7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hul`
- belofte maakt schuld (=als je iets beloofd hebt moet je dat ook nakomen)
- de vermoorde onschuld spelen (=net doen alsof je van niets weet)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- in zijn schulp kruipen (=zich in zichzelf terugtrekken, niet verder aandringen)
- je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft)
- waar twee kijven hebben twee schuld (=beide personen hebben schuld als ze ruzie met elkaar maken)
- zo onschuldig als een pasgeboren kind (=zeer onschuldig)
76 betekenissen bevatten `hul`
- in de schoenen schuiven (=(vaak onterecht) beschuldigen)
- bij iemand in het krijt staan (=aan iemand iets schuldig zijn)
- het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
- als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
- zitten alsof men een luis in zijn oor heeft (=alsof hij door zijn geweten beschuldigd wordt)
- altijd de kwade pier zijn (=altijd als de schuldige aangewezen worden)
- waar twee kijven hebben twee schuld (=beide personen hebben schuld als ze ruzie met elkaar maken)
- met hangende pootjes thuiskomen (=bewust van schuld (thuis)komen / zeer tegen zijn zin)
- zoden aan de dijk zetten (=daadwerkelijk hulp verschaffen)
- de kraan dichtdraaien (=de (financiële) hulp sterk verminderen of stopzetten)
- de eigen boontjes doppen (=de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen)
- op de pianist schieten (=de onschuldige (de brenger van het nieuws) straffen)
- de mug uitzuigen en de kameel doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaamteloos zondigen)
- de zwartepiet doorspelen (=de schuld doorschuiven)
- de zwartepiet krijgen (=de schuld krijgen)
- de wrijfpaal zijn (=de schuld krijgen (van alles))
- een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
- de kwaaie pier (=de schuldige)
- de dader ligt op het kerkhof (=de schuldige is niet te vinden)
- scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
- je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft)
- goed gereedschap is het halve werk (=door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard)
- een zware pijp roken (=door eigen schuld in moeilijkheden komen)
- met gesloten beurs betalen (=door middel van een wederzijdse schuld het bedrag verrekenen)
- de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet (=een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft)
- een beerput opentrekken (=een geheim onthullen of schandalen blootleggen.)
- een wolf in de schaapskooi. (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- een wolf in schaapskleren (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- een vogel voor de kat (=een hulpeloos slachtoffer, dat niet meer gered kan worden)
- een tipje van de sluier oplichten (=een klein stukje van het onbekende onthullen)
- te boek staan. (=een schuld hebben.)
- er debet aan zijn (=er schuldig aan zijn)
- de zondebok zijn (=ergens de schuld van krijgen)
- je kruk ergens tussen steken (=ergens ter hulp komen)
- wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert)
- het ene gat met het andere stoppen (=het slecht beheren van geld door met de ene schuld de andere af te lossen)
- bij iemand aankloppen (=hulp vragen)
- ieder moet zijn eigen stoep schoonvegen (=ieder moet zijn eigen problemen oplossen - zich afvragen of hij zelf schuldig is)
- iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
- iemand iets voor de voeten werpen (=iemand beschuldigen van iets)
- iemand in de arm nemen (=iemand de hulp vragen om te ondersteunen)
- een schurftig paard vreest de roskam (=iemand die aan iets schuldig is, heeft liever niet dat datgeen onderzocht wordt)
- vurige kolen op iemands hoofd stapelen (=iemand een groot schuldgevoel geven door hem onverdiende lof of vriendelijkheid te geven.)
- iemand een smet aanwrijven (=iemand van iets beschuldigen)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- nood leert bidden (=in nood leert men anderen om hulp vragen)
- het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf)
- geef een ezel haver en hij loopt naar de distels. (=mensen zijn soms koppig en willen geen hulp of advies)
- met het ongewapend oog (=met het blote oog (zonder hulpmiddelen))
- met het blote oog (=met het oog te zien, zonder hulpmiddelen)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen