Spreekwoorden met `en in`

Zoek


63 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `en in`

  1. als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren gaat het fout)
  2. als haringen in een ton zitten (=zich erg dicht op elkaar bevinden)
  3. beter één vogel in de hand dan tien in de lucht (=liever een beetje dan helemaal niets / kleine concrete resultaten zijn beter dan grootse plannen)
  4. bij schering en inslag gebeuren (=erg vaak gebeuren)
  5. daar zitten graten in (=daar klopt iets niet)
  6. dan is Leiden in last (=dan zijn er problemen!)
  7. dat is schering en inslag (=dat komt bijzonder vaak voor [onderdelen van een weefgetouw])
  8. de hakken in het zand zetten (=zich opstellen als felle tegenstander van een voorstel of ontwikkeling, zonder de bereidheid te zoeken naar positieve aspecten of naar compromissen)
  9. de handen in de schoot (=werkloos)
  10. de kerk midden in het dorp laten. (=het laten zoals het is)
  11. de muizen dansen in het spek. (=er is welvaart)
  12. de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
  13. denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet moet inspannen)
  14. een onzevader bidden in alle kapelletjes (=in alle cafés langsgaan)
  15. een schip op het strand is een baken in zee (=van de fouten die anderen hebben gemaakt kun je zelf veel leren)
  16. er gaan veel makke schapen in een hok (=met inschikkelijke mensen is meer mogelijk)
  17. er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
  18. er is meer dan de molen in het woud omgegaan (=er is iets bijzonders gebeurd)
  19. er kunnen inkomen (=het wel kunnen begrijpen)
  20. er zijn tanden inzetten (=vasthoudend zijn, niet snel opgeven)
  21. geen graten in iets vinden (=het niet erg vinden, zich er niet aan storen)
  22. goederen in de dode hand (=goederen die niet vererven)
  23. handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)
  24. heden in hoogheid verheven morgen onder de aarde (=vandaag nog heel belangrijk, maar morgen misschien al dood)
  25. huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)
  26. iemand de brokken in de mond tellen (=iemand iets helemaal niet gunnen)
  27. je eigen glazen ingooien (=het voor zichzelf bederven)
  28. je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft)
  29. je kinderen in het wild laten opgroeien (=zijn kinderen geen (of een slechte) opvoeding geven)
  30. je kunt niet met twee voeten in één sok (=twee onverenigbare zaken kunnen niet worden gecombineerd)
  31. je leven in de waagschaal stellen (=actie ondernemen waarbij het eigen leven in gevaar kwam)
  32. je ogen in je zak hebben (=zelfs het meest opzichtige niet zien)
  33. je pen in alsem dopen (=erg negatief of kwetsend schrijven)
  34. je pen in gal en alsem dopen (=erg negatief of kwetsend schrijven)
  35. je woorden inslikken (=niet uitspreken)
  36. kastelen in de lucht bouwen (=zich illusies maken)
  37. leven in de brouwerij brengen (=waar het rustig is activiteit, vrolijkheid of drukte inbrengen)
  38. maart heeft knepen in zijn staart (=weerspreuk)
  39. mei koel en wak, veel koren in de zak. (=als het in mei nat en koud is wordt de opbrengst hoog)
  40. met de hakken in het zand (=koppig blijven)
  41. met de handen in het haar zitten (=geen oplossing meer weten)
  42. met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
  43. met een been in het graf staan (=bijna dood, ernstig ziek)
  44. met vragen komt men in Rome. (=wees niet bang om hulp te vragen)
  45. morgenrood, regen in de sloot (=weerspreuk: rood opkomende zon betekent vaak regen)
  46. muizenissen in het hoofd (=zorgen)
  47. niets dan lege briefjes hebben in te brengen (=voorstellen waarvan je vooraf al weet dat deze toch niet bekeken worden)
  48. ogen in je achterhoofd hebben (=zeer alert en waakzaam zijn.)
  49. pluimen in de wind waaien (=iets doen zonder na te denken)
  50. regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)

68 betekenissen bevatten `en in`

  1. bakkerskinderen eten oud brood. (=aan het vak dat men uitoefent, besteedt men in zijn directe omgeving weinig aandacht.)
  2. iemand het hof maken (=aardig tegen iemand doen in de hoop aardig gevonden te worden)
  3. je leven in de waagschaal stellen (=actie ondernemen waarbij het eigen leven in gevaar kwam)
  4. geen klaviertje over slaan (=alle bijzonderheden in acht nemen)
  5. de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
  6. kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
  7. wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
  8. een reef in het zeil doen (=besnoeien in de uitgaven, bezuinigen)
  9. van de wal in de sloot (helpen) (=de situatie verergeren in plaats van verbeteren)
  10. de ogen openen (=doen inzien)
  11. recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
  12. in de fuik lopen (=door eigen stommiteiten in een valstrik lopen)
  13. de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
  14. iets/iemand in de gaten hebben/krijgen (=doorkrijgen hoe dingen in elkaar steken of zicht houden op de situatie)
  15. een hoofd als een boei krijgen (=een erg rode kleur krijgen in het gezicht, erg blozen)
  16. een boom(pje) opzetten (=een informele discussie starten)
  17. een Egyptische duisternis (=een inktzwarte duisternis)
  18. de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
  19. tegen de draad ingaan (=het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan)
  20. wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
  21. het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
  22. buiten hem om lopen (=hij heeft er geen invloed over)
  23. buiten zijn hoefslag gaan (=hij heeft er geen invloed over)
  24. van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
  25. iedere heilige komt zijn kaarsje toe (=iedere medewerker moet delen in de eer)
  26. een slak komt er net zo goed als een kikker. (=iedereen doet dingen in zijn eigen tempo)
  27. iemand iets in de mond geven (=iemand de mening van een ander laten geven in plaats van de eigen mening)
  28. een stille in den lande zijn (=iemand die erg stil en ingetogen is of iemand die zich bijna nooit ergens mee bemoeit)
  29. ik maak een platvis van je (=iemand dreigen in elkaar te slaan)
  30. iemand de handen zalven (=iemand een geschenk geven in de hoop een gunst te bekomen)
  31. iemand de vrije hand geven (=iemand geheel vrij laten in de wijze waarop hij een opdracht uitvoert)
  32. iemand het brood uit de mond nemen/stoten (=iemand het onmogelijk maken om in eigen inkomen te kunnen voorzien)
  33. iemands handen zalven (=iemand iets geven in de hoop een gunst te verkrijgen)
  34. iemand de ogen openen (=iemand inzicht geven in iets wat diegene nog niet doorhad)
  35. er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
  36. er geen speld tussen kunnen krijgen (=iets klopt precies, geen gelegenheid krijgen in een gesprek ertussen te komen)
  37. iets bij de roes kopen (=iets kopen in de staat zoals het is)
  38. iets met de moedermelk binnenkrijgen (=iets leren in de eerste levensjaren)
  39. iets bij de roes verkopen (=iets verkopen in de staat zoals het is)
  40. wat in het vat zit, verzuurt niet (=iets wat goed is en goed bewaard wordt, verliest zijn waarde niet / wat beloofd is zal ook worden ingelost)
  41. op eigen houtje doen (=iets zelfstandig (eventueel op eigen initiatief) ondernemen)
  42. een goeie vis moet drie keer zwemmen (=in het water, in de boter of kookvocht en in de wijn)
  43. met twee monden praten (=jezelf tegenspreken in verschillende situaties, niet eerlijk zijn)
  44. kleine vossen bederven de wijngaard (=kleine fouten kunnen zorgen voor grote problemen in het geheel)
  45. je in de kaart laten kijken (=meestal onopzettelijk een ander inzicht geven in je bedoelingen)
  46. ongelijke paarden trekken kwalijk. (=mensen die teveel verschillen in kwaliteiten, werken vaak niet goed samen)
  47. lachende monden, bijtende honden. (=mensen die vriendelijk of aardig lijken, kunnen in werkelijkheid kwade bedoelingen hebben)
  48. ieder meent dat zijn eigen pak het zwaarst is. (=mensen overdrijven hun eigen moeilijkheden in vergelijking met die van anderen)
  49. armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dieren in de stal kun je geen geld verdienen)
  50. de draad van Ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)

17 dialectgezegden bevatten `en in`

  1. Aj in Beilen verkolden wordt, bi'j in Börk ziek en in Elp dood. (=mensen overdrijven altijd) (Drents)
  2. De baby's aan de kontjes binden en in de wieg schoppen (=De babyroosjes in bosjes doen en in de mand doen) (Boskoops)
  3. ei mag al doët en in de kuip (=hij is te dik) (Melseels)
  4. ên is ên in krijën is de kjunste (=iets van iemand aftroggelen) (Kaprijks)
  5. Ge kunt niet luien en in de processie goan (=geen 2 dingen tergelijk kunnen doen) (Hoogstraats)
  6. ik zal vee a es e woetteke pakke en in ne boeëm joge (=ik zal voor u eens een klein geitje (bokje) vangen en in een boom jagen. Een uitdrukking (bedankinkje) om iemand (vooral kinderen) af te schepen nadat ze een werkje hebben opgeknapt) (Holsbeeks)
  7. in 't lang en in 't breeëd oitlegn (=het onderwerp uitvoerig behandelen) (Waregems)
  8. In de winterdag kenne ze raie over 'n panlat, en in de zeumerdag naggenies over drie bai ellef. (3x11 is een stevige houtmaat) (=Des winters komen ze rond van bijna niets, 's zomers bulken ze van het geld en kan er niets vanaf.) (Zaans)
  9. in Puus də groeətə en in Kalləfûət də kloeətə (=Puurs voelt zichzelf (ten onrechte...) merkelijk beter dan Kalfort) (Kalforts)
  10. o Kalken niet gescheten o Laerne geen eten (=uitdrukking om aan te duiden dat er in Kalken voornamelijk boeren woonden en in Laarne voornamelijk fabrieksarbeiders) (Kalkens)
  11. ooge mèt stêt hëbbe (=alles zien en in de gaten houden) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. sjtuute en in de brook sjiete is gèng kuns (=niets presteren en toch opscheppen) (wijlres)
  13. stennis maken / stennis schoppen (=ophef, kabaal, ruzie, ellende, trammelant, veroorzaken / maken afkomstig uit de Utrechts-Jiddische gemeenschap en in de loop der eeuwen geintegreerd.) (Utrechts)
  14. stookn dat de duuvels uut en in kruupn (=maken dat het lekker warm is) (Kortemarks)
  15. te' en in d' n droai (=tot ziens) (Hansbeeks)
  16. veur ' t zingen uitte keirk goan; den trein nor Antweirpen pakken en in Beveren afstappen (=coîtis interuptus) (Sint-Niklaas)
  17. Zwetsen en in ôw boks schiête kunde zittende (=Als het erop aankomt is hij niet thuis) (Zurriks)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen