Spreekwoorden met `is in`

Zoek

16 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `is in`

  1. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  2. als een luis in iemands pels zijn (=iemand voortdurend in de weg lopen. Iemand tegenwerken)
  3. als een muis in de val zitten (=geen uitweg meer hebben)
  4. als het bier is in de man dan is de wijsheid in de kan (=van dronkaards verwacht men geen verstandige woorden)
  5. bij Sint Joris in de kost zijn (=ergens gratis eten)
  6. geen profeet is in zijn (eigen) land geëerd (=in tegenstelling tot vreemden, zijn mensen uit je woonplaats minder bereid te luisteren)
  7. het is kermis in de hel (=het regent terwijl de zon schijnt)
  8. hij geeft niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen (=overal voordeel uit halen, ongeacht gevolgen voor anderen)
  9. iemand een luis in de pels zetten (=iemand last bezorgen)
  10. je als een vis in het water voelen (=je helemaal op je plaats voelen)
  11. leven als een vis in het water (=totaal tevreden en onbekommerd leven)
  12. lopen als een muis in een meelton (=onrustig heen en weer lopen)
  13. magerman is in die keuken kok (=het is er armoe troef)
  14. thuis is in je schuur (=dit wordt gezegd als je weinig thuis bent)
  15. zijn zeis in een anders koren slaan (=stelen, zich in het werk van iemand anders bemoeien)
  16. zitten alsof men een luis in zijn oor heeft (=alsof hij door zijn geweten beschuldigd wordt)

4 betekenissen bevatten `is in`

  1. de kust is veilig (=alles is in orde - er is niemand in de buurt)
  2. de molen is/loopt door de vang (=de zaak of persoon is in de war (gek))
  3. platvis eet je met de ramen open en rondvis met de ramen dicht (=m.a.w. platvis is een zomervis en rondvis is in de winter op z`n best)
  4. de voorsten doen wat de achtersten niet mogen (=wie eerst komt is in het voordeel)

50 dialectgezegden bevatten `is in`

  1. 't enne is ien zicht (=het einde is in zicht) (Westerkwartiers)
  2. 't es in ordre (='t is in orde) (Waregems)
  3. 't is in de saccoche! (='t is geregeld!) (Veurns)
  4. 't is in de sacoche! (=Het is in orde) (Antwerps)
  5. 't is in de sakosje (=het is geregeld) (Kaprijks)
  6. 't is in de zjakos (='t is in orde / opgelost) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  7. 't is in z’n rugge ëscheuten, (='t is in z'n rug geschoten) (Huizers)
  8. 't spel es espe (=Alles is in orde) (Deinzes)
  9. 't spel ès èspe! (=het is in orde) (Gents)
  10. ' t is in de sacosse (=iets dat afgehandeld is) (Zottegems)
  11. a gontj ni lank nimmer trekk'n (=zijn einde is in zicht) (Meers)
  12. A zit boa Mannekes (=hij is in de middelbare school van Boom) (Booms)
  13. Aa is in ze gat gebeete (=Hij is gekwetst / beledigd) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  14. alleen kènder en zaotë minse spraekë de woerd (=als de wijn is in de man, ligt de wijsheid in de kan) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. alles is in dun oak mè mij (=alles is in orde met mij) (Sint-Niklaas)
  16. da's kloar ien 'n handomdraai (=dat is in een mum gepiept) (Westerkwartiers)
  17. daaj hèt ë sjaun pekske opgeloje (=zij is in verwachting) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. daaj hètte sjummel tèsse hër been ston (=daar is in jaren geen man meer aan geweest) (Bilzers)
  19. Daddis in de sakkosj (=Dat is in orde) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  20. dae is in ‘t rief jaor gebaore (=hij is vrijgevig (rief = royaal)) (Heitsers)
  21. das èn de posj (=dat is in orde, dat is al weer verdiend-op zak-) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. das èn de sëkosj (=dat is in orde) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. das èn de sjëkosj (='t is in orde) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. de barakken kommen (=de kermis is in aantocht) (Giesbaargs)
  25. De eaker is in de tras gevalle of de eaker is in de welle gevallen (=De aker is in de put gevallen) (Flakkees)
  26. de piek is ien 'e ruu (=de kip is in de rui) (Westerkwartiers)
  27. désmele: Z'èi mé eel aur in d'n désmele gezeet'n (=Haar haar is in de war) (Lebbeeks)
  28. Die ef een beste poele op de band . (=Die is in verwachting .) (Zwols)
  29. Die ef er de loeken veur-edaon (=Die is in slaap gevallen) (Giethoorns)
  30. Die ef er de loeken,(luiken) veur edaonon (=Die is in slaap gevallen) (Giethoorns)
  31. die hemm'm de overhaand (=die groep is in de meerderheid) (Westerkwartiers)
  32. Die in 't wilde (=Die is in de war) (Giethoorns)
  33. die is gewoejn van noar de kaark te goan, diën is in de kaark gebore (=iemand die altijd vergeet de deur te sluiten) (Antwerps)
  34. die is in de kerke gebooren (=iemand die veel nar de kerk gaat (Axel ) ) (Zeeuws)
  35. doar hot nen meins (=die is in verwachting) (Geels)
  36. dun tras is in de welle valle (=De emmer is in de put gevallen) (Flakkees)
  37. E eit zennen brenzjelee al aun (=Hij is in de handboeien geslagen) (Liedekerks)
  38. è is in zijn gat gebeedn (=hij is beledigd) (Kaprijks)
  39. ê's naon ne veugel veu de kat (=hij is in slechte staat (gezondheid ) ) (Marks)
  40. ei eette boter geten (=hij is in ongenade gevallen / hij is de schuldige) (Sint-Niklaas)
  41. ei es bei den troep (=hij is in het leger) (Waarschoots)
  42. ei is in zènnun eet (=hij heeft eetlust) (Sint-Niklaas)
  43. em is in zn roapen gescheten (=hij is op zijn tenen getrapt) (Moes)
  44. em wet ni miër waar da zen paroche staat (=hij is in verwarring) (Booms)
  45. en is in ze gat gebeten (=hij is beledigd) (Veurns)
  46. fla: Ei es fla gevall'n (=Hij is in zwijm gevallen) (Lebbeeks)
  47. gaui die plank is in dat gat (=doe die deur eens dicht) (Haags)
  48. gezet gelijk nen pui op ne weele (=alles is in orde) (Kaprijks)
  49. gooitie plank is in da gat (=doe de deur eens dicht) (Graauws)
  50. Ha heitem baa zaan pitje (=Hij is in de luren gelegd) (Nijlens)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen