4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de waarheid`
- al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel (=leugens komen altijd uit)
- de waarheid in pacht hebben (=denken de enige te zijn die de waarheid kent of vertelt)
- iemand ongezouten de waarheid zeggen (=onverbloemd de waarheid zeggen, eerlijk zeggen waar het op staat)
- kinderen en dronkaards spreken de waarheid (=ze zeggen wat ze vinden, ze zijn ongeremd)
15 betekenissen bevatten `de waarheid`
- lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
- de ogen verblinden (=blind maken voor de waarheid)
- olie drijft boven (=de waarheid komt aan het licht)
- alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
- de raven zullen het uitbrengen (=de waarheid komt hoe dan ook aan het licht)
- er geen doekjes om winden (=de waarheid onverbloemd vertellen)
- een draai aan iets geven (=de waarheid verdraaien)
- de kraaien zullen het uitbrengen (=de waarheid zal aan het licht komen)
- de waarheid in pacht hebben (=denken de enige te zijn die de waarheid kent of vertelt)
- de oren wassen (=duchtig ervan langs geven, de waarheid zeggen)
- eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
- iemand zijn vet geven (=iemand flink de waarheid zeggen)
- iemand ongesuikerd zeggen waar het op staat (=iemand ongegeneerd de waarheid zeggen)
- ongesuikerd zeggen waar het op staat (=onverbloemd de waarheid zeggen)
- iemand ongezouten de waarheid zeggen (=onverbloemd de waarheid zeggen, eerlijk zeggen waar het op staat)
50 dialectgezegden bevatten `de waarheid`
- 'k mag doedvallen aklieg (=de waarheid vertellen) (Antwerps)
- 'k mag ier doodvallen ak lieg (=ik vertel de waarheid) (Sint-Niklaas)
- 't es echt dat 't woar es (=het is zeker de waarheid) (Waregems)
- 't hoge woord moet d'r uut (=de waarheid moet nu worden verteld) (Westerkwartiers)
- 't is uitgekommen (=te voorschijn komen; iets vinden; de waarheid kennen) (Sint-Niklaas)
- al bringe de kraeën het aut (=al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel) (Munsterbilzen - Minsters)
- al geet de lieëge wol ës op hol, de woërd aaterholt hër wol (=beter gekwetst door de waarheid dan gesust door een leugen) (Munsterbilzen - Minsters)
- al ist dat de krô et ôtbrenge, de waarhoad komt ôt (=al is het dat de kraaien het uitbrengen, de waarheid komt uit !) (Booms)
- al motte de kraaie ut uitbrenge (=de waarheid komt altijd) (Gastels)
- Al motte de kroaien ut uutbriengen. (=We zullen achter de waarheid komen.) (Flakkees)
- alle foetëlkës koeëmë aut (=de waarheid komt altijd aan het licht) (Munsterbilzen - Minsters)
- alle foetelkes koëmen aut, al bringen et de kraeë noë baute (=al gaat de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel) (Munsterbilzen - Minsters)
- aon zën naos poële (=de waarheid zoeken waar ze niet zit) (Bilzers)
- aste de woerd spriks, hoeste geen liëges te onthaate (=de waarheid loont!) (Bilzers)
- bau rook ès, ès viër (=waar roddels de ronde doen, is de waarheid niet ver af) (Munsterbilzen - Minsters)
- beniest: 't Es beniest, 't es de waurouijd (='t Is de waarheid (uitspraak na het niezen) ) (Lebbeeks)
- d'r ene zain zalig'eid gheven (=iemand flink de waarheid zeggen) (Hulsters (NL))
- d'r gieën doekskes omwinn'n (=de waarheid niet verbloemen) (Wichels)
- dae flötj neet woeë d’r zitj (of, dae zitj neet woeë d’r flötj) (=hij spreekt niet de waarheid) (Heitsers)
- dae höbbe ze ziene jas oetgewrónge (=ze hebben hem eens goed de waarheid gezegd) (Heitsers)
- de kraaien goant uutbringn (=de waarheid zal wel uitkomen) (West-Vlaams)
- De pochel vol schelden (=Flink de waarheid zeggen) (Giethoorns)
- De pochel vol schelden (=Flink de waarheid zeggen en niet op een vriendelijke manier) (Giethoorns)
- de woarijt komt uit a moest'n de kroun uitbrin' (=ooit zal de waarheid aan het licht komen) (Brakels)
- dem höb ich de pies lauw gemaak (=ik heb hem flink de waarheid gezegd) (Roermonds)
- den achterkant van zijn too nie loadn zien (=de waarheid achterhouden) (Kaprijks)
- det kumt uut, al moote de krêje het uutbringe (=de waarheid zal uitkomen) (Opglabbeeks)
- dich wiës mér de hëlf vannët sjaun waer (=gij kent nog niet eens de helft van de waarheid) (Munsterbilzen - Minsters)
- doekskes: Gieën doekskes aundoen / omwinn'n (=de waarheid niet verdoezelen / omfloersen) (Lebbeeks)
- Drie k'raaien! (=U heeft drie pogingen om achter de waarheid te komen!) (Tilburgs)
- drukn zoender iente (=het niet zo nauw nemen met de waarheid) (Veurns)
- één 't vuur an 'e scheen'n legg'n (=iemand dwingen de waarheid te zeggen) (Westerkwartiers)
- één op ' t vestje spei' n (=iemand de waarheid zeggen) (Westerkwartiers)
- één wat onner de neus wriev'm (=iemand de waarheid vertellen) (Westerkwartiers)
- elke speek vant wiel komt bove (=de waarheid komt wel boven water) (Oudenbosch)
- em ek achter leiges gevroogd (=waarom vertel je de waarheid niet) (Rotselaars)
- Emes dèksele. (=Iemand de waarheid zeggen.) (Gelaens (Geleens))
- Es te de waorheid vertèls hoofs te gein leuges te ónthaoje! (=Wanneer je de waarheid vertelt hoef je geen leugens te onthouden!) (Kinroois)
- eulie komt altied boov'mdriev'm (=de waarheid komt altijd een keer aan het licht) (Westerkwartiers)
- Feit (=Als iemand de waarheid vertelt) (Benschops)
- Foetëlkës koeëme altijd aut! (=al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel!) (Munsterbilzen - Minsters)
- foezelen (=niet geheel de waarheid spreken) (Huizers)
- ge kunt dat olsan ne droaj geevn (=je kunt de waarheid verdoezelen) (Lichtervelds)
- hei hit 'm de levieten gelézen (=hij heeft hem de waarheid gezegd) (Overpelts)
- Iemand den gros wissele (=Terecht gewezen worden. Iemand de waarheid zeggen) (Genneps)
- iemand geducht de waarheid zeggen (=iemand d'n mantel ut vege) (Genneps)
- iemed aut zenen dreem haole (=iemand de waarheid zeggen) (Bilzers)
- iemes aut zene dreem helpe (=iemand de waarheid zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemes d'r sjtub oet de oge blaoze (=iemand de waarheid doen inzien) (Sjeeter plat)
- iemes de leviete laeze (=iemand de waarheid zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen