Spreekwoorden met `mening`

Zoek

Eén spreekwoord bevat `mening`

  1. je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)

26 betekenissen bevatten `mening`

  1. draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
  2. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  3. er is meer dan een koe die blaar/bles heet (=de mening van anderen telt ook)
  4. er is meer gelijk dan eigen gelijk (=de mening van anderen telt ook)
  5. door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
  6. de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
  7. eén lijn trekken / Dezelfde lijn trekken (=dezelfde mening hebben)
  8. een proefballonnetje oplaten (=door het doen van een uitspraak de mening van anderen peilen)
  9. advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
  10. de wind waait uit die hoek (=een mening van iemand uit een bepaalde groep/partij)
  11. het kind bij de naam noemen (=eerlijk voor de mening uitkomen)
  12. goed je mondje kunnen roeren (=er goed voor zorgen dat je mening wordt gehoord)
  13. elke ketter heeft zijn letter (=ieder denkt dat de eigen mening bewezen kan worden)
  14. zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
  15. iemand iets in de mond geven (=iemand de mening van een ander laten geven in plaats van de eigen mening)
  16. zo de wind waait, waait zijn jasje (=iemand zonder principes, die zonder eigen mening anderen naar de mond praat)
  17. je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
  18. er zijn altijd meer zwijgers dan sprekers (=lang niet iedereen komt altijd voor zijn mening uit)
  19. je licht niet onder de korenmaat zetten (=meespreken, je mening geven en laten merken dat je er iets van weet)
  20. geen strobreed wijken (=niets toegeven of niet van mening veranderen)
  21. pal staan (=onbeweeglijk stilstaan / niet twijfelen aan de eigen mening)
  22. een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
  23. je draai nemen (=van mening veranderen)
  24. holle vaten bommen/klinken het hardst (=wie er het minste verstand van heeft, verkondigt het luidst zijn mening)
  25. op je stuk staan (=zich niet laten ompraten en bij de eigen mening blijven)
  26. je huik naar de wind hangen (=zijn mening aanpassen naargelang de situatie)

50 dialectgezegden bevatten `mening`

  1. a blad (kabas) kieërn, (=va mening veranderen) (Ninoofs)
  2. ae ee zèen kazakken gekieërd (=hij is totaal van mening / van partij veranderd) (Wichels)
  3. an zijnn oasme 't iuërn (=naar zijn mening) (Kaprijks)
  4. Da i wa danders (=Iets nieuws te weten komen en veranderen van mening) (Harelbeeks)
  5. da's 'n noaproader (=die heeft geen eigen mening) (Westerkwartiers)
  6. dao dènk ich 't mient van (=daar heb ik mijn eigen mening over) (Steins)
  7. de kons te Paus nie verwijte dattër kattëliek ès (=je kan het niemand kwalijk nemen dat hij een eigen mening heeft) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. de lâmp aanne klok hânge (=zijn mening geven) (Weerts)
  9. die holt zich op ' e vlakte (=die geeft zijn mening niet prijs) (Westerkwartiers)
  10. die most 'n pik hooi luste (=mij is een andere mening toegedaan over die gast) (Westfries)
  11. doê dink ich het maajn van (=daar heb ik zo een eigen mening over) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. doeë dink ich ët maajnt van (=daar heb ik zo mijn eigen mening over) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. doeë dink ich het maajnd van (=daar heb ik een eigen mening over) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. droai'n link de meulns (=voortdurend van mening veranderen) (Waregems)
  15. duur de komprenuur (`flamingisme` Fr. dur, comprendre) (=traag van begrip, een mening of feit niet willen aannemen) (Wichels)
  16. e wiëdsje mauge plassiëre (=zijn mening ook mogen zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. ei et onderd beraode in ut uur. (=hij verandert steeds van mening) (Volendams)
  18. Ge keud em snuiven (=het kan mij niet schelen dat je dit niet graag hoort (nadat je iemand onverbloemd je mening hebt gezegd) ) (Lokers)
  19. ge zi gie zekerst zot! (=Ik ben van mening dat hetgene u vertelt nonsens is.) (Lauws)
  20. hae drejtj wi-j d'n haan oppe kêrktore (=iemand die steeds van mening verandert) (Weerts)
  21. hè hêttum tiege de kop geluipe (=van mening verschillen) (Opglabbeeks)
  22. hij is 'n metloper (=hij heeft geen eigen mening) (Westerkwartiers)
  23. hij moet kleur bekenn'n (=hij moet zijn mening prijsgeven) (Westerkwartiers)
  24. hij wil gien strobreed wiek'n (=hij geeft zijn mening niet prijs) (Westerkwartiers)
  25. iemand pols'n (=iemand naar zijn mening vragen) (Westerkwartiers)
  26. ien zien oog'n ben 'k niks (=naar zijn mening ben ik niets) (Westerkwartiers)
  27. In 't wier ebben met iemand (=met iemand een verschil van mening hebben) (Zwols)
  28. in't wier hem'm (=verschil van mening hebben) (Hattems)
  29. Je Droai Lik De Win (=veranderen van mening (vlug en vaak)) (Kortrijks)
  30. je spoîg zn êrte en ze ziel uut (=hij verkondigde volop zijn mening) (Kortemarks)
  31. je trekt zne steîrt in (=hij herziet zijn mening) (Kortemarks)
  32. je verandert olle vuuf voetn van gedacht (=hij veranderd regelmatig van mening) (Kortemarks)
  33. met ut botte bijltje hakken (=hard en tactloos zijn mening zeggen) (Brabants)
  34. nie beeters te weete (=naar mijn mening) (Tilburgs)
  35. overstag goan (=zijn mening bijstellen) (Westerkwartiers)
  36. rap getrauwd, rap berauwd (=geef een vrouw nooit gelijk; ze verandert toch om de seconde van mening) (Bilzers)
  37. teeg'n de stroom ienroei'n (=een andere mening hebben dan de meerderheid) (Westerkwartiers)
  38. tis ne wiendzot (=hij verandert vlug van mening) (Lichtervelds)
  39. unne umgedreide jas zien (=sterk van mening veranderen) (Mestreechs)
  40. van en ander gedacht zijn (=een andere politieke mening hebben) (Meers)
  41. voet bij stuk hold'n (=bij je mening blijven) (Westerkwartiers)
  42. voet bij stuk holl'n (=je mening vasthouden) (Westerkwartiers)
  43. waat tûnktj d'r uch van (=iemand om zijn mening vragen) (Weerts)
  44. wat dae in d'r kop hat, hat dae nog lang nit in de vôt (=die verandert zijn mening niet) (Sjeeter plat)
  45. Wat den(die) ien de kop hèt, hèt ie(ze) nog lang nie ien de kónt. (=Die volgt zijn eigen mening en geeft moeilijk bij) (Wells)
  46. Wat tunk dich (=Wat is jouw mening) (Gelaens (Geleens))
  47. Wi-j de weentj wejtj, wejtj zien waemeske (=Geen eigen mening hebben) (Weerts)
  48. ze karre keren (=veranderen van mening / houding) (West-Vlaams)
  49. ze komt op mien stroadje (=zij neemt mijn mening over) (Westerkwartiers)
  50. ze waait met alle wiend'n met (=zij volgt een ander's mening) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen