39 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `her`
- aan een oud dak moet je veel herstellen (=verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud)
- achter de schermen (=daar waar men het niet ziet)
- achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
- achter de schermen kijken (=kijken waar men normaal niet kan of mag kijken)
- alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
- als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
- als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
- andere heren andere wetten (=nieuwe bazen willen nieuwe regels)
- arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
- bij schering en inslag gebeuren (=erg vaak gebeuren)
- dat is schering en inslag (=dat komt bijzonder vaak voor [onderdelen van een weefgetouw])
- de oren scherpen (=goed luisteren)
- de reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent (=geef niet op voor het doel geheel is bereikt)
- de schapen scheren (=gemakkelijk grote winsten maken)
- de scherpe kantjes er van afhalen. (=iets verzachten of minder extreem maken)
- een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verdringen)
- een kronkel in je hersens hebben (=vreemde gedachtes hebben)
- er de gek mee scheren (=iets of iemand bespotten)
- gereed geld dingt scherp. (=als je meteen betaalt gaat de verkoop sneller)
- gezouten scherts (=bijtende scherts)
- haarscherp (=(van een afbeelding) getrouw tot in fijne details)
- herenzonden boerenleed. (=de gewone mensen boeten voor de fouten van de mensen met macht)
- het oor scherpen/spitsen (=aandachtig luisteren)
- het puntje van een scherpe pen is `t felste wapen dat ik ken (=met een kritisch woord kan het meest worden bereikt)
- het warm water (her)uitvinden (=iets wat reeds lang bekend is, presenteren alsof het een originele innovatie is. (Niet verwarren met `het wiel opnieuw uitvinden`))
- hongerige luizen bijten scherp (=met de arme mensen heeft men de meeste last)
- je schaapjes scheren (=er de winst uithalen)
- klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)
- magere luizen bijten scherp (=met de armsten heb je de meeste last)
- men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
- met de hersens van een garnaal (=erg dom)
- met hoge heren is het kwaad kersen eten (=van de omgang met aanzienlijke personen moet men niet altijd voordeel verwachten)
- nieuwe heren nieuwe wetten (=nieuwe bazen vaardigen ook nieuwe regels uit)
- nieuwe messen snijden scherp (=met iets (iemand) nieuws is het aangenaam werken)
- scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
- strenge heren regeren niet lang (=wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk)
- uit de as herrijzen (=opnieuw opbouwen na een brand)
- wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag moet men zich onderwerpen)
- wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
41 betekenissen bevatten `her`
- op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
- de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
- als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
- onder dak zijn (=bescherming genieten - behoren bij)
- gezouten scherts (=bijtende scherts)
- de lakense bril erbij opzetten (=bijzonder scherp toekijken)
- als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
- de drager kan het beste zeggen waar de schoen wringt (=degene die een probleem heeft, kan de kern van dit probleem vaak het scherpste benoemen)
- tijd slijt (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- tijd heelt alle wonden (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
- een heilig huisje (=een herberg - een (voor de betrokkene) onaantastbare waarheid)
- een geeltje van de plank nemen (=een oude preek herhalen)
- de aardappelen afgieten (=een plasje doen door heren)
- de vijl erover laten gaan (=er de scherpe kantjes van afhalen)
- geen twee deuntjes voor één cent zingen (=geen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen)
- tabula rasa maken (=geheel herbeginnen - de boel helemaal opruimen)
- aan de beterhand (=genezend, herstellend)
- de keel kost veel (=herhaalde dronkenschap leidt tot armoede)
- het dunnetjes overdoen (=het nog een keertje op dezelfde manier herdoen)
- het ene gat met het andere stoppen (=het slecht beheren van geld door met de ene schuld de andere af te lossen)
- iemand onder zijn vleugels nemen (=iemand beschermen of verzorgen)
- iemands geheugen opfrissen (=iemand ergens aan herinneren)
- iemand de hand boven het hoofd houden (=iemand in bescherming nemen)
- iemand de tekst/les lezen (=iemand scherp berispen)
- iemand de duimschroeven aanzetten (=iemand scherp ondervragen, onder grote druk zetten)
- een knoop in zijn zakdoek leggen (=iets doen om ergens zeker aan herinnerd te worden)
- de ogen zijn de spiegels der ziel (=in de ogen van een persoon herkent men het karakter)
- voor dood achterlaten (=in de steek laten zonder hoop op herstel.)
- aan de beterende hand zijn (=langzaam genezen, herstellen)
- de hand met iets lichten (=niet scherp opletten, het niet te streng nemen)
- wie de pastoor niet eert, wie zijn absolutie riskeert (=om je ambitie te bereiken, moet je extra aardig zijn voor de hoge heren)
- komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
- malletje naar malletje (=op precies dezelfde wijze herhaald)
- naar het hoofd gooien/slingeren (=scherpe verwijten maken)
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
- altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
- hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
- het komt te paard en het gaat te voet. (=ziekte en ongeluk komen vaak heel plotseling, maar het duurt lang voordat men weer hersteld is)
- klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)
50 dialectgezegden bevatten `her`
- al geet de lieëge wol ës op hol, de woërd aaterholt hër wol (=beter gekwetst door de waarheid dan gesust door een leugen) (Munsterbilzen - Minsters)
- as daajet èn hër krolle hèt (=als ze haar zinnen daaop heeft gezet) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ne knijn reik noë stront, dan zoettër èn ën hin hër kont (=een konijn lust wel eens een kippetje) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj deed hër fëmiele graute sjaan aon (=ze is haar hele familie te schande) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj doog auttë loëte van hër pens nie (=die deugt helemaal niet !) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès nie op hër moennëkë (mondsje) gevalle (=zij is goed ter tale) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès op hër sondës geklèd (=die is mooi opgetut) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hër blumpke ès allang geplokke (=zij is geen maagd meer) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hër blumpkë ès allang geplokkë (=die is reeds lang geen maagd meer) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hër breidsje ès gebakke (=die heeft het voor mekaar) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hër haajskë ès mèr ne viërëk graut, ë kraupkietsjë (=haar huis is maar een voorschoot groot, een echt kruipgat) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hër hiësene zitte wol tèsse hër been (=zij laat haar gezin in de steek voor een jongere kerel) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hër koplampe branne nogals ès (=haar brsten steken ferm) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hër mëlk ès iëvër aoênt koêke (=haar onderrok hangt onderuit) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hër plaot blif hange (=het is een babbeltante) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt batse tot aoên hër kont (=ze heeft lange benen) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt batse tot aon hêr k... (=die heeft een dik achterste) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt de spènnëwubbe tèssën hër been (=wie niet waagt blijft maagd) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt dikke knoebële onder hër êrm (=dat is een luie trien) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt dikke knoebële onder hër erm (=ze is lui!) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt e gezich waajne klaun en dat steet hër nie sjaun (=die vrouw is lelijk met haar opgeverfd gezicht) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt hër eksternès haug hange, mér hër wolke hange get leig (=ze heeft lange benen maar slaphangende borsten) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt hër loetse wier (=zij heeft haar kleine (kwade) kantjes weer) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt sjimmel tësse hër batse ston (=die is nog maagd) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hètte sjummel tèsse hër been ston (=daar is in jaren geen man meer aan geweest) (Bilzers)
- daaj hèttët zwiël onder hër erm (=ze is lui (want heeft eelt onder haar armen)) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ho nogal krievel on hër K (=zij had geen zittend gat!) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hoch hër kries wir (=zij had haar crisis weer was onhandelbaar) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hult hërre portemënei tèsse hër knieë (=zij zit liever op geld dan op een man) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj lëp op hër lèste been (=ze gaat eerstdaags bevallen) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj vielde zich èn hër K. gebieëte (=ze voelde zich genomen) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj wor ferm èn her K gebieëte (=die was kwaad, zeg!) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj zit mèt hër pekskë opgesjieëp (=zij zit opgescheept met een zwangerschap) (Munsterbilzen - Minsters)
- daajhètter ooge nie èn hër maol zitte (=die loert nog niet een klein beetje) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae gaaptj zich oet de her (=hij gaapt flink (her = scharnieren, als de deur ‘oet de her’ hangt, dan hangt hij dus uit de scharnieren)) (Heitsers)
- dae hèt lang aater hër zitte te vange (=hij heeft er lang achter gelopen) (Munsterbilzen - Minsters)
- das tan vër de kat hër fiaul (=dat is vergeefse moeite, dient tot niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat goedje lijt henter en twenter (=dat spul ligt her en der verspreid) (Westerkwartiers)
- dat zal hër heilegans nie goje (=dat zal haar helemaal niet aanstaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons bekans hër ribbe tëlle (=die is graatmager) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons daaj hêr ribbe mekan tëlle (=ze is graatmager) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë ès gee vrooke zoe erm of ze mok mèt lichmës hër pennëke werm (=op 2 februari, olv-lichtmis, is het traditie om pannenkoeken te bakken) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë vènd ën kat hër joeng nimei èn trèg (=dat is een hopeloze opdracht) (Munsterbilzen - Minsters)
- Doë wos geen haage aon hér (=Zij was niet te houden) (Bilzers)
- Dur dej her poeten kunder e vèrreke doortrekken (=Ze heeft o- benen) (Koersels)
- èn daaj hër tente kan den heile chiro van Eek gojn sloeëpe (=zij draagt een enorm grote BH) (Munsterbilzen - Minsters)
- gee vroo zoe erm of ze mok hër pennëke werm (=een pannenkoekje kan er altijd af) (Munsterbilzen - Minsters)
- haaj vènd zelfs n kat hër joeng nimei trèg (=wat een rommel!) (Munsterbilzen - Minsters)
- haat tich mèr goed mèt daaj, daaj hër aars zitten ter goed èn (=blijf daar maar op goede voet mee, want die zijn rijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- hër blumpke ès al lang geplokke (=ze is geen maagd meer) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen