bruine bonen.) (drents)
  29. Ik laot mij niet in de buse pissen (=Ik laat me niet voor de gek houden) (Hoogeveens)
  30. Ik laote mij niet in de kouse miegen (=Ik laat me niet voor de gek houden) (Hoogeveens)
  31. int kleutens (=niet voor echt - niet voor geld spelen) (Deinzes)
  32. ja mijn ooëre! (=ik ben daar niet voor gewonnen) (Waregems)
  33. kleen ieëzels zin slim, mèr graute ieëzels trauwe (=trouw niet voor je 40 bent) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. loeët nie mèt dich vaorë (=laat je niet voor de gek houden) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. low mekaar gin zwienen um de keet jaogen (=laten we elkaar niet voor de gek houden) (drents)
  36. Mé alle Chineze mor ni mé den deze. (=Je gaat mij niet voor de gek houden.) (Antwerps)
  37. mé hiel aantwaarpe mor nie mé maai (=jij gaat mij niet voor de gek houden) (Antwerps)
  38. Mé iel A:ntwa:rpe mo ni mé moa (=Je gaat mij niet voor de gek houden.) (Antwerps)
  39. Mé iel den Ouwe God, mo ni mé deze zot (=je gaat mij niet voor de gek houden) (Antwerps)
  40. Mé iel Schoete mor ni mé men kloete (=Je gaat mij niet voor de gek houden.) (Antwerps)
  41. mene joeng, lottech nie mèt zen viet rammele (=laat je niet voor de gek houden, man) (Bilzers)
  42. moak van dien haart gien moordkuul (=houd je problemen niet voor voor jezelf) (Westerkwartiers)
  43. must niet segge, juh (=dat is niet voor de openbaarheid) (Leewarders)
  44. Oun heirink zal nie broan (uw haring zal niet braden) (=Dat zal niet voor mekaar komen) (Bevers)
  45. schuppe lul (=niet voor niets) (Antwerps)
  46. verkwaut: ' t Es vé verkwaut (=Het is niet voor echt / zonder inzet) (Lebbeeks)
  47. vrig rijp, vrig rot...en vrig wijs, vrig zot (=volwassenheid komt niet voor de jaren) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. Vur sles (=Voor het spel, niet voor de knikkers) (Geffes)
  49. vur sles (=voor het spel, niet voor de knikkers) (brabants)
  50. vör te kakke moeste iës ze brikske lotte zakke (=niet voor je beurt spreken) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen