Eén spreekwoord bevat `fret`
- voor de fret zijn (=van lekker eten houden)
10 dialectgezegden bevatten `fret`
- Col en manchette en ‘t ois gienne fret (=Opgetutte man) (Brussels)
- da blet, da schet, da fret & da zekt (=dat huilt, dat kakt, dat eet en dat pist) (Antwerps)
- fret va je gat tis gin vriedag (=geen zin hebben in eten of drinken) (West-Vlaams)
- grosj en fier, kol en manchet, thois giëne fret (=hovaardig naar buiten uit, maar in werkelijkheid is het veel minder, schone schijn dus) (Aalsters)
- je fret ze zelvn up (=hij kan zijn verdriet niet verwerken) (Kortemarks)
- kol en mansjet en thoeis giene fret (=iemand die geen geld heeft maar doet alsof hij er wel heeft) (tervurens)
- kol en mansjet en thuis giëne fret (=hij houdt de schijn op) (Melseels)
- kruupt in je boom en fret banannen (=oh man!) (Brugs)
- OS je da niet mag fret bèiten (=Als je dit niet lust, eet bieten) (Gistels)
- wat de boer net kin, dat fret er net (=wat de boer niet kent, dat eet hij niet) (Fries)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen