7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `geweest`
- als hadden geweest is, is hebben te laat. (=niet zeuren over gedane zaken)
- de koe is vergeten dat hij kalf geweest is. (=zeurende ouderen vergeten dat ze vroeger ook wild waren)
- had je me gisteren gehuurd dan was ik vandaag je knecht geweest (=je moet zo niet commanderen - dat doe ik gewoon niet!)
- in Rome geweest zijn, maar de Paus gemist hebben (=het belangrijkste laten schieten)
- met de prins over de Maas geweest zijn (=veel meegemaakt hebben)
- met Noach in de ark geweest zijn (=erg oud(erwets) en uit de mode zijn)
- op het glazen bruggetje geweest zijn (=in doodsgevaar zijn geweest, op het nippertje ontsnappen)
6 betekenissen bevatten `geweest`
- iets uit de eerste hand hebben (=ergens zelf bij zijn geweest of hebben gehoord van iemand die het zelf heeft meegemaakt)
- `t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
- op het glazen bruggetje geweest zijn (=in doodsgevaar zijn geweest, op het nippertje ontsnappen)
- nakaarten heeft geen zin (=men moet niet doorgaan met zeuren over iets dat al geweest is)
- door de kajuitsramen aan boord komen (=onmiddellijk bevelhebber worden, zonder eerste ondergeschikte te zijn geweest)
- goed boeren / goed geboerd hebben (=succesvol geweest zijn, vooral financieel)
50 dialectgezegden bevatten `geweest`
- 'k èn dur min bekomst van (=het is genoeg geweest) (Sint-Niklaas)
- 'keb eur is goe gepakt (=ik ben met haar naar bed geweest) (Antwerps)
- 'kep eur alle oeke van de slopkaomer loate zing (=ik ben met haar naar bed geweest) (Antwerps)
- 't ee oltijd azooë eweest (=het is altijd zo geweest) (Waregems)
- 't es aulzèlèven azuë geweest (='t is altijd zo geweest) (Meers)
- 't hé wel gewist (='t Is genoeg geweest) (Bevers)
- 't is mooi west (='t is mooi geweest) (Westerkwartiers)
- 'T was mar un blauwe maendag (=Als iemand ergens kort lid / bij is geweest) (Flakkees)
- 't was't zij (=zij is het geweest) (Kaprijks)
- 't za wel aw nekieër beginn schikt, zekere (=het is genoeg geweest) (Kaprijks)
- 't zad aw nekieër schieëdn zekers (='t is al genoeg geweest) (Kaprijks)
- 't zadd'aw schiehn (=het is genoeg geweest) (Eekloos)
- ‘k zij d’er espres achter geweest (=Ik ben dat speciaal gaan halen) (Kaprijks)
- ' t is mooi ewes (=Het is mooi geweest) (Sallands)
- Aa is tot e kot in de nacht oep stap geweest (=Hij is heel laat op stap geweest) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- an de rol weest (=met iemand naar bed geweest zijn) (Westfries)
- as m n taante n manneke waar gewiest dan waarut m n oom (=als dat anders was geweest) (Oudenbosch)
- asse wiese dèt was, zon ze wèl gewist zèèn. (=als ze geweten hadden dat het doorging, zouden ze wel aanwezig geweest zijn.) (Tilburgs)
- Bèsse van de trap aaf gevalle?? (=opmerking aan iemand die net naar de kapper is geweest (3) ) (Steins)
- d'n die is tussuh de kaien geweest (=die man is gecastreerd) (Hendrik-Ido-Ambachts)
- daaj hètte sjummel tèsse hër been ston (=daar is in jaren geen man meer aan geweest) (Bilzers)
- dae ès mèttë broekeriem grautgebraach (=die is streng behandeld geweest om hem goede manieren in te pompen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès nog nauts oppen ander gewès (=hij is nog nooit buitenshuis geweest) (Munsterbilzen - Minsters)
- daor istie nie mir overeene gekomme (=dat is voor hem altijd te veel geweest) (Oudenbosch)
- daorebbe we geluk mee gat (=dat is een meevaller geweest) (Oudenbosch)
- Dat zou ook een leuk idee geweest kunnen zijn! (=Dat was een leuk idee!) (Brabants)
- De dikste proemen bent schud (=Het belangrijkste is geweest) (Drents)
- dea es oup zenne zaap geweést (=dronken thuis komen) (Tiens)
- deris daor ontaort veul volluk gewiest (=er zijn daar heel veel mensen geweest) (Oudenbosch)
- die beeëste is ol esproeng'n ewist (=dat dier is al bezaaid / gedekt geweest) (Veurns)
- die eet neefste de pot gepist (=hij heeft vreemd geweest) (Waaslands)
- diejis bekaant vannut matje gewiest (=hij is bijna dood geweest) (Oudenbosch)
- emmettem gevuugt (=hij is braaf geweest) (Diesters)
- ewes hem'm (=geweest zijn) (Vechtdals)
- gaat goaën joat (='t is nu wel genoeg geweest) (Kaprijks)
- gè dal ongderd (=hou maar op 't is genoeg geweest) (Sint-Niklaas)
- Get hondert, tes goe hee; est goe; ichem er nij genoeg van (=het is genoeg geweest) (Diesters)
- geweest ên (geweest hebben) (=geweest zijn) (Kaprijks)
- Gewièst (=geweest) (Heusdens)
- hae és nog nautte dieër aut gewés (=hij is nooit op reis geweest) (Bilzers)
- hëbste sjrik dattët haus op tich ènvult (=je bent hier al lang niet meer over de vloer geweest) (Munsterbilzen - Minsters)
- Het je weer met je reet omhoug sleipen?
Zo, jo, lekker deurzakt gusteren? (=Flink aan de borrel geweest) (Westfries)
- hij heefd een toakelinge gehad (=hij is zwaar ziek geweest) (Ursels)
- Hübste ze létte vérve of autblétse (=Ben je met Pasen ook naar de kliniek geweest) (Bilzers)
- ich zen noo de noishool gegoon (=ik ben naar de naaishool geweest) (Lummens)
- iêlkën aaë waajzë aajl ès auts een aajlskeikë gewès (=je moet ooit jong en dom geweest zijn om oud en slim te kunnen worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- ij ee nor de schoole geweest binst de speeltijd (=hij heeft niets opgestoken in de school) (Brakels)
- ijee altij gezope asun eggel (=hij is een groot innemer geweest) (Oudenbosch)
- ijee oute pijle / ooi geschete (=hij is erg bang geweest) (Oudenbosch)
- ijeettum nog lang zitte rije (=hij is nog lang kwaad geweest) (Oudenbosch)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen