Spreekwoorden met `niet van`

Zoek

13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `niet van`

  1. daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven)
  2. de kaas niet van het brood laten eten (=de voordelen niet zomaar laten afpakken)
  3. de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
  4. de wolf/vos ruilt wel van baard maar niet van aard (=het karakter van de mensen verandert nooit)
  5. er niet van kunnen meespreken (=er niets over weten)
  6. er niet van terug hebben (=er geen antwoord op weten)
  7. er niet van tussen kunnen (=er aan vastzitten)
  8. het onweer is niet van de lucht (=iets dat steeds blijft doorgaan of iemand die telkens weer kwaad tekeer gaat)
  9. niet van de wind kunnen leven (=moeten werken om alles te kunnen betalen)
  10. niet van gisteren zijn (=veel weten, veel begrijpen en snel doorhebben)
  11. niet van het ene brood tot het andere weten te geraken (=niet rond kunnen komen)
  12. niet van vandaag of gisteren (=niet dom)
  13. zich de kaas niet van het brood laten eten (=opkomen voor iets)

11 betekenissen bevatten `niet van`

  1. buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
  2. schone appels zijn ook wel zuur. (=een mooie vrouw is niet vanzelfsprekend een goede echtgenote)
  3. een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
  4. er geen peil op kunnen trekken (=er niet van op aan kunnen)
  5. geluk en glas breekt even ras. (=geluk is niet vanzelfsprekend)
  6. pluk de dag (Carpe diem) (=geniet van vandaag)
  7. wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (=mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
  8. niet in de wieg gesmoord (=niet van bij de opkomst vernietigd - al oud)
  9. geen hout snijden (=niets bewijzen , niet van toepassing zijn)
  10. geen strobreed wijken (=niets toegeven of niet van mening veranderen)
  11. een oude boom moet je niet verpoten. (=ouderen houden niet van veranderingen)

50 dialectgezegden bevatten `niet van`

  1. 'k un ee geeën ezelke die geld skijt (=ik bulk niet van het geld) (Waregems)
  2. ' t is liek een ontjn die aht' r eur hat lopt (=die jongen is niet van dat meisje weg te slaan) (Izegems)
  3. a es onder geiën hinje gebroejid (=hij is niet van gisteren) (Ninoofs)
  4. A wét van gien out paole nemie te make (=Hij weet niet van welk hout pijlen maken) (Mechels (BE))
  5. aa bèk hëbbe staajf hoëre (=oude mensen kun je niet van hun oude gewoonten afhouden) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. Achter de bânk goeze (=Iets niet van belang vinden) (Weerts)
  7. astij ein zijne kop hé, eent hij oak nie in tholleken van zijn gat (=hij is niet van een bepaald plan af te brengen) (Wetters)
  8. d'er zin d'er al schoëndere verdroonken (=zij is niet van de mooiste) (Melseels)
  9. da denk nie (=dat ben ik echt niet van plan) (Bredaas)
  10. da lëp makkemêntëg (=dat loopt niet van een leien dak) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. da's 'n huusmus (=die houdt niet van uitgaan) (Westerkwartiers)
  12. daaj wos nie opper moendsje gevalle (=zij liet zich de kaas niet van het brood nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. dae ès autte körf gevalle (=die is niet van het gezin) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. dae is van achtermegaard (=dat is niet veel soeps; hij is niet van goede komaf) (Heitsers)
  15. dae kan zën tein geboje nie taus hagë (=hij kan zijn handen niet van iemand houden) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. dae kleene weet wol op zëne boek, mér kump nie aut zën broek (=dat kind is niet van hem, alhoewel het op zijn naam staat) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. dae wieët vanvieër nie of ter aater ook laef (=die profiteert niet van het leven) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. daor komde gij zo nie mee klaor (=daar kom je zo niet van af) (Oudenbosch)
  19. daor kunde gij oew eige nouw nie so mee van afmaoke (=daar kom je zo niet van af) (Oudenbosch)
  20. daor zijnk nie mee grootgekomme / opgebrocht (=dat ken ik niet van huisuit) (Oudenbosch)
  21. das gene kak! (=dat is niet van de poes!) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. Dat gaait me nie (=Dat is niet van mijn gading) (Wells)
  23. dat is allemoal gein hoarsnije (=het gaat niet van alleen) (Neerharens)
  24. de liefde ken niet van één kaant komm' n (=men moet geven en nemen) (Westerkwartiers)
  25. deer ben 'k niks op stoven. Hier behoort nog bij, daarzo. Wij zeggen in het Westfries, deerzô. (=daar hou ik helemaal niet van) (Westfries)
  26. Denket nie. (=Zulks ben ik niet van plan) (Olens)
  27. det's eine unger-geschovene (=kind dat waarschijnlijk niet van deze vader is) (Venloos)
  28. dich lëps get aater (=je bent niet meer bij -je bent niet van deze moderne tijd) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. dieë hijt er gin oeëre noar (=hij wil er niet van weten) (Diesters)
  30. Dien ei sondags naor tschool gewest (=Hij is niet van de slimsten) (Booms)
  31. dien oto is ni van maa (=de auto is niet van mij) (Brasschaats)
  32. doar gugget nie over (=daar niet van) (ossies)
  33. doar haar ze niet van t'rug (=daar had ze geen antwoord op) (Westerkwartiers)
  34. doar hadd'n ze niet van trug (=toen stonden ze met de mond vol tanden) (Westerkwartiers)
  35. doar ken de schoorsteen niet van rook'n (=dat kan financieel gezien niet uit) (Westerkwartiers)
  36. doar ken de schoorsteen niet van rook' n (=daar kan de zaak niet van bestaan) (Westerkwartiers)
  37. doar kenn'n ze niet teeg'n op boksel'n (=daar kunnen ze niet van winnen) (Westerkwartiers)
  38. Doar zemme nog ni aon de noew petijte (=Daar hebben we het laatste nog niet van gezien ...) (Nieuwmoers)
  39. doë bèn ich heilegans nie mèt opgezatte (=daar houd ik helemaal niet van) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. doë hüb ich geen kompasse mèt (=daar zie ik niet van op) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. doeë bèn ich heilegans nie sjieëtëg op (=daar hou ik helemaal niet van) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. duk nait (=ben ik niet van plan) (Hogelandsters)
  43. É es ni on ze gat gedoept (=Hij is niet van gisteren) (Rotselaars)
  44. Ei is oek nie van nen oas gepoept (=Hij is niet van de snelste) (Melseels)
  45. er nie van verschieten (=er niet van opkijken) (Wichels)
  46. fan buten (=niet van hier) (Leewarders)
  47. Ge bekomt hier niet van ut eten en drinken. (=Je komt hier geen eten en drinken tekort.) (Kerkdriels)
  48. gè hèt ' m geloaè (=je geraakt niet van hem af) (Overpelts)
  49. ge moet azooë van uijen tak nie mokn (=maak zo niet van je oren) (Waregems)
  50. ge zoe't aam nie anzaa'en (=je zou het niet van hem denken) (Eekloos)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen