67 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `neme`
- akte van iets nemen (=er nota van nemen - onthouden)
- daar kan je gif op innemen (=je mag er zeker van zijn dat het gaat gebeuren)
- dat schaap zal een zachte dood nemen. (=het wordt vergeten)
- de benen nemen (=er vandoor gaan)
- de biecht afnemen (=ondervragen)
- de gelegenheid te baat nemen (=van de gelegenheid gebruik maken)
- de handschoen opnemen (=het gevecht aangaan)
- de kap/sluier/habijt aannemen (=in een klooster gaan)
- de kuierlatten nemen (=te voet gaan)
- de proef op de som nemen. (=iets uitproberen.)
- de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens (=veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren)
- de wil voor de daad nemen. (=waarderen dat het goed bedoeld is ook al pakte het anders uit)
- de woorden uit de mond halen/nemen (=zeggen wat de ander ook net wou zeggen)
- een bocht nemen (=van gedachten veranderen)
- een geeltje van de plank nemen (=een oude preek herhalen)
- een keer nemen (=een wending nemen, veranderen)
- een loopje met iemand nemen (=zich weinig van iemand aantrekken (die de leiding heeft))
- een slaapmutsje nemen (=een borreltje nemen voor het slapen gaan)
- elkaar bij de neus nemen (=elkaar voor de gek houden)
- er zijn hoed voor afnemen (=er voor in bewondering staan)
- gas terugnemen (=het iets rustiger aan gaan doen)
- geen blad voor de mond nemen (=precies zeggen hoe er over iets gedacht wordt)
- goed van aannemen (=verstandig)
- hand over hand toenemen (=iets wordt steeds erger)
- het ervan nemen (=ervan genieten - niet werken)
- het heft in eigen hand(en) nemen (=de leiding nemen)
- het masker afdoen/afleggen/afnemen (=zijn ware gezicht tonen)
- het recht in eigen hand nemen (=eigenmachtig optreden)
- hoog opnemen (=zeer kwalijk nemen)
- iemand bij de neus nemen (=iemand voor de gek houden; iemand bedriegen)
- iemand de kroon van het hoofd nemen (=iemand te schande maken)
- iemand de teugels uit handen nemen. (=iemand de leiding afnemen)
- iemand de wind uit de zeilen nemen (=iemand dwars zitten)
- iemand het brood uit de mond nemen/stoten (=iemand het onmogelijk maken om in eigen inkomen te kunnen voorzien)
- iemand in de arm nemen (=iemand de hulp vragen om te ondersteunen)
- iemand in de boot nemen (=met iemand een grap uithalen)
- iemand in de maling nemen (=iemand voor de gek houden)
- iemand in de tang nemen (=iemand zo vasthouden dat hij of zij niet kan ontsnappen. / Iemand in zijn macht hebben)
- iemand in het ooitje nemen (=met iemand een grap uithalen of voor de gek houden)
- iemand onder handen nemen (=iemand flink aanpakken / mishandelen)
- iemand onder zijn vleugels nemen (=iemand beschermen of verzorgen)
- iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
- iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
- iemand te grazen nemen (=iemand een gemene streek leveren, op gemene manier er tussen nemen)
- iets hoog opnemen (=ergens zeer gekrenkt over zijn)
- iets met een korreltje zout nemen (=iets niet helemaal voor waarheid aannemen)
- iets of iemand op de korrel nemen (=kritiek op iets of iemand hebben)
- iets onder de loep nemen (=iets nauwkeurig onderzoeken)
- iets van de achterwacht vernemen (=iets vernemen na veel omwegen)
- iets voetstoots aannemen (=iets geloven zonder bewijs)
118 betekenissen bevatten `neme`
- bij iemand nog wel kunnen schoolgaan (=aan iemand nog een voorbeeld kunnen nemen)
- je leven in de waagschaal stellen (=actie ondernemen waarbij het eigen leven in gevaar kwam)
- tot de bedelstaf/bedelzak brengen (=alle aardse bezittingen ontnemen)
- geen klaviertje over slaan (=alle bijzonderheden in acht nemen)
- niets afslaan behalve vliegen (=alles aannemen)
- je ogen de kost geven (=alles goed in zich opnemen)
- iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
- mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
- goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- de kruik gaat zo lang te water tot ze barst/breekt (=als men steeds risico`s blijft nemen, gaat het een keer mis)
- in de luren leggen (=beetnemen)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
- een daad stellen. (=concrete aktie ondernemen)
- de rubicon overtrekken (=de beslissende stap ondernemen)
- de kogel door de kerk laten gaan (=de beslissing nemen)
- het heft in eigen hand(en) nemen (=de leiding nemen)
- van de troon stoten (=de macht ontnemen)
- van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
- een deksel op de kop hebben (=de verantwoordelijkheid voor iets nemen)
- het gras voor de voeten wegmaaien (=de woorden uit de mond nemen - alle kansen ontnemen)
- de kat uit de boom kijken (=een afwachtende houding aannemen)
- de schepen achter zich verbranden (=een beslissing nemen en niet meer terug kunnen)
- een slaapmutsje nemen (=een borreltje nemen voor het slapen gaan)
- samen onder een deken liggen (=een gezamenlijk standpunt innemen)
- je in het hol van de leeuw wagen (=een groot risico nemen , rechtstreeks bij de vijand te rade gaan)
- alles op één kaart zetten (=een groot risico nemen door op slechts één kans te gokken)
- een krop opzetten (=een hoge borst opzetten - een fiere houding aannemen)
- een aal bij de staart hebben (=een lastige taak ondernemen)
- de nacht is een goede raadsman. (=een nachtje slapen is goed bij het nemen van beslissingen)
- het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
- een sprong in het diepe wagen (=een risico nemen en iets nieuws proberen.)
- een bonte kraai maakt nog geen winter (=één voorbeeld is niet genoeg om een definitief besluit te nemen)
- een keer nemen (=een wending nemen, veranderen)
- niet over een nacht ijs gaan (=eerst nadenken voor men iets doet - geen risico`s nemen)
- de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
- er een puntje aan kunnen zuigen (=er een goed voorbeeld aan kunnen nemen)
- er niet aan kunnen tippen (=er een voorbeeld aan kunnen nemen)
- akte van iets nemen (=er nota van nemen - onthouden)
- feestelijk danken (=er voor danken maar het zeker niet aannemen)
- in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
- waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)
- iets aan je laars lappen (=geen notitie nemen van regels, wet of voorschriften)
- je kruit droog houden (=geen onnodige acties ondernemen of energie verspillen.)
- als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan (=genoegen nemen met wat er beschikbaar/mogelijk is)
- in de waagschaal stellen (=groot risico nemen)
- het schip ingaan (=groot risico nemen, leidend tot verlies)
- op een papieren zoldertje lopen (=grote risico`s nemen)
- de boter eruit braden (=het ervan nemen)
- oude schoenen wegwerpen voor men nieuwe heeft (=het onzekere voor het zekere nemen)
2 dialectgezegden bevatten `neme`
- 'k zal m'n gat maar weer onger min erreme neme (=ik zal maar weer eens aan het werk gaan) (Wierings)
- genein nemé zegge (=verbaasd zijn) (Zichers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen