6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `eer aan`
- avondrood, mooi weer aan boord (=na een rode avondlucht volgt mooi weer)
- de tafel eer aandoen (=goed en veel eten)
- er staat een beer aan het hek te rammelen. (=naar het toilet moeten)
- het is weer aan (=ze hebben weer verkering)
- je naam eer aandoen (=naar behoren uitvoeren, precies doen wat men verwacht)
- meeuwen op het land, onweer aan het strand. (=als meeuwen het binnenland intrekken omdat er slecht weer op zee is)
12 betekenissen bevatten `eer aan`
- oude paarden jaagt men aan de dijk (=als men zijn taak niet goed meer aankan, wordt men ontslagen)
- de nekslag geven (=door iets wordt de situatie een te groot probleem waardoor men het niet meer aan kan)
- iets laten zwemmen (=er geen aandacht meer aan besteden)
- er schuilt iets achter (=er is meer aan de hand dan op het eerste gezicht lijkt.)
- de room is er af. (=er is weinig meer aan te verdienen)
- uit het oog verliezen (=er niet meer aan denken)
- voor ogen (=er steeds weer aan denken)
- daarmee is de kous af. (=er wordt geen aandacht meer aan gegeven)
- iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
- de overhand hebben (=iets is meer aanwezig dan het ander / meer invloed hebben)
- bekeken zijn (=op orde zijn, niets meer aan hoeven doen)
- een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
Eén dialectgezegde bevat `eer aan`
- as de boer mij niet holl'n wil, zee de knecht, wil ik niet langer bliev'm (=als men de eer aan zichzelf wil houden) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen