Spreekwoorden met `het er`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het er`

  1. het er niet bij laten zitten (=niet opgeven)
  2. het erg bont maken (=zich al te fel te buiten gaan)
  3. het ervan nemen (=ervan genieten - niet werken)

22 betekenissen bevatten `het er`

  1. als de nood aan de man komt (=als het ernstig wordt)
  2. als puntje bij paaltje komt (=als het erop aankomt)
  3. bij nacht zijn alle katjes grauw en alle mondjes even nauw (=als het erop aankomt zijn we allen gelijk)
  4. wie zwijgt, stemt toe (=als je het ergens niet mee eens bent, moet je het zeggen)
  5. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
  6. geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
  7. daar groeit het gras in de straten (=daar is het erg saai)
  8. een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
  9. het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
  10. het gras kunnen horen groeien (=erg verwaand zijn - ook gezegd als het ergens muisstil is)
  11. je moet om de beurt ademhalen (=gezegd als het erg druk is)
  12. je kan er je kont niet keren (=gezegd als het erg druk is)
  13. met de benen buiten hangen (=gezegd als het erg druk is)
  14. over de koppen kunnen lopen (=gezegd als het erg druk is)
  15. tegen de draad ingaan (=het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan)
  16. huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)
  17. op fluweel zitten (=het erg goed en gemakkelijk hebben)
  18. het wordt buigen of barsten (=het ergens op wagen)
  19. de boter eruit braden (=het ervan nemen)
  20. bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
  21. het klappen van de zweep kennen (=precies weten hoe het eraan toegaat, ervaren zijn)
  22. iemand mores leren (=wraak op iemand nemen en/of flink zeggen hoe het er voor staat)

50 dialectgezegden bevatten `het er`

  1. 'k heb ut dr neergelegen! (=Ik heb het er neergelegd!) (Rotterdams)
  2. 'k zeg maar niks / antwoord: / Maor God hoort ju bromme . (=ik zeg maar niets.. en dan antwoordt de ander: (maar je denkt het er het jouw van)) (Utrechts)
  3. ao puntje bie paoltje komt (=als het er op aan komt) (Kortemarks)
  4. As 't em knep (=Als het er op aan komt) (Giethoorns)
  5. As 't em knip (=Als het er op aan komt) (Giethoorns)
  6. As de knieper an boord komp (=Als het gaat knijpen, als het er op aan komt) (Giethoorns)
  7. As de knieper. An boord ,komt (=Als het er op aan komt) (Giethoorns)
  8. assët op sjoêpsjaere aon kump (=als het er op steekt, bij tijds zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. asset trûm geet (=als het er op aankomt) (Bilzers)
  10. assët wattër tot aon zën kin (mond) steet (=als het er op aan komt) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. ast op schopscheiren ankûmt (=Als het er op aan komt) (Lommels)
  12. bajoe bajee (=ik ben het er helemaal mee eens) (Tielts)
  13. Da's niet veel beschuitjies, geun ene flikker, noppes, nou daar ken je wel veul mee, ken het er af? (=Da's niet zoveel / bijzonders) (Utrechts)
  14. dae hèt ën graute maul, mér ë kleen pietsje (=hij zet wel een grote mond, maar als het er op aan komt duikt hij weg) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. Dae laef wie God in Frankriek (=Die heeft alles goed geregeld, en neemt het er van.) (Steins)
  16. dan smere we de botter aont plaffon (=dan zullen we het er goed van nemen) (Oudenbosch)
  17. das mich daën heile zaog nie wiëd (=ik wil het er niet over hebben, dat brengt alleen maar een hoop gezaag mee) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. De baker het er gien skuld an 'ehad. (=Iemand is hoogbejaard overleden.) (Zaans)
  19. de diene za nie mir moet'n weerekirren (=iemand die het er zich tijdens zijn leven van neemt) (Brakels)
  20. de érmoej kump tich tieëge (=je moet niet rondkijken, je ziet zo dat het er armoedig is) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. de mizieëre kump tich tieëge aon de vieërdieër (=je moet nog niet eens het heel huis bezien hebben om te weten dat het er maar armtierig uitziet) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. de rute is trut en at rint rint trin (=de ruit is er uit en als het regent regent het er in) (Izegems)
  23. de wiës toch goed ze héndsje oëpe te haage (=als het er op aan komt, weet je toch goed je hand open te houden om mee te profiteren) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. dich moks ët ook ternoë (=je doet het er zeker voor) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. doa het er zich mit gekloat (=daar heeft hij een vergissing mee begaan) (Susters)
  26. doa het er zich mit verpóp (platvloers) (=dat was boven zijn kunnen) (Susters)
  27. doar het er kaant oaregheid aan (=daar heeft hij veel plezier in) (Westerkwartiers)
  28. doë konste mèt ze boereverstand nie bij (=als iets boven je pet gaat, zit het er niet onder) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. doeë stërmpt het ! (=daar zit het er tegen !) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. geziegeterbegoton (=bij God je ziet het er aan!) (Antwerps)
  31. hae sting op zien echterste puët (=Hij was het er niet mee eens) (Steins)
  32. het er niks van meej gekregen (=Wanneer iemand er niks van snapt) (Benschops)
  33. ien tied'n van nood (=als het er echt op aan komt) (Westerkwartiers)
  34. kakele kinne ze allemaol, mer eier lègke det is get angers (=ze kunnen goed praten, maar als het er op aan komt dan…) (Heitsers)
  35. loat 't d'r moar deurhen glipp'n (=laat het er maar doorheen glijden) (Westerkwartiers)
  36. Mangs mö'j de bloom'n boet'n zett'n (=Soms moet je het er van nemen) (Twents)
  37. n mal figuur slon (=het er slecht vanaf brengen) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. Nem een möpke (koekje) bi-j de koffie. (=Neem het er van. Maak er het beste van.Kan ook ironisch bedoeld zijn.) (Achterhoeks)
  39. o 't ol te schietn en te viestn kwam (=als het er tenslotte op aan kwam) (Veurns)
  40. oat ol te schytn komt (=als het er op aan komt) (Lichtervelds)
  41. oët: Der ni aun oët gerauken (=het er moeilijk mee hebben) (Lebbeeks)
  42. Spattele waaj nen dievel ént wijwottervaot (=als het er op aankomt zijn we tot veel in staat) (Bilzers)
  43. stekt ons iër zijn oëgen nie oit (=leg het er niet vingerdik op) (Denderleeuws)
  44. Waart'r veul vollek? Da gao nogal! (=Was het er druk? Heel druk!) (Roosendaals)
  45. Waat hèt er mich nûw toch weer gedoan/ûtgevrète? (heel informeel) (=Wat heeft hij nu weer gedaan/uitgevreten?) (Brees)
  46. Wij bent het er niet over iens (=Wij zijn het er niet over eens) (Hoogeveens)
  47. Ze gat durre haag steijke (=Op het moment dat het er toe doet zich er niets meer van aan trekken en de anderen het probleem laten oplossenlaten oplo) (Koersels)
  48. ze hëbbenet doë grêlleg begojt (=ze hebben het er heel bruin gebakken) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. zëne botteram van twei kante sauze (=het er goed van nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. zoas 't reilt en zeilt (=zoals het er aan toe gaat) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen