Spreekwoorden met `getrouw`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `getrouw`

  1. er niet mee getrouwd zijn (=er niet aan vastzitten, er niet toe verplicht zijn)
  2. getrouwd zijn over de puthaak (=onwettig samenwonen)
  3. onder de bezem getrouwd zijn (=ongetrouwd samenwonen)
  4. over de puthaak getrouwd (=onwettig samenwonend)
  5. zo zijn we niet getrouwd (=op die manier iets niet afgesproken hebben)

9 betekenissen bevatten `getrouw`

  1. haarscherp (=(van een afbeelding) getrouw tot in fijne details)
  2. je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
  3. je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
  4. het ei met de kip krijgen (=een vrouw getrouwd met een kind trouwen)
  5. ten voeten uit (=letterlijk: de volledige gestalte is afgebeeld; figuurlijk: een getrouwe persoonsbeschrijving)
  6. je eieren goed naar de markt brengen (=met een rijke vrouw getrouwd zijn)
  7. onder de bezem getrouwd zijn (=ongetrouwd samenwonen)
  8. aan de scharrel zijn (=verkeren zonder verloofd of getrouwd te zijn)
  9. in de fuik zijn (=verloofd of getrouwd)

Eén dialectgezegde bevat `getrouw`

  1. wie langer daste getraud bès, wie liever daste zenen hond zies (=een hond is een getrouw dier) (Munsterbilzen - Minsters)

Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen