Spreekwoorden met `is geen`

Zoek

31 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `is geen`

  1. aal is geen paling (=het mindere is niet gelijk aan het meerdere)
  2. aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
  3. alle hout is geen timmerhout (=niet iedereen beschikt over dezelfde kwaliteiten / niet alles is van voldoende kwaliteit)
  4. alle vis is geen bakvis (=niet alles is even dienstig (of handelbaar of lekker))
  5. allemans neus is geen kapstok. (=je moet niet alles aan iedereen vertellen.)
  6. bij eigen zin is geen gewin. (=eigenwijs zijn is niet goed)
  7. borgen is geen kwijtschelden (=uitstel is geen afstel)
  8. daar is geen oogje vet meer op (=dat is niet veel meer waard)
  9. daar is geen woord Frans/Latijn/Chinees bij (=iedereen kan dat begrijpen)
  10. dat is geen geld (=dat is erg goedkoop als je ziet wat je ervoor krijgt)
  11. dat is geen punt. / Daar maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemaal geen argument)
  12. een ei is geen ei twee ei is een half ei drie ei is een paasei (=één is niet genoeg, twee is beter, drie is goed)
  13. een mens is geen aardappel (=iedereen heeft zo nu en dan behoefte aan ontspanning)
  14. elk schot is geen eendvogel (=niet iedere poging of alles wat je doet is succesvol)
  15. er is geen chocola van te maken (=het is niet te begrijpen)
  16. er is geen doen aan (=hij is niet te overtuigen, niets kan helpen)
  17. er is geen doorkomen aan (=je geraakt er niet door)
  18. er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
  19. er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
  20. er is geen kruid tegen gewassen (=er is niets aan te doen)
  21. er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
  22. er is geen rooi mee te schieten (=je kan er niets mee aanvangen)
  23. er is geen vuiltje aan de lucht (=er is niets aan de hand)
  24. er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
  25. eten en drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
  26. het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
  27. het is geen roofgoed (=het heeft veel geld (of moeite) gekost)
  28. het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  29. lang vasten is geen brood sparen. (=honger lijden is niet hetzelfde als geld besparen)
  30. tegen de dood is geen kruid gewassen. (=doodgaan is onvermijdelijk)
  31. uitstel is geen afstel (=als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen)

9 betekenissen bevatten `is geen`

  1. dat zet geen zoden aan de dijk (=dat is geen bijdrage van serieuze betekenis)
  2. dat is geen punt. / Daar maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemaal geen argument)
  3. lach als je begraven wordt (=dat is geen reden om te lachen)
  4. dat raakt kant noch wal (=dat is geen zinnig argument)
  5. een zondagse steek houdt geen week (=de zondag is geen werkdag maar de dag des Heeren)
  6. het is als met de koeien van de Farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de Farao bleven mager))
  7. het is galgen of burgemeesteren. (=het is goed of fout, er is geen tussenweg)
  8. borgen is geen kwijtschelden (=uitstel is geen afstel)
  9. dode honden bijten niet (al zien ze lelijk) (=van doden is geen gevaar te duchten)

50 dialectgezegden bevatten `is geen`

  1. 't en is gin trop of d'r zit e buk in: in elk gezelschap, in elke familie is er altijd wel één iemand die niet deugt (=er is geen troep of er zit een bok in) (Klemskerks)
  2. 't es (ooëtj 't) zoogemeel (=het is geen echt goud) (Ninoofs)
  3. 't is een gedacht gelijk een ander (=het is geen goed idee) (Kaprijks)
  4. 't is geen avangs, 't is nie genodderd (=het baat niet) (Sint-Niklaas)
  5. 't is geen avangs, 't is niets genodderd (=het helpt (baat) niet) (Sint-Niklaas)
  6. 't sop es de koale nie werd (=het is geen inspanning waard) (Zottegems)
  7. 't was allemoal vur den hond zèn botten; 't is geen avangs gewist (=het was allemaal moeite voor niets) (Sint-Niklaas)
  8. a gebreike èn iehre haage ès gee teeke van aermoei. (=oude gebruiken in ere houden is geen teken van armoede) (Genker)
  9. aon jou is gin eer te b'aole (=aan jou is geen moeite welbesteed) (Oudenbosch)
  10. aprénse: D'er es giën aprénse van (=Er is geen sprake van) (Lebbeeks)
  11. as de weendj van Neewieërt keumtj, dauget neet (=de koude noordenwind is geen pretje) (Weerts)
  12. As't ni woar was souk't nait seg'n. (=Al maak ik een compliment, het is geen vleierij) (Gronings)
  13. Bûter, brea en griene tsiis, wa't dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries (=Boter (rogge)brood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen echte Fries) (Fries)
  14. Bûter, brea en griene tsiis, wa't dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries. (=boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen oprechte Fries) (Fries)
  15. da è hin klein bier (=dat is geen kattenpis) (Izegems)
  16. da es geen apprense van (=er is geen sprake van) (Londerzeels)
  17. Da es giene sumpele / da es gien sumpel (=Dat is geen gemakkelijk persoon) (Stals)
  18. da frit gee braud (=er is geen haast bij) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. da ligt nie in 't vier (=daar is geen haast bij) (Meers)
  20. da zen prille (=dat is geen kwaliteit) (Hulshouts)
  21. da's gien peuleschil (=dat is geen kleinigheid) (Westerkwartiers)
  22. Da's maor 'n álve bakte (=Dat is geen goede zakenman, werkman etc.) (Zeeuws)
  23. da's n'waark met veul hoak'n en oog'n (=dat is geen gemakkelijke klus) (Westerkwartiers)
  24. daaj ès al autte koje (=zij is geen baby meer) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. daaj ès nie van gistere (=ze is geen kat om zonder handschoenen aan te pakken) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. daaj ès noch zoe kontraore nie (=dat is geen misse !) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. daaj hër blumpke ès allang geplokke (=zij is geen maagd meer) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. daaj lot nie oppëre kop sjijte (=zij is geen gemakkelijke) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. daar zoek iuk mijën pap nie keuën mee kookn (=dit is geen makkelijk mens) (Kaprijks)
  30. dae ès gene knab wieëd (=hij is geen 5-cent waard) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. dae ès nog zjus goed vër op ët stort te goeje (=die is geen cent meer waard) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. dae is door alle watere gewesje behauve door wiewater (=hij is geen lieverdje) (Susters)
  33. dae is neet van poppelappe (=hij is geen gemakkelijke) (Heitsers)
  34. Dae is nog ginge sjót pólver wead (=Die persoon is geen knip voor de neus waard) (Mechels (NL))
  35. dae sprik engels mètnen heten iërappel ènzene mond (=dat is geen correct engels, maar wel wat smoeltrekkerij) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. dah kump weh... (=Daar is geen haast bij, Dat is geen prioriteit.) (Epers)
  37. Dao es geîne oeëlie in de lâmp (=Er is geen geld meer) (Weerts)
  38. dao is gein koe mèt gemeudj (=dat is geen zware tegenslag) (Heitsers)
  39. dao is geine olie in de lâmp (=er is geen geld meer) (Weerts)
  40. dao kins se baeter keerse mèt aete, as ein erfenis verdeile (=dat is geen makkelijk persoon; daar kun je beter niet te veel serieuze zaken mee moeten regelen) (Heitsers)
  41. daor is gèn koe ân kapot (=dat is geen ramp) (Genneps)
  42. das e gedach waaj en aander (=dat is geen slecht idee!) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. das e zwaur geval (=het is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. das gee klee bier (=dat is geen kleinigheid) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. das geen misse (=dat is geen lelijke) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. das gene kak (=dat is geen klein bier) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. das gene kènnertak (=dat is geen klein bier) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. das gene simpëlë (=dat is geen gemakkelijke in omgang) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. das mèr ën kleen kuns (=dat is geen moeite !) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. das zo breed ast lank is (=dat is hetzelfde, daar is geen verschil tussen) (Sint-Niklaas)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen