12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `eruit`
- achteruit gaan als een hollend paard (=snel terrein verliezen)
- achteruit zeilen (=slechter worden)
- de boter eruit braden (=het ervan nemen)
- de klok achteruit zetten (=terug naar oude toestanden gaan)
- eruit komen (=een oplossing vinden)
- eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
- eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
- eruit zien om door een ringetje te halen (=er keurig uitzien)
- het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- je ziet eruit als een afgegoten patat (=katerig)
- stilstand is achteruitgang. (=stil blijven staan leidt tot relatieve achteruitgang ten opzichte van anderen die vooruitgang boeken)
- zo komt het luie zweet eruit (=gezegd van iemand die hard werkt)
5 betekenissen bevatten `eruit`
- je in allerlei bochten wringen (=er op alle mogelijke wijzen proberen onderuit te geraken)
- altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruitgang))
- in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
- stilstand is achteruitgang. (=stil blijven staan leidt tot relatieve achteruitgang ten opzichte van anderen die vooruitgang boeken)
- rust roest (=wanneer je niets doet gaat je vermogen achteruit)
24 dialectgezegden bevatten `eruit`
- 'k zal dij d'r uut benzeln (=ik zal jou eruit gooien) (Westerkwartiers)
- as wiej der oet zeet (=als wij eruit zien) (Twents)
- da'k-et ziuë lieëlek moe zèën (=het is eruit (gezegd)) (Kaprijks)
- dat knipp'n we d'r uut (=knippen - dat knippen we eruit) (Westerkwartiers)
- De EL komt erûit doe de déjr dicht want de EL komt er in. (=Er komt erg koude lucht naar binnen. Doe de deur dicht, t wordt erg koud hier) (Volendams)
- de grap ès nau wol traut (=de aardigheid is nu wel eruit) (Munsterbilzen - Minsters)
- de joeng gon auttet nès valle (=de boezem dreigt eruit te glippen) (Bilzers)
- de zos ëm ongebich te këmiene gaeve (=hij is niet zo braaf als hij eruit ziet) (Munsterbilzen - Minsters)
- den snut ze (=Veel geld eruit halen) (Genneps)
- doar is 't gat van de deur!! (=eruit jij!!!) (Westerkwartiers)
- doar is't goit van den temmerman (=iemand eruit gooien (de deur wijzen)) (Kaprijks)
- hij het zien gal spijd (=hij heeft eruit gegooid wat hem dwars zat) (Westerkwartiers)
- hij wrong zich ien alle bocht'n (=hij probeerde slinks zich eruit te praten) (Westerkwartiers)
- hür joeng gon autvliege (=ze puilen eruit) (Bilzers)
- iemand duruit bossen (=iemand eruit gooien) (Brabants)
- Ik ha de put derút! (=Ik heb de put eruit) (Fries)
- Maukt da ge weg zijt of 'k geef au nen trok in a ol (=Ga weg voor ik je eruit gooi!) (Temses)
- mee zèen klieken en zèen klakken buitengevlogen ( Fr. ses cliques et ses claques) (=eruit getrapt zijn) (Wichels)
- neijt ' m er noe is uit (=en nou eruit) (Bergs)
- scheert eruit (=wil je ophouden) (nieuwmoers)
- uut mun kot gie! (=eruit jij!) (Brugs)
- Z'n padje schôôn veehe (=Zich eruit praten) (Zeeuws)
- ze benn'n d'r uut smeet'n (=smijten - zij zijn eruit gesmeten) (Westerkwartiers)
- ze wil 't onnerste uut de kaan (=zij wil eruit halen wat erin zit) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen