9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `geeft`
- als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
- ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
- daar geeft de lommerd geen geld op (=daar heb ik niets aan - dat geloof ik niet)
- dat geeft de burger moed (=dat doet goed)
- een natte mei geeft boter in de wei (=weerspreuk)
- handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)
- hij geeft niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen (=overal voordeel uit halen, ongeacht gevolgen voor anderen)
- ook de beste boom geeft slechte vruchten (=zelfs goede ouders kunnen kinderen hebben die het verkeerde pad inslaan.)
- wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
15 betekenissen bevatten `geeft`
- aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
- mal moertje mal kindje (=als de moeder te veel toegeeft zal het kind niet deugen)
- laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
- wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
- april doet wat hij wil (=april geeft onvoorspelbaar weer)
- advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
- nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
- het geld brandt hem in de zak (=hij geeft zijn geld graag en gemakkelijk uit)
- de das omdoen (=iets dat problemen geeft)
- een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
- een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
- het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf)
- de gestadige jager wint (=regelmatig doorzetten geeft het beste resultaat)
- getroffen zijn door (=wat je bijzondere gevoelens geeft, geraakt zijn door)
- een vette keuken een mager testament (=wie veel uitgeeft tijdens het leven, laat weinig na)
50 dialectgezegden bevatten `geeft`
- 'n bloemeke geeft wa fleur in a kaumer (=een bloemetje brengt wat kleur in je kamer) (Meers)
- 't besant nie (=het geeft niet) (Deinzes)
- 't besant nie (=het geeft niet) (Ouwegems)
- 't dut niks heur (=het geeft niet hoor) (Westerkwartiers)
- 't en messant nie (=Het geeft niet) (Hansbeeks)
- 't geld glid 'em deur de vingers hen (=hij geeft gemakkelijk veel geld uit) (Westerkwartiers)
- 't Is leg en kriegweer (=Het is boter aan de galg, het geeft niks) (Giethoorns)
- 't is niks (=het geeft niet) (Antwerps)
- 't mesan't nië (=het geeft niets) (West-vlaams)
- ' t en massant niet (=het geeft niet, maakt niets uit) (Brakels)
- a ee zèn tong verloren (=hij zwijgt en geen antwoord geeft op een vraag) (Meers)
- a smèitj èm (=hij geeft zich volledig, hij gaat volledig op in het spel) (Meers)
- Afsmoorder (=Iemand die altijd sigaretten van een ander aanneemt maar nooit geen terug geeft) (Amsterdams)
- Alles mit maote,zee de snieder en sleug zien vrouwe mit de ellestok (=Een ellestok is dun en geeft minder pijn maar straft wel) (Giethoorns)
- as de één hand de aander was, dan zin ze alle twei zieëver (=mekaar helpen geeft altijd een win-win situatie) (Munsterbilzen - Minsters)
- Bènde gek! (=geeft niet / Maak je geen zorgen!) (Helenaveens)
- Besann't niet? Van gjèn kant'n! (=geeft het niet? Helemaal niet!) (Wevelgems)
- da ' n besan (t) nie (='t geeft niet (zalvend) ) (Waregems)
- da besan niet (=dat geeft niet) (Deinzes)
- da besang nie (=dat geeft niet) (Eekloos)
- Da bessan nie. (=Dat geeft niet.) (Zwevegems)
- da et gen broëd (=het geeft niet als er te veel is) (Westels)
- da gef nie, heur! (=dat geeft niet, hoor!) (Vechtdals)
- da gif nie, tgif nie (=het geeft niet) (Sint-Niklaas)
- da maak gien donder. (=dat geeft niet, hoor!) (Vechtdals)
- Da mesan niet (=Dat geeft niet) (Waarschoots)
- da messan-nie / da pessan-nie (=dat geeft niet) (Kaprijks)
- da messant nie (=dat geeft niet) (West Zeeuws Vlaams)
- dae ‘t breid haet leutj ‘t breid hange (=wie veel heeft, geeft veel uit) (Heitsers)
- dae ‘t breid haet, leutj ‘t breid hange (=wie veel heeft, geeft veel uit) (Heitsers)
- dae /det pasjde mit veer tiène (toepen, kaartspel) (=als iemand (hij / zij) zich gewonnen geeft /ondanks hele goede kansen toch stoppen met spelen bij zekere winst (eigenlijk omdat iemand zich moet schamen voor iets)) (Sint-joasters)
- dae geuftj de baom oet de bòks (=hij geeft alles weg) (Heitsers)
- dae geuftj óm de duvel nog zien moor (=hij geeft nergens iets om) (Heitsers)
- dae geuftj wie ein vorse koe (=hij is royaal; hij geeft z’n geld makkelijk weg) (Heitsers)
- dae hèt viel naute op zene zank (=hij geeft veel commentaar) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae sjit mij dan datter it (=die geeft meer uit dan dat hij verdient) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae stik alle geld lengs zën batsen aof (=hij geeft weinig uit) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae vaegdj de vot ane däörstiel aaf (=hij geeft nergens iets om, heeft overal lak aan) (Heitsers)
- Dat geeft best wat voor ons. (=Daar verdienen we best goed aan.) (Bollenstreeks)
- dat het 'n roare noasmoak (=dat geeft achteraf een naar gevoel) (Westerkwartiers)
- Dat skeelt een vak in hois. (=Dat ruimt op. Dat geeft rust.) (Zaans)
- dat watterzonnëkë vërspëlt niks goeds (=zon met een waterkring errond geeft geen goede vooruitzichten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de flosj pakk'n (=kwast op de kermismolen (die recht geeft op een gratis rit)) (Meers)
- de gifs; de langs (=je geeft) (Bilzers)
- dè nukt nie! (=dat geeft niets!) (Tilburgs)
- de zonne geeft (=heel warm in de zon) (Giesbaargs)
- Die ef de ogen groter dan de maege (=geeft meer uit dan het toe laat) (Giethoorns)
- die géft nergus gén bôl um! (=hij geeft nergens niks om) (Budels)
- die holt zich op ' e vlakte (=die geeft zijn mening niet prijs) (Westerkwartiers)
- Die ken 't heit douge (=Hij geeft geen krimp, doet 'm heel weinig!) (Westfries)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen