22 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `enne`
- bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
- de kaart van het land kennen (=de omstandigheden kennen)
- door en door kennen (=precies weten hoe iemand is)
- door het hennepen venster kijken (=opgehangen worden)
- een antenne hebben voor iets (=iets goed aanvoelen)
- een hennentaster (=iemand die zich druk maakt om ongelegde eieren)
- geen a voor een b kennen (=erg dom zijn)
- het klappen van de zweep kennen (=precies weten hoe het eraan toegaat, ervaren zijn)
- het verschil tussen mijn en dijn niet kennen (=stelen)
- iemand van haver tot gort kennen (=iemands persoonlijkheid helemaal kennen)
- in nood leert men zijn vrienden kennen (=wanneer men in de problemen zit wordt duidelijk welke vrienden daadwerkelijk iets voor je willen betekenen)
- je hand in een wespennest steken (=zich bemoeien met een problematisch onderwerp en wellicht daardoor zelf moeilijkheden krijgen)
- je laten kennen (=het (al te vroeg) opgeven)
- je niet laten kennen (=het niet te vlug opgeven)
- je pappenheimers kennen (=weten met wie men te maken heeft)
- kleur bekennen (=voor zijn standpunt uit moeten komen)
- met een kennersblik bekijken (=met kennis van zaken beoordelen)
- nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
- nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
- op je duimpje kennen (=heel goed kennen, van buiten weten)
- te kennen geven (=laten verstaan)
- zuidwest, regennest. (=met een zuidwesten wind komt vaak regen)
25 betekenissen bevatten `enne`
- dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
- de kaart van het land kennen (=de omstandigheden kennen)
- schrijven en wrijven (=een pennenstrijd voeren)
- heg noch steg weten (=ergens de omgeving totaal niet kennen)
- er heg noch steg weten (=ergens de weg niet kennen)
- er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
- geen hart in het lijf hebben (=geen greintje medelijden kennen)
- bij kleine hapjes leert men een hond eten. (=geleidelijk aan kun je zelfs aan onmogelijke dingen wennen.)
- op je duimpje kennen (=heel goed kennen, van buiten weten)
- struisvogelpolitiek (=het negeren of ontkennen van een probleem in de hoop dat het vanzelf verdwijnt.)
- de wijde wereld intrekken (=het verkennen van nieuwe plaatsen, ervaringen en mogelijkheden buiten het vertrouwde)
- hoe een dubbeltje rollen kan (=hoe iets een onverwacht verloop kan kennen)
- een zak zout met iemand gegeten hebben (=iemand al lang kennen)
- in zijn zak hebben (=iemand goed kennen, iets helemaal begrijpen, iets voor elkaar hebben)
- iemand van haver tot gort kennen (=iemands persoonlijkheid helemaal kennen)
- van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
- zelfkennis is het begin van alle wijsheid (=men moet eerst zichzelf kennen om verdere kennis te kunnen verwerven)
- wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (=mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
- op het zondaarsbankje zitten (=schuld bekennen)
- als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
- de fiets aan de haak hangen (=stoppen met wielrennen)
- koffiedik kijken (=trachten het onbekende te kennen (de toekomst))
- de vlag voor iemand strijken (=voor iemand onderdoen, zijn meerdere erkennen)
- het achterste van je tong (niet) laten zien (=zich (niet) meteen laten kennen; (n)iets verbergen)
- geen knip voor de neus waard zijn (=zijn vak niet kennen en er geen verstand van hebben)
50 dialectgezegden bevatten `enne`
- 'n gebed zunner enne (=een ellenlang betoog) (Westerkwartiers)
- 't enne is ien zicht (=het einde is in zicht) (Westerkwartiers)
- 't enne van 't liedje (=de einduitkomst) (Westerkwartiers)
- ' tzuur aun au zoetsjen ènne (=Slecht gezind zijn) (Lokers)
- aachtein joeër énne bos hoeër! (=op deze ouderdom moet hij nog veel leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- aan alle ding'n komt 'n enne (=ergens moet het een keer ophouden) (Westerkwartiers)
- an enne bergse (=Waar heeft een Siebengewalder een hekel aan..) (Siebengewalds)
- aste viël énne stront gees riere, stinkter nog heller (=als je er over gaat discussiëren, wordt het nog erger) (Bilzers)
- d'r 'n enne aan brei'n (=beëindigen) (Westerkwartiers)
- d'r komt gien enne aan (=dit is wel heel erg veel) (Westerkwartiers)
- D'r óp staon as enne schabbelunder (=Slordig gekleed zijn) (Genneps)
- D'r uut zien als enne bósduuvel (=ongekamd) (Genneps)
- da's 'n gebed zunner enne (=dat duurt een eeuwigheid) (Westerkwartiers)
- Da's zè.jk óp enne rie.k (=Dat is niet steekhoudend, slaat nergens op) (Genneps)
- daaj hèt ènne koestront gebloeëze (=zij heeft veel sproeten in haar gezicht) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt presies wol énne koestront gebloeëze (=zij heeft veel sproeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès al alzelaeve e bleuke enne bènnevètter (=die is al zijn hele leven verlegen en introvert) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat is enne høllewøl (=dat is een niet al te slimme goedzak) (Wells)
- Dat is ènne sjoeane! (=Dat is een grapjas!) (Steins)
- Dát is evvel enne schonne kel (=Dat is best een mooie man) (Horster)
- dat was 't enne van 't liedje (=zo is het verhaal geëindigd) (Westerkwartiers)
- de hoar'n goan mij recht ien 't enne stoan (=de haren rijzen mij ten berge) (Westerkwartiers)
- dè is ter enne van lek mien vestje (=een niet zo betrouwbaar iemand, die er met de pet naar gooit) (Sin tunnis)
- de kantenier, iës Vanheusde van Miëseme, en ternoë Gus Stas van on de staose èn Minster, onderhoele de waeg en de slaute van Minster, zaumèr èn hun ééntsje opte viloo mètten sjoep enne bessem...en twor ammel goed onderhaage (=de respektievelijke kantoniers, Vanheusden van Meershoven en Guust Stas van Munster, onderhielden de straten en grachten van Munster zomaar in hun ééntje, met schop en bezem op de fiets...en het was netter dan nu.) (Munsterbilzen - Minsters)
- Den dy van enne mins (=Het lot van een mens) (Walshoutems)
- den het enne kláp van de meulewiek gehad (=iemand die te gek doet (bv. de dorpsgek)) (Venrays)
- Dieë liek bè miech ènne beuveste lââj (=Dat is mijn favoriet) (Hasselts)
- doë wor mèr onderhaave man enne piëdskop (=er was bitter weinig volk) (Munsterbilzen - Minsters)
- dur enne loate vleege (=een scheet laten) (Horster)
- e koet énne daog sloëpe (=Lang slapen) (Bilzers)
- Èete als enne róshowwer (=Erg veel eten) (Genneps)
- enne ! (=Hoe gaat het) (Aelsers)
- enne brooi spek (=Een stuk spek) (Walshoutems)
- enne doordewèèkse zóndag (=Katholieke feesdag) (Genneps)
- enne fiemel hèbbe (=een steekje los hebben) (Genneps)
- énne franse kolaer sjiete (=kwaad worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- enne gebaoge schollik hebbe (=In verwachting zijn) (Veldens)
- enne groeëte dùrèn (=Een ongeorganiseerd geheel) (Wells)
- enne groeëte knoemel (=een erg slecht `ding`) (Wells)
- enne jas schille (=Beter van temperatuur) (Genneps)
- enne kersentied duu.re (=Een korte periode) (Genneps)
- enne kloe-ke trop (=een tof stelletje) (Groesbeeks)
- énne knoop gerok (=in de war geraakt) (Bilzers)
- enne kop as enne tuujhaamer (=Een dik, rood hoofd hebben) (Genneps)
- enne kop wie ein zie höbbe (=last van het geheugen hebben) (Steins)
- enne langhaorige tèkkel (=persoon met lang haar) (Genneps)
- enne mó.nd hébbe as 'n schuurdeur (=Een grote mond hebben) (Genneps)
- enne nakser ien de tés schiete (=Onmgelijk) (Genneps)
- ènne òngebiëjde (=iemand die niets uit de weg gaat) (Steins)
- enne proemepot zien (=Een onoverzichtelijk zaakje) (Genneps)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen