Spreekwoorden met `er mee`

Zoek

6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `er mee`

  1. als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
  2. er mee voor de draad komen (=zeggen wat de precieze bedoeling is)
  3. er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
  4. het is of de drommel er mee speelt. (=zo veel tegenslagen dat het absurd wordt)
  5. het kan er mee door (=het gaat wel, het is aanvaardbaar)
  6. ieder meent dat zijn eigen pak het zwaarst is. (=mensen overdrijven hun eigen moeilijkheden in vergelijking met die van anderen)

12 betekenissen bevatten `er mee`

  1. hoe meer vis, hoe droever water (=als er meer mensen komen valt er minder te verdelen (erfenissen))
  2. wie scheep is moet varen (=als je ergens aan begonnen bent moet je er mee voortdoen)
  3. nood breekt wet (=bij moeilijke omstandigheden is er meer geoorloofd)
  4. voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)
  5. al voor heter vuren gestaan hebben (=er erger meegemaakt hebben)
  6. er werk van maken (=er mee aan de gang gaan)
  7. tegen de draad ingaan (=het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan)
  8. niet kunnen heksen (=het niet zo snel afkunnen - er meer tijd voor nodig hebben)
  9. het is goed aan hem besteed (=hij verdient het, hij zal er op de goede manier mee omgaan)
  10. overstag gaan (=na aandringen/lang er mee wachten toegeven)
  11. je aardappelen op hebben (=niet verder meer kunnen)
  12. nog nat(/ niet droog) achter de oren zijn (=nog uiterst onervaren zijn, zodat men er niet over mee kan praten)

36 dialectgezegden bevatten `er mee`

  1. 'k Schieen der uit (=Ik stop er mee) (Bevers)
  2. 't Schoup is de preut af (='t Is er mee gedaan) (Bevers)
  3. a-ge-r nie meej schreuwe most, dan most te-r meej laage (=als je er niet mee huilen moest, dan moest je er mee lachen) (Tilburgs)
  4. aot jn êrte vermag (=als je er mee akkoord bent) (Kortemarks)
  5. as et nog lang doert, zal et rap gedon zin (=als ik er nerveus van word, stop ik er mee) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. as twie hun vechte um e bien, dan lup de 3de dermee hien (=als 2 honden vechten om een been, loopt de 3de er mee heen) (Rekems)
  7. Asof de duvel er mee speult (=Of het zo moest zijn) (Giethoorns)
  8. dazs heilegans geen kontraore (=dat ziet er mee een knappe griet uit) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. de mèn wo-t-ur meej paase. (=mijn vrouw wou er mee ophouden) (Tilburgs)
  10. de pin trèn howe (=er mee ophouden) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. de pin trèn howe (vër vëndaog) (=er mee stoppen (met werken voor vandaag)) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. dich hëbs goed laachte (=jij hebt er geen last van, maar ik zit er mee) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. donderstraolt op/ ( een end hêên. ) (=Hou er mee op, niet doen, nee geen zin in , ga weg, echt waar ,) (Utrechts)
  14. e schid uut (=hij stopt er mee) (Veurns)
  15. er mee nen riek gestoken zijn (=er altijd zijn als er iets te halen is) (Graauws)
  16. Ge zijt er mee aan 't loteren (=U bent met mijn voeten aan het spelen) (Zelzaats)
  17. hae deut ziêne slieps aaf (=hij stopt er mee) (Weerts)
  18. hae vig ter zen sjink aon (=de beenhouwer kapt er mee) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. Hij/het Schee er mee uit. (=het / hij stopte / het apparaat weigert / de auto start niet meer) (Utrechts)
  20. ich houw de pin d'r in (=ik stop er mee) (Nunûms)
  21. Ich kus men schup af (=Ik hou er mee op, ik ga naar huis) (Berings)
  22. ijistur mee vandeur (=hij is er mee vandoor gegaan) (Oudenbosch)
  23. ik gô voor (s) t (=ik ben er mee weg) (Sint-Niklaas)
  24. ik schaai er mee uit (=ik stop ermee) (nieuwkuijks)
  25. Ik scheer er mee ut (=Ik stop ermee) (Balens)
  26. ik schei er out / uit (=Ik houd er mee op) (Ossies)
  27. Ik veeg me reet er mee af (=Ik laat me er niet door imponeren) (Bargoens)
  28. Ik zij wieppes (=Ik ben er mee weg) (Bevers)
  29. je moet er jne pap mee koeln (=je zit er mee opgescheept) (Lichtervelds)
  30. Klotter mei oan (=Kloot er mee aan.) (Hamonter)
  31. n striep tronder trèkke (=er mee ophouden) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. te kernobus kome (=er mee moeten voor de dag komen) (Schunnebroecks)
  33. veul zeeg'n d'r met (=veel geluk er mee) (Westerkwartiers)
  34. Wat mut ik`r mit (=Wat moet ik er mee) (Hoogeveens)
  35. wimpële (=met iets bluffen (door opvallend er mee bezig te zijn) ) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. zidder weer ne nannekes nest van ont moaken tèn? (=het duurt weer lang voor je er mee gedaan hebt hé!) (Sint-Niklaas)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen