Spreekwoorden met `denkt`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `denkt`

  1. denkt aleer gij doende zijt en doende denkt dan nog. (Guido Gezelle) (=maak een plan alvorens ergens aan te beginnen, en stel tijdens de activiteit het plan bij indien nodig)
  2. geen haar op mijn hoofd die er aan denkt (=ik wil hiermee niet akkoord gaan)

11 betekenissen bevatten `denkt`

  1. de tijd kent geen genade (=de tijd gaat sneller voorbij dan je denkt)
  2. het hart op de tong dragen (=direct zeggen wat iemand denkt, ongeacht of dat slim is of niet)
  3. het beestje bij zijn naam noemen (=duidelijk en precies zeggen hoe je over iets of iemand denkt; precies zeggen hoe iets zit)
  4. een baas boven baas zijn (=er is altijd wel iemand die het beter kan of het beter denkt te kunnen)
  5. elke ketter heeft zijn letter (=ieder denkt dat de eigen mening bewezen kan worden)
  6. elk meent zijn uil een valk te zijn (=ieder denkt het beste over de eigen prestaties)
  7. gekke Henkie (=iemand die niets in de gaten heeft (bv. `Je denkt toch niet dat ik gekke Henkie ben ?`))
  8. wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
  9. het hart op de lippen hebben (=over zijn emoties durven praten - alles zeggen wat men denkt)
  10. niet op zijn mondje gevallen zijn (=precies duidelijk maken hoe iemand over iets denkt)
  11. honi soit qui mal y pense (=schande over hem die er kwaad over denkt)

50 dialectgezegden bevatten `denkt`

  1. 'k zeg maar niks / antwoord: / Maor God hoort ju bromme . (=ik zeg maar niets.. en dan antwoordt de ander: (maar je denkt het er het jouw van)) (Utrechts)
  2. 'n Wetenskapper deankt datte 't wet en 'n warkman wet 't (=een wetenschapper denkt dat hij 't weet en een werkman weet het) (Sallands)
  3. agge denkt des goed (=als je denkt dat het goed is) (brabants)
  4. as je hem een vinger geev'm, nemt 'er de heule haand (=als hij iets mag doen, denkt hij alles te mogen doen) (Westerkwartiers)
  5. da's 'n echte flapuut (=die zegt alles wat hij denkt) (Westerkwartiers)
  6. dae dink dattën heile werd aoën zën viet lik (=hij denkt dat hij god-almachtig is) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. dae haet de groeëtste bóks aan (=hij denkt dat hij de baas is) (Heitsers)
  8. dae haet gein achtergedecht (=hij denkt er niet bij na; hij overziet de conseqenties niet) (Heitsers)
  9. dae hèttët haug èn zëne bol (=wat denkt die wel !) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. dae loët zich zëne keis ook nie pakke (=die is slimmer dan je denkt) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. Dae meint zich get (=Die denkt dat hij wat voorstelt) (Roermonds)
  12. dae zal ziêne kânt waal kieëre (=Iemand die vooral aan zichzelf denkt) (Weerts)
  13. daoris nun noop geld mee gemoeid (=dat is duurder dan je denkt) (Oudenbosch)
  14. de bès ne flaaë plezante (=je denkt toch niet dat ik met je kan lachen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. de bès nog nie zoe loemp as te autzies (=je bent slimmer dan men denkt) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. de noagol op de kop sloan (=iemand die hetzelfde denkt / zegt) (Gents)
  17. dea mèntj zich get (=hij heeft het hoog in de bol / denkt dat hij voornaam is) (Sint-joasters)
  18. det is ‘ne aerdgalleprefesser (=dat is iemand die denkt ergens veel verstand van te hebben, maar dat blijkt niet zo te zijn) (Heitsers)
  19. Deur de veure van zijn gat lopen. (=Hij denkt dat hij het middelpunt van de wereld is.) (Evergems)
  20. dich bès zjus ë keikë zonder kop (=je bent als een kieken zonder kop : je denkt niet !) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. dië denkt ok dattem ne witte merel hee (=exhibionist) (Ransts)
  22. Dieje denkt da zenne stront ni stinkt (=Hij vindt zichzelf beter dan een ander) (Hoogstraats)
  23. droenke gezeid is nuchter gepeisd: onder invloed van drank zegt men wat men werkelijk denkt (=dronken gezegd is nuchter gepeinsd) (Klemskerks)
  24. Dun diën is meer dan nu rechte verkenssteirt (=Iemand die denkt meer te zijn dan een ander) (Dongens)
  25. e muletrekker (=je weet nooit wat hij denkt) (Veurns)
  26. Een stroontmadam (=Een vrouw met streken die denkt dat ze beter is als anderen) (Herentals)
  27. ei eet furza nie om... (=hij denkt er zelfs niet aan om...) (Sint-Niklaas)
  28. Es gur der mar oan denkt (=Als je het maar niet vergeet) (Geffes)
  29. esgur mar aon denkt (=als je het dan maar niet vergeet) (Dinthers)
  30. ga paast da (=jij denkt dat) (dilbeeks)
  31. gaë zei nie goe zeikers (=wat je denkt te doen is niet verstandig) (Winksels)
  32. ge peist da gaalt 't op minne rug groeit zeker (=gij denkt dat ik geld teveel heb zeker) (Sint-Niklaas)
  33. Ge zotj skirren en beven asker op peist (=Je zou schrikken en beven als je er aan denkt) (Nieuwerkerks)
  34. get mië dan lekmichemaasj (=denkt dat hij wat meer is dan de rest) (Steins)
  35. gien hoar op mien kop die d'r an denkt (=ik denk er beslist niet aan) (Westerkwartiers)
  36. gien hoar op mien kop die d'r om denkt (=ik prakizeer er niet over!!) (Westerkwartiers)
  37. gien hoar op mien kop die doaran denkt (=ik peins er niet over) (Westerkwartiers)
  38. hae ès nog nie zoe stoem aster autziet (=hij is slimmer dan je denkt) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. Hee deg datte heel wat is. (=Hij denkt dat-ie heel wat is.) (Aaltens)
  40. Hee hef ‘t hoge in de kop. ( ) (=Hij denkt dat-ie heel wat is.) (Aaltens)
  41. hij dènkt dèttie hil wè verbildt, mar dè lèkt mar zôo. (=hij denkt dat hij heel wat voorstelt, maar dat lijkt maar zo.) (Tilburgs)
  42. hij heeget hòòg in z'n neusgaote: hij prot van sebiet in plots van zommedeene (=hij denkt dat hij heel wat voorstelt) (Tilburgs)
  43. hij heeget hòòg in zun neusgaote (=hij denkt dat hij iets meer is dan een ander) (Tilburgs)
  44. hij het de wiesheid ien pacht (=hij denkt alles alleen te weten) (Westerkwartiers)
  45. hij meent dat doar gold te groav'm is (=hij denkt daar rijk te kunnen worden) (Westerkwartiers)
  46. hij/zij het las(t) van de hêdendaagse koor(t)s / hij is van een hoge stoep af gedonderdstraolt en komp op zun platte bek terech(t) (=Hij zij is een rijke / kakker, het is iemand die denkt dat hij / zij heel wat is (wordt vaak gebruikt bij iemand die boven zijn / haar stand probeert te zijn. (maar daar komt hij / zij wel van terug vroeg of laat)) (Utrechts)
  47. ie es dermee weg zulle (=de lichtgelovige denkt dat het waar is) (Waregems)
  48. iemes dèè dènkt dat er veel wèt, wèt nie zoeveel as iemes dèè wèt, dat er nie veel wèt. (=Iemand die meent dat hij veel weet, weet niet zoveel als iemand die weet dat hij niet veel weet.) (Genker)
  49. ij denkt dattie -j-ut is (=hij loopt naast zijn schoenen) (Oudenbosch)
  50. ijeetoog in z ne kop (=hij denkt dat hij meer is) (Oudenbosch)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen