Spreekwoorden met `in huis`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `in huis`

  1. ergens als kind in huis zijn (=ergens bekend of goed behandeld worden)
  2. het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
  3. met de deur in huis vallen (=meteen ter zake komen / onmiddellijk over datgene beginnen waarvoor men kwam zonder)
  4. veel in huis hebben (=over veel capaciteiten beschikken)

2 betekenissen bevatten `in huis`

  1. wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
  2. de haan is de baas als de hen niet thuis is. (=de vrouw is de baas in huis, ook al vindt de man van niet)

39 dialectgezegden bevatten `in huis`

  1. 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
  2. 't es rosse Jan (=er is ruzie in huis) (winksels)
  3. 't is hi'jt int kot (=Het is heet in huis) (Luyksgestels)
  4. ’t és skuë gerief mur ge meug ‘et nie in uis émmen (='t is een mooie vrouw, maar je mag ze niet in huis hebben (smalend gezegd door mannen over een vrouw, )) (Meers)
  5. astich doë mèr niks aonkump (=daar komt niets van in huis) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. broeskoekeren (=bij mooi weer in huis zitten) (Flakkees)
  7. da zal geen verf pakke (=daar komt niets van in huis) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. da zal wol zin ! (=daar komt niets van in huis) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. daaj zieste nau ës nërgës, dassën echte hauskat (=die vrouw gaat nergens, ze sluit zich op in huis) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. Daor liggen de muzen dood veur de kaaste (=Geen kruimel brood in huis hebben) (Giethoorns)
  11. Daor liggen de muzen dood veur de kaaste (=Geen kruimel brood meer in huis) (Giethoorns)
  12. Dar bin ze zo aarm, daor liggen de muzen dood veur de kaaste (=geen kruimel brood meer in huis) (Giethoorns)
  13. de goit verzette Kan ook gewoon in huis op de wc. (=urineren (buiten)) (Westfries)
  14. de hoês geen heil koe te kope aste on e glaos mëlk genoeg hëbs (=haal je niet zomaar een vrouw in huis) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. De mam had de boks ah (=Moeder is de baas in huis) (Ubachsbergs)
  16. De vrouw en de plus, die euren in uus (=Gieters gezegdede vrouw en de poes horen in huis) (Giethoorns)
  17. De vrouwe en de puus,, die euren in uus. uus (=De vrouw en de poes die horen in huis te zijn) (Giethoorns)
  18. die frou het de boks an (inne huus) (=die vrouw is de baas in huis) (Leewarders)
  19. dur kan 'n bleind perd niks kepot maake (=ze hebben niet veel van waarde in huis staan) (Astens)
  20. Echo in de koelkast (=Geen eten in huis) (Rotterdams)
  21. ge kunt vur un eindje worst gin heel verreke in huis hoale (=Geen zin om opnieuw te trouwen van een weduwe) (brabants)
  22. het kot was te klaan (=er was heibel in huis) (winksels)
  23. hommeles ien 'e keet (=ruzie in huis) (Westerkwartiers)
  24. ij mag tur daor nie inkomme (=hij wordt daar niet in huis toegelaten) (Oudenbosch)
  25. ik goa nie vur un stukske worst un hil vereke (vent) in haus hoalen! (=Ik ga voor een stukje worst geen heel varken (een man) in huis halen!) (Brabants)
  26. kranewaken (='s nachts doelloos in huis rondlopen omdat je niet kunt slapen) (Kampers)
  27. n sjroepsnië konste krijge (=ik heb niets in huis (nu je op bezoek bent) ) (Bilzers)
  28. naach Geraar ! (=daar komt niets van in huis !) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. nen lang wief scheelt nen ledder in hoes (=een lange vrouw scheelt een ladder in huis) (Twents)
  30. niks mei èn het tink hëbbë (=geen eten of drinken meer in huis hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. t' ès kaad in de brak (=het is koud in huis) (Bilzers)
  32. tarara gaai (=daar komt niks van in huis van wat jij wil) (antwerps)
  33. thoes in hoes zit een moes onder de toffel (=thuis in huis zit een muis onder de tafel) (Overpelts)
  34. thôôs in hôôs zit ter 'n môôs (=thuis in huis zit een muis) (Heusdens)
  35. ut is hijt int kot (=Het is heet in huis) (Luyksgestels)
  36. vae aete wot de pot sjaf (=wij eten wat er in huis is) (Bilzers)
  37. vërdaste zën K...t gedréd hëbs èssët lëgaer èn haus (=het is al ruzie in huis voor je het huis verlaten hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. vieël beloeëve en weineg gaeve, deete gekke èn vrieëgde laeve (=altijd maar beloven en niets komt ervan in huis) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. Ze het de boks an (=Ze is de baas in huis) (Liessents)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen