Spreekwoorden met `graag`

Zoek

9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `graag`

  1. de ene bedelaar ziet de andere niet graag voor de deur staan (=men is bang voor concurrentie)
  2. een haas is graag waar hij geworpen is. (=ieder wil graag zijn waar hij geboren is)
  3. een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
  4. een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep (=iemand die oud is vindt het fijn te praten over dingen van vroeger)
  5. hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
  6. niet graag in iemand schoenen staan (=niet graag willen ervaren hoe het is iemand anders te zijn die in een moeilijke of onprettige situatie zich bevindt)
  7. wat de vrouw graag mag, eet de man elke dag. (=mannen eten wat hun vrouw kookt, ook als het niet hun favoriete gerecht is)
  8. wie een kluitje heeft, heeft  er graag een turfje bij (=ieder probeert zijn bezittingen te vermeerderen)
  9. wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten (=soort zoekt soort)

31 betekenissen bevatten `graag`

  1. in het gevlij komen (=doen wat iemand graag ziet om in de gunst te komen)
  2. een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
  3. ergens gezien zijn als een rotte kool bij een groenvrouw (=er niet graag gezien zijn)
  4. beminnen als het licht van zijn ogen (=erg graag zien)
  5. ergens kind aan huis zijn (=ergens graag en vaak gezien zijn)
  6. ergens een potje kunnen breken (=ergens graag gezien zijn)
  7. met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
  8. je natje en je droogje lusten (=graag eten en drinken)
  9. met de ogen verslinden (=heel erg graag zien)
  10. met alle soorten van genoegen (=heel graag)
  11. het geld brandt hem in de zak (=hij geeft zijn geld graag en gemakkelijk uit)
  12. met de beste wil van de wereld (=hoe graag ik het ook wil, het zal niet lukken)
  13. een haas is graag waar hij geworpen is. (=ieder wil graag zijn waar hij geboren is)
  14. de hond de jas voorhouden (=iemand valse hoop geven op iets dat hij graag wil hebben)
  15. een kolfje naar zijn hand (=iets dat hij erg graag doet)
  16. vingers en duimen aflikken (=iets erg graag lusten)
  17. vinger en duim naar iets likken (=iets erg graag lusten)
  18. tuk op iets zijn (=iets erg graag lusten of dol op zijn)
  19. een Tantaluskwelling zijn (=iets erg graag willen maar het (net) niet kunnen verkrijgen)
  20. er zijn zinnen op zetten (=iets graag willen hebben)
  21. er zijn pink wel voor willen geven (=iets heel graag willen hebben)
  22. aan het vinkentouw zitten (=in spanning iets afwachten en graag door willen)
  23. men kan zijn kinders wel minnen maar niet zinnen (=je kan je kinderen graag zien, maar ze hebben een eigen aard)
  24. aan zijn trekken komen (=krijgen wat diegene graag wilt en fijn/leuk vindt)
  25. dat smaakt naar meer (=meer van dat, graag!)
  26. geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben. (=mensen vertellen graag wat voor goeds ze hebben gedaan)
  27. met beide handen toegrijpen (=met graagte aanvaarden)
  28. niet graag in iemand schoenen staan (=niet graag willen ervaren hoe het is iemand anders te zijn die in een moeilijke of onprettige situatie zich bevindt)
  29. de ene dienst is de andere waard (=wanneer iemand helpt, doet men graag iets terug)
  30. prijs stellen op (=weten te waarderen, graag willen)
  31. een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag. (=wordt gezegd door mensen die graag een borreltje lusten)

50 dialectgezegden bevatten `graag`

  1. 'k doent noë (=ik doe het niet graag) (Veurns)
  2. 'k maag heur wel lied'n (=ik mag haar wel graag) (Westerkwartiers)
  3. 'k wol niet groag ien zien schoen'n stoan (=ik ben niet graag in zijn situatie) (Westerkwartiers)
  4. 'k ze gjeiren een broek ein op 't gedacht van doan (=ik zou graag een broek hebben zoals de uwe) (Sint-Niklaas)
  5. 'k zen d'r gaire boa! (=Ik ben er graag bij, ben graag van de partij) (Willebroeks)
  6. 'k zie au gieiren (=ik zie u graag) (Brakels (gld))
  7. 'k zie oa gèren (=ik zie je graag) (Brakels (gld))
  8. 'k zien a geirn (=Ik zie je graag) (Bambrugs)
  9. 't is groag of troag (='t is graag of helemaal niet) (Westerkwartiers)
  10. 't spik in iet hemme (=iets graag doen) (Zichems)
  11. 't spik in iet hemme (=iets graag doen) (Waanroods)
  12. 't zè speelvogels (=ze lachen en schertsen graag) (Sint-Niklaas)
  13. ' k wol wel geern (=ik zou graag willen) (Gronings)
  14. ' k zie eu geere (=ik zie je graag) (Gents)
  15. ' k zien a geire (=ik zie u graag) (Antwerps)
  16. ' k zien ô gjeiren (=ik zie je graag) (Sint-Niklaas)
  17. Achterum is 't kermis (=graag achterom naar binnen komen) (Winssens)
  18. aïs ni scheuteg (=dat doet hij niet graag) (Antwerps)
  19. alle vrijers benn'n riek (=een vrijer doet zich graag beter voor dan hij is) (Westerkwartiers)
  20. an werkn eetn e broertje doîd (=hij werkt niet graag) (Kortemarks)
  21. As ge 't zééjt, geleuf'k oe gèère (=Als jij het zegt, geloof ik het graag) (Hedels)
  22. as ut half kan... (=graag gedaan zien (evt.van ander) ) (Epers)
  23. Bedank de beul maar... (=graag gedaan) (Rotterdams)
  24. beder 'n klein boaske as 'n grode knecht (=graag eigen baas zijn) (Westerkwartiers)
  25. Da bekt mé (=Dat lust ik graag) (Liedekerks)
  26. Da hemmek ni geire (=Dat heb ik niet graag) (Herentals)
  27. da waar de lust van z n leve (=dat deed hij altijd erg graag) (Oudenbosch)
  28. da zè woaterratten (=kinderen die veel en graag zwemmen) (Sint-Niklaas)
  29. da's 'n beste iennemmer (=hij lust graag een borrel) (Westerkwartiers)
  30. da's mijne tik niet (=dat lust ik niet graag) (Kaprijks)
  31. da' s veur dij ' n vroag en veur mij ' n wiet (=wat jij graag wilt weten weet ik) (Westerkwartiers)
  32. daaj hürre peloes zo-ich és wille aofraaje (=met zou ik graag een keertje...) (Bilzers)
  33. daaj worter nie sjiëteg op; ze trok mér e sjeef gezich (=zij had het niet graag) (Bilzers)
  34. daaj zoo ich és giën tiëge mene zjilae trékke (=daar zou ik eens graag mee uitgaan) (Bilzers)
  35. dad is mijnen tant (=dat lust ik graag) (Kaprijks)
  36. dae èstër ook giën bij (=doe feest overal graag mee) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. Dae gaer eier itj kan daodoor nog gein eier lègke! (=Die graag eieren eet kan daardoor nog geen eieren leggen!) (Kinroois)
  38. dae hèt brierke daud aon wêrke (=hij werkt niet graag) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. dae hét pietsje den daud on wërke (=hij werkt niet graag) (Bilzers)
  40. dae hètj neet Lieën (=uitsprak als iemand niet graag spullen uitleent) (Heitsers)
  41. dae hèttët ook nie én zën krolle vandaog (=die heeft zich vandaag ook niet zo graag) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. dae lust gaer snoetevleis (=hij kust graag) (Venloos)
  43. dae tuftj d’r neet in (=hij lust zijn drankje graag) (Heitsers)
  44. Dao zouw ich waal 'ns muuske wille speele (=Daar zou ik graag mijn oren te luister leggen) (Steins)
  45. daor tuffik nie in (=dat lust ik erg graag) (Oudenbosch)
  46. das (u) olderen foar (=dat hebben ze graag) (Sint-Niklaas)
  47. das miene tand (=ik lust dat graag) (Kortemarks)
  48. das minne meug (=dat eet ik graag) (Sint-Niklaas)
  49. das ne kermisvogel (=die gaat graag naar de kermis) (Sint-Niklaas)
  50. das niks (=graag gedaan) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen