2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `moest`
- al moesten de kraaien het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
- alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
50 dialectgezegden bevatten `moest`
- 'k mos 't veur de helsdeur'n weghoal'n (=ik moest daar bijzonder veel moeite voor doen) (Westerkwartiers)
- 't moest strond regenen (=Wanneer men wenst dat een evenement (vb. sportwedstrijd) afgelast wordt of mislukt) (Lokers)
- a ge moest beschoamt zijn (=je moest je schamen) (Kaprijks)
- a-ge-r nie meej schreuwe most, dan most te-r meej laage (=als je er niet mee huilen moest, dan moest je er mee lachen) (Tilburgs)
- Agge Wouw op oewe rug aar ange, zoude nie naar Baarege verlange (=Als je Wouw op je rug moest dragen zou je nooit naar Bergen op Zoom verlangen (naar iets verlangen dat zo goed als onbereikbaar is)) (Roosendaals)
- as 't wat beleev'm wilst, moest trouw'n goan (=in een huwelijk kan het nog wel eens donderen) (Westerkwartiers)
- Asof de duvel er mee speult (=Of het zo moest zijn) (Giethoorns)
- bè munne vurregen baos mos-k om aacht ûur ònlègge (=bij mijn vorige werkgever moest ik om acht uur met het werk beginnen) (Tilburgs)
- daaj moes wirés én de vol zon ston (=ze moest weer in de belangstelling staan) (Bilzers)
- daaj stond tër ook wir mèt hërre bebber bij (=ze moest zich ook weer eens bemoeien) (Munsterbilzen - Minsters)
- daor kondoeweige altijd gelijk innut zweet gaon staon jakke (=daar moest je meteen vanaf het begin in een hoog tempo aan het werk) (Oudenbosch)
- dat haar veul voet'n ien 'e aarde (=daar moest heel veel voor gebeuren) (Westerkwartiers)
- dat moês nog t'ron mankiëre (=dat moest er nog aan ontbreken) (Bilzers)
- dat moês tevan koëme
dat wor te verwaachte
dat stond ver de diër (=dat moest een keer gebeuren) (Bilzers)
- dat moest mij niet weer lapp'm! (=dat flik je mij niet nog eens!!) (Westerkwartiers)
- Dat mus e (=Dat moest hij) (Hoogeveens)
- dè mos nie meuge (=dat moest niet mogelijk zijn) (Tilburgs)
- die is geurs in de grip gedoken en trug gouw gaan breien. (=aanduiding voor iemand die moest gaan trouwen vanwege zwangerschap) (Alblasserdams)
- doar moest gien misbruuk van moak'n (=dat moet je niet uitbuiten) (Westerkwartiers)
- doe moest dij doodschoam'm (=jij moet je doodschamen) (Westerkwartiers)
- doeë moest te nie noeë gebieërë (=daar moet je geen aandacht aan schenken) (Munsterbilzen - Minsters)
- Es wae papa neet haje mós 'r veul aete waere weggegoeëdj! (=Wanneer wij papa niet hadden moest er veel eten weg worden gegooid!) (Kinroois)
- Fan de plysje moatst ik stean bliuwe. (=Van de politie moest ik stoppen.) (Fries)
- Gatj em moete zie skofferdauën (=Je moest hem zien weglopen / vluchten) (Liedekerks)
- ge moesjn gezien emmen, me zenne stjeit in ze gat (=je moest hem gezien hebben, met zijn staart tussen zijn benen) (Liedekerks)
- ge moest oewèège schaome, dègge oew èège moeder zôo vur de gèk haawt! (=je moet je schamen, , dat je je eigen moeder zo voor de gek houdt!) (Tilburgs)
- ge moest’m zien gétten (=je moest hem zien lopen) (Meers)
- ge most um atèèj meej alles aachternò rêepe (=je moest hem altijd met alles achterna hollen) (Tilburgs)
- gemoestetbegotiswete (=je moest eens weten) (Antwerps)
- hae heet over de hachte (haamkettingen) getrooje (=als iemand moest trouwen vanwege een `ongelukje`) (Weerts)
- hae loet zen taan és zien (=de tandarts was buiten schema en moest een tandje bijsteken) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij mos 'n veer loat'n (=hij moest met minder genoegen nemen) (Westerkwartiers)
- hij mos d'r aan geloov'm (=hij moest het tegen zijn wil in toch doen) (Westerkwartiers)
- hij mos ien 'e bus bloaz'n (=hij moest betalen) (Westerkwartiers)
- hij mos oareg omstoan leer'n (=hij moest zich behoorlijk aanpassen) (Westerkwartiers)
- hij mos omstoan leer'n (=hij moest zich aanpassen) (Westerkwartiers)
- hij mos over de brug komm'm (=hij moest nu wel betalen) (Westerkwartiers)
- hij mos wat ienbiend'n (=hij moest een stapje terug doen) (Westerkwartiers)
- hij mos zoede broodjes bakk'n (=hij moest inbinden) (Westerkwartiers)
- hij proat zien mond veurbij (=hij vertelt door wat geheim moest blijven) (Westerkwartiers)
- Hij stont te spuign lijk nen rehre (=Hij moest braken) (Hansbeeks)
- hij viel deur de mand (=hij moest wel bekennen) (Westerkwartiers)
- hij zat met de hand'n ien 't hoar (=hij wist niet hoe hij het moest oplossen) (Westerkwartiers)
- hij zat tuss'n twee vuur'n (=hij moest kiezen uit twee slechte oplossingen) (Westerkwartiers)
- ich moes ferm op men toeng bijte (=ik moest me goed inhouden om niets verkeerd te zeggen) (Bilzers)
- ich wos opt kotsen aof (=ik moest er bijna van overgeven) (Munsterbilzen - Minsters)
- ie moest het gemeug' n (=hij kreeg de volle lading (scheldwoorden) ) (Waregems)
- ij moest gieen toatn en (=hij kon het niet aan; hij weigerde) (Hansbeeks)
- ij zo vliegen vangen mee zijn gat moest ij t'op tijd keunen toenijpen (=hij probeert uit alles profijt te halen) (Lokers)
- Ik mos ff mijn ruggegraot verlenguh. (=Ik moest ff poepe) (Utrechts)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen
