Spreekwoorden met `de rug`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de rug`

  1. achter de rug om gaan (=iets stiekem doen)
  2. achter de rug zijn (=voorbij zijn)
  3. de drie h s op de rug hebben (=vast zitten, niet weg kunnen komen)
  4. een brede rug hebben (=veel kunnen verdragen)
  5. het geld groeit niet op de rug (=geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden)
  6. kruisjes achter de rug hebben (=tientallen jaren oud zijn)
  7. met de rug tegen de muur staan (=geen kant op kunnen, hooguit een laatste uitweg)
  8. rijd een paard de rug niet stuk (=je moet niet altijd te veel eisen)

Eén betekenis bevat `de rug`

  1. het is op een oor na gevild (=het is bijna klaar. Het is bijna achter de rug)

36 dialectgezegden bevatten `de rug`

  1. 't geluk het 'em de rug toekeerd (=het geluk heeft hem in de steek gelaten) (Westerkwartiers)
  2. 't verschot (=pijn in de rug) (Wetters)
  3. Achter 't gat (=Achter de rug) (Bevers)
  4. achter de kont aan klets’n (=achter de rug om praten) (Klazienaveens)
  5. Alles past b'halven de rug en de maaven (=Het past niet (kledingstuk) ) (Londerzeels)
  6. Blaos mich op miene rögk. (=Je kan me de rug op.) (Gelaens (Geleens))
  7. de griesel gait mie over de grauwe (=de rillingen lopen mij over de rug) (Gronings)
  8. De griezel leup em over de grauwe (=Een rilling liep hem over de rug) (Giethoorns)
  9. De griezel leup em over ge grauwe (=De rilling liep hem over de rug) (Giethoorns)
  10. De griezel leup mi'j over de grauwe (=Een rilling liep hem over de rug) (Giethoorns)
  11. De griezel leup mi'j over grauwe (=Ik griezel er van, koude rillingen over de rug) (Giethoorns)
  12. De kins mich de poekel roetsje (=Jij kunt me de rug op) (Venloos)
  13. Der is iet in mijne rug geschoten (=Plotse pijn in de rug) (Bevers)
  14. Der is iet in zijne rug geschoten (=Hij kreeg een pijnscheut in de rug) (Bevers)
  15. Dich kins mich der aan gaon hange. (=Je kan mij de rug op) (Venloos)
  16. die griezel gait mie over de grauw (=de rillingen lopen mij over de rug) (Hogelandsters)
  17. emes oppe puuzak pakke (=iemand op de rug dragen) (Opglabbeeks)
  18. fezelèrs zèn kwezelèrs (=konkelfoezen, fluisteren achter de rug praten) (Meers)
  19. Ge kunt mien de poekel afroetse (=Je kan me de rug op) (Genneps)
  20. get bekoenkelfoeze (=iets achter de rug van een ander afspreken) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. iemêd heimëlëk opsteeke (=iemand ophemelen (tegen en achter de rug van een ander)) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. iemes op zene kroef howe (=iemand een slag op de rug geven) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. Iet achter tgat doen (=Achter de rug doen, achterbaks) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  24. kladdig op de reg (=smerig op de rug) (Westfries)
  25. mè de wiend in ' t gat (=met de wind in de rug) (Brugs)
  26. naorut Kuivezaand motte kijke (vanuit het Weelestraatje met de rug naar wasserij De Hoop) om d n Einsbaarg (van d n ouwe van Merrienboer ) te zien le-ge (=heel erg loensen) (Oudenbosch)
  27. ne stoemp in de rug kraëge (=hulp krijgen) (Winksels)
  28. nen trui achterste veuren oan ein (=per vergissing een pull met de voorzijde op de rug aanhebben) (Sint-Niklaas)
  29. op zèn kap zitt'n (=op iemand afgeven, achter de rug spreken) (Meers)
  30. poekel (=verhoging van de rug) (Bocholtz)
  31. ras mach galoo de micho (=je kunt me de rug op) (Bargoens)
  32. T geld groeit muh niet op de rug (=Ik krijg geen geld voor niets / ik werk hard voor mijn geld) (Utrechts)
  33. voordewind (=met de wind in de rug) (westlands)
  34. Ze haen ut veul in de rug (=Veel mensen hebben rugklachten) (Ewijk (Euiwwiks))
  35. ze slaopn rik an rik (=ze slapen met de rug naar elkaar) (Kortemarks)
  36. ze sloapn rik an rik (=ze slapen met de rug naar elkaar) (Lichtervelds)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen