Spreekwoorden met `kust`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kust`

  1. alle kusten bezoeken (=met allerlei slecht volk omgaan)
  2. de kust is veilig (=alles is in orde - er is niemand in de buurt)
  3. er zijn kapers op de kust (=er zijn er die willen meeprofiteren)
  4. te kust en te keur (=naar keuze)

38 dialectgezegden bevatten `kust`

  1. 't zal nog gô verschoûnen!; kust noa min oûr! (=dat is het toppunt! (=afkeurend) ) (Sint-Niklaas)
  2. amai minne frak; kust nô min kloûten (=wat heb je me daar? wat gebeurt daar zeg?) (Sint-Niklaas)
  3. d'r benn'n koabers op 'e kust (=er melden zich gegadigden) (Westerkwartiers)
  4. d'r benn'n koapers op de kust (=er zijn er meer die dat willen hebben) (Westerkwartiers)
  5. d'r benn'n meer koapers op 'e kust (=er zijn meer belangstellenden) (Westerkwartiers)
  6. dae lust gaer snoetevleis (=hij kust graag) (Venloos)
  7. Ge kunt er is rond- kust mijne nikkel- Tegenouwe nol- Tege auw kloate- Tege ouw gat. (=Iemand afwijzen) (Brechts)
  8. Gij kunt menne rug op / kust m' n klote ma (=Laat het maar zijn) (Leopoldsburgs)
  9. je kan m'n gat kussen - ook - kust m'n oaren (=laat me gerust) (Brugs)
  10. je konn' n doar te kust en te keur (=er was daar keuze in overvloed) (Westerkwartiers)
  11. kist men beus, beuzze, kust men kloate (=kus mijn kloten) (Willebroeks)
  12. kust gij men kloeëte es, kust me gat es (=Laat me gerust) (Diesters)
  13. kust ma jen tanden, tis morgen peirdekoers (=kuis maar al je tanden, het is morgen paardenkoers (repliek, laatste woord)) (west-vlaams)
  14. kust maa gat jô (=Rot op man) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  15. kust maan botte (=Ik heb er genoeg van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  16. kust mai gat (=een taak niet willen uitvoeren en het antwoord daarop) (Leefdaals)
  17. kust mè gat (=loop naar de maan, ietwat lompe formulering om te zeggen dat de andere kan vertrekken, zijn plan kan trekken) (Meers)
  18. kust men botte (=ik heb er genoeg van) (Nijlens)
  19. kust mèn botten (=ga weg) (Meers)
  20. kust mijn botten ook mijn voeten (=laat me met rust) (Sinnekloases en niekaarks)
  21. kust min kloûten (=loop naar de vaantjes) (Sint-Niklaas)
  22. kust mn bottn (=laat mijn hoofd gerust) (Kortemarks)
  23. kust mun kloaten (=het kan mij niet schelen) (Brugs)
  24. kust na mijne frak! (=wat heb je me daar!) (Bornems)
  25. kust ne kieër mij gat (=loop naar de maan) (Meers)
  26. kust neh mene zak, kust neh men botteh (=nou zeg) (Arendonks)
  27. kust nô min voeten (kloûten) (=wel dat is straf!) (Sint-Niklaas)
  28. kust nô minnen frak (=wat heb je me daar?) (Sint-Niklaas)
  29. kust nu m'n oaren! (=wat maken we nu mee!) (Brugs)
  30. kust nu me voeët' n (=Nee maar!) (Veurns)
  31. kust nu men oaren (=wat krijgen we nu?) (Brugs)
  32. kust ze (=loop naar de maan) (Wetters)
  33. ne kust men kloete (=een janneman) (Lummens)
  34. nen utleg van kust maa gat (=uitleg die nergens op lijkt) (westels)
  35. oan de zjiè (=aan de kust) (Zeeuws)
  36. schét oemoeg én kopt'em (=kust mijn kloten) (Antwerps)
  37. tis ne vieze kust mn kloîtn (=het is een vies iemand) (Kortemarks)
  38. tis ne viezn aop, tis ne vieze kust mn kloîtn (=het is een humeurig iemand) (Kortemarks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen