5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `getrouw`
- er niet mee getrouwd zijn (=er niet aan vastzitten, er niet toe verplicht zijn)
- getrouwd zijn over de puthaak (=onwettig samenwonen)
- onder de bezem getrouwd zijn (=ongetrouwd samenwonen)
- over de puthaak getrouwd (=onwettig samenwonend)
- zo zijn we niet getrouwd (=op die manier iets niet afgesproken hebben)
9 betekenissen bevatten `getrouw`
- haarscherp (=(van een afbeelding) getrouw tot in fijne details)
- je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
- je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
- het ei met de kip krijgen (=een vrouw getrouwd met een kind trouwen)
- ten voeten uit (=letterlijk: de volledige gestalte is afgebeeld; figuurlijk: een getrouwe persoonsbeschrijving)
- je eieren goed naar de markt brengen (=met een rijke vrouw getrouwd zijn)
- onder de bezem getrouwd zijn (=ongetrouwd samenwonen)
- aan de scharrel zijn (=verkeren zonder verloofd of getrouwd te zijn)
- in de fuik zijn (=verloofd of getrouwd)
Eén dialectgezegde bevat `getrouw`
- wie langer daste getraud bès, wie liever daste zenen hond zies (=een hond is een getrouw dier) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen