Spreekwoorden met `krui`

Zoek

46 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `krui`

  1. al zijn kruit verschoten hebben (=geen verdere oplossingen meer weten - niet meer verder kunnen)
  2. dat is een alikruik van een vent. (=dat is een kleine dikke man.)
  3. de broodkruimels steken hem (=hij kan de welstand niet dragen)
  4. de degens kruisen (=de strijd aangaan)
  5. de kruik gaat zo lang te water tot ze barst/breekt (=als men steeds risico`s blijft nemen, gaat het een keer mis)
  6. de kruik gaat zolang te water tot zij barst (=alles heeft zijn beperkingen)
  7. de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsting veroorzaken)
  8. de lont in het kruit werpen (=mensen laten loskomen, opstoken)
  9. door de mazen van het net glippen/kruipen (=op het nippertje ontsnappen)
  10. door het oog van de naald kruipen (=op het nippertje ontsnappen)
  11. een kruimeltje is ook brood (=wees gelukkig met wat je hebt)
  12. een kruisje is genoeg voor een boterham uit het vuistje (=voor een gewone broodmaaltijd moet niet te veel gebeden worden)
  13. een kruiwagen hebben (=geholpen worden)
  14. elk huisje heeft z`n kruisje (=ieder gezin heeft eigen zorgen en problemen)
  15. er een kruisje bij zetten (=er attent op maken)
  16. er is geen kruid tegen gewassen (=er is niets aan te doen)
  17. er is onkruid onder de tarwe (=er zijn minderwaardige goederen (of personen) tussen de betere)
  18. het bloed kruipt waar het niet gaan kan (=de aard verloochent zich nooit)
  19. het buskruit niet uitgevonden hebben (=niet erg slim zijn)
  20. het heilig kruis achterna geven (=hopen dat iets of iemand nooit meer terugkomt)
  21. het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
  22. het kruis nageven (=hopen dat hij vooral nooit meer weerkomt)
  23. het kruit niet uitgevonden hebben (=niet bijster slim zijn)
  24. hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
  25. ieder huisje heeft zijn kruisje (=er mankeert overal wel iets)
  26. ieder moet zijn eigen kruis dragen (=ieder moet zijn eigen tegenslagen verwerken)
  27. in iemands huid kruipen (=zich in een ander verplaatsen)
  28. in kannen en kruiken zijn (=alles is geregeld)
  29. in zijn schulp kruipen (=zich in zichzelf terugtrekken, niet verder aandringen)
  30. je kruit droog houden (=geen onnodige acties ondernemen of energie verspillen.)
  31. je kruit op de mussen verschieten (=zijn woorden verspillen)
  32. je kruit verschoten hebben (=uitgeput zijn, niets meer kunnen doen)
  33. je kunt nooit weten waar een paling kruipt (=zeg nooit nooit)
  34. kruis noch munt hebben (=geen geld hebben)
  35. kruis of munt gooien (=ervoor loten)
  36. kruisjes achter de rug hebben (=tientallen jaren oud zijn)
  37. kruit noch lood hebben (=helemaal ongewapend zijn)
  38. met los kruit schieten (=schijnbaar streng straffen met een straf die in feite geen nadeel oplevert)
  39. moet is een bitter kruid. (=dingen die men moet doen kunnen onaangenaam of vervelend zijn.)
  40. onder de wol kruipen (=naar bed gaan)
  41. onkruid vergaat niet (=het slechte is moeilijk uit te roeien)
  42. tegen de dood is geen kruid gewassen. (=doodgaan is onvermijdelijk)
  43. voor iemand kruipen (=van iemand schrik hebben , slaafs alles doen wat hij vraagt)
  44. weten waar de aal kruipt (=de ware bedoelingen van iemand doorzien)
  45. wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
  46. zes kruisjes hebben (=60 jaar oud zijn)

Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen