5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `een stuk`
- aan een stuk door (=ononderbroken)
- dat is een stuk! (=dat is een aantrekkelijk persoon)
- een stuk in je kraag drinken (=dronken worden)
- een stuk in zijn kraag hebben (=dronken zijn)
- op geen stukken na (halen) (=met grote achterstand iets niet halen)
3 betekenissen bevatten `een stuk`
- aan de lopende band (=aan één stuk door; steeds maar weer)
- tegen de klippen op gaan (=aan een stuk doorgaan (met liegen))
- zonder mijn en dijn zou de wereld hemels zijn (=jaloezie en hebzucht maken de wereld een stuk minder fraai)
50 dialectgezegden bevatten `een stuk`
- 'n kotlett, das is e stukske van e vèrke zenne rug (=een kortelet, das een stuk van een varken) (Lummens)
- 'n lapken grond of ne veurschueut grond (=een stuk grond) (Overmeers)
- 'n lokke brueud (=een stuk brood) (Overmeers)
- 'n proof bringe (=na de slacht werd vroeger een stuk worst of balkenbrij naar de pastoor gebracht) (Weerts)
- 'n spie toarte (=een stuk taart) (Overmeers)
- 'n Stuk in zijnen zjiléé (ook kluten) (=een stuk in zijn kraag) (Evergems)
- ' n bole haat (=een stuk stam (boom) ) (Overmeers)
- ' t kun een stuk minder (=het gaat heel goed) (Drents)
- a jee een stuk in zijn leeze. (=hij is zat) (Gents)
- a stek sekklaa (=een stuk chocolade) (Wetters)
- aan een boksem aan deurgoan (=aan één stuk doorgaan) (Westerkwartiers)
- Ajei a stuk in zenne kraag (=Hij heeft een stuk in zijn kraag) (Mechels (BE))
- bij dun dieje kundur ginne stok tusse krijge (=hij is iemand die maar aan een stuk door blijft praten) (Oudenbosch)
- d'es e pak beter (=da's een stuk beter) (Wichels)
- da schil ne jas mee giestere (=vandaag is het een stuk minder koud dan gisteren) (Oudenbosch)
- da schild' een vest (=het is een stuk warmer / kouder) (Wichels)
- daaj blieëf mër raotele (=ze bleef maar in één stuk raaskallen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae deed niks aanestër as tieëge de klippe op liege, tottër zwat ziet (=hij liegt ontzettend veel en aan één stuk door) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès on zene noveen beizëg (=hij is al dagen aan één stuk aan 't zuipen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dat méénse pröt an ien stuk verdan. (=Die vrouw praat aan een stuk door.) (Sallands)
- doë kinste nog geen spang tèsse krijge (=hij babbelt door in een stuk) (Munsterbilzen - Minsters)
- ë koet èn den daog sloeëpe (=een stuk van de dag verslapen) (Munsterbilzen - Minsters)
- e stik geregelt vlieës (=een stuk spek, buikvlees) (Meers)
- e stik in zeen botten (=een stuk in zijn kraag) (Zingems)
- E stuk in zen veuijt (=een stuk in zijn kraag) (Koersels)
- E stuk in zenne frak emme (=een stuk in zijn kraag hebben) (Mechels (BE))
- Eè stèk in zi-jn veet hebbe (=een stuk in zijn voeten hebben) (Brees)
- een spie toert (=een stuk taart) (Sint-Niklaas)
- een stuk in aa kluut'n hemm (=Zo zat als een patat) (Lenniks)
- een stuk in awe frak hemme (=zat zijn) (Hoogstraats)
- een stuk in de krage li'k lomp , een stuk in de bokse li'k stomp . (=stomdronken) (achterhoeks)
- een stuk in ewwe frak hemme (=Dronken zijn) (Turnhouts)
- een stuk in ewwe frak hemme. (=Dronken zijn.) (Geels)
- een stuk in je reet hebben (=dronken) (Helders)
- een stuk in o voeten ein (=dronken zijn) (Sinnekloases en niekaarks)
- een stuk van je leven (=Wat gaan we eten?) (Antwerps)
- ei shuk i de vaan, of i de kloete (=een stuk in de kraag) (Nuths)
- Enne brooi spek (=een stuk spek) (Walshoutems)
- Ge goat schuive gelââk een stuk ziepe op nen toile sieré (=Je zal rap buitenvliegen) (Gents)
- geeft de stoefer e stuk bruëd, de klauger èe gin nuëd (=geef de stoefer een stuk brood, de klager heeft geen nood (veel gescheer en weinig wol),) (Meers)
- hae hèt 'm im (=hij heeft een stuk in zijn kraag) (Bilzers)
- hae hieët 'm zwaor gelaje (=ieman met een stuk in zijn kraag) (Weerts)
- Hej hef een stuk in de fietse (=Hij is behoorlijk bezopen) (Sallands)
- Hij het een stuk ien de neus (=Hij is dronken) (Nijmeegs)
- hij is 'n revelscheet (=hij praat aan één stuk door) (Westerkwartiers)
- hij proat 't honnerd uut (=hij praat aan één stuk door) (Westerkwartiers)
- hij proatte 't honnerd uut (=hij praatte aan één stuk door) (Westerkwartiers)
- ich hëb ë vies koet èn mën mëmoëre (=er is een stuk uit mijn geheugen verdwenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich wor dich, en dich wors mich.Ich bén men eege nimei. (=met iedere vriend die we verliezen, verliezen we een stuk van onszelf) (Bilzers)
- ien een boksem aan deur (=aan een stuk door) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen