64 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ander`
- aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaamst)
- aan het andere eind van de wereld (=heel ver weg)
- als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren gaat het fout)
- als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
- als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
- andere heren andere wetten (=nieuwe bazen willen nieuwe regels)
- anderhalve man en een paardenkop (=weinig aanwezigen)
- andermans boeken zijn duister te lezen (=de toestand of bedoelingen van een ander zijn moeilijk in te schatten)
- andermans veren (=iets van een ander (andermans eer))
- dat is andere koek (=dat is heel iets anders)
- dat is andere peper (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
- dat is andere tabak (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
- dat is andere tabak dan kanaster (=dat is wat anders!)
- de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
- de één mag een paard stelen, de ander mag niet over het hek kijken. (=sommigen mogen alles, anderen mogen niets)
- de een rokkent wat de ander spint (=roddelen)
- de een scheert schapen, de ander varkens (=het is ongelijk verdeeld in de wereld)
- de een z`n dood is een ander z`n brood (=wat voor de één een nadeel is, daar profiteert een ander van)
- de ene bedelaar ziet de andere niet graag voor de deur staan (=men is bang voor concurrentie)
- de ene dienst is de andere waard (=wanneer iemand helpt, doet men graag iets terug)
- de ene kraai pikt de andere de ogen niet uit (=ze benadelen elkaar niet)
- de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
- de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
- door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
- een ander liedje laten zingen (=mores leren, van gedacht doen veranderen)
- een andere toon aanslaan (=op een andere manier tegen iemand gaan praten)
- een goed verstaander heeft maar een half woord nodig (=voor een goed verstaander is een kleine aanwijzing genoeg)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een ander (=speciaal willen zijn)
- een put maken om een andere te vullen (=met de ene lening de vorige afbetalen)
- een spiering is vis als er anders niet is (=als je honger hebt, ben je niet kieskeurig / bij gebrek aan beter)
- eten is een goed begin: het ene beetje brengt het ander in. (=letterlijke betekenis.)
- garnaal/spiering is ook vis als er anders niet is. (=wees tevreden met wat je kunt krijgen)
- geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)
- het ene gat met het andere stoppen (=het slecht beheren van geld door met de ene schuld de andere af te lossen)
- het ene ongeluk kan niet op het andere wachten. (=ongeluk komt zelden alleen)
- het ene ongeluk roept het ander. (=ongeluk komt zelden alleen)
- het ene oor in en het andere weer uit. (=wel horen maar niet luisteren)
- het ene oor in, het andere weer uit (=het wel horen en meteen weer vergeten)
- het ene woord brengt het andere voort. (=een negatieve opmerking kan leiden tot negatieve woorden over en weer)
- het ene woord haalt het andere uit (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
- het is altijd vet op een andermans schotel (=een ander heeft het schijnbaar altijd beter)
- het is beter een andermans hemd dan geen (=wat men niet heeft kan men desnoods nog altijd lenen)
- het is goed riemen snijden uit andermans leer (=met andermans eigendom kan men gemakkelijk kwistig omgaan)
- het is licht dansen op andermans vloer. (=geld van anderen uitgeven is makkelijk.)
- het over een andere boeg gooien (=het anders aanpakken)
- in andermans weide lopen de vetste koeien. (=bij een ander lijkt het altijd beter)
- in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
- je aan een ander spiegelen (=je vergelijken met een ander)
- je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
- je neus in andermans zaken steken (=zich bemoeien met zaken die je niet aangaan)
235 betekenissen bevatten `ander`
- op een letter doodblijven (=absoluut niets veranderd willen zien)
- verandering van weide doet de koeien goed. (=afwisseling en verandering positieve effecten kunnen hebben)
- het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
- aan alle dingen komt een eind. (=alles verandert)
- landen verzanden, zanden verlanden. (=alles verandert)
- het ene woord haalt het andere uit (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
- als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
- eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
- buiten zijn rekening gaan. (=als het anders loopt dan verwacht)
- als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
- lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
- laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
- wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
- kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
- opgestaan is plaats vergaan (=als je even wegloopt kan iemand anders op je stoel gaan zitten)
- wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
- in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
- gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
- goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
- in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
- uit de toon vallen (=anders zijn dan de anderen)
- elk heeft genoeg in eigen tuin te wieden. (=bekritiseer geen anderen als je zelf niet perfect bent)
- buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
- in andermans weide lopen de vetste koeien. (=bij een ander lijkt het altijd beter)
- waar er twee ruilen moet er een huilen (=bij het ruilen is de een altijd beter af dan de ander)
- dat is andere koek (=dat is heel iets anders)
- dat is andere peper (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
- dat is andere tabak (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
- dat is andere tabak dan kanaster (=dat is wat anders!)
- dat is zo breed als het lang is (=dat verandert niets aan de zaak)
- de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
- het waren allebeiden vuilaards. (=de een verwijt de ander iets waaraan hij zich)
- het oog ziet altijd van zich af (=de eigen fouten ziet men niet, maar andermans fouten altijd wel)
- de eigen boontjes doppen (=de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen)
- er is meer dan een koe die blaar/bles heet (=de mening van anderen telt ook)
- er is meer gelijk dan eigen gelijk (=de mening van anderen telt ook)
- door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
- de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
- de bordjes zijn verhangen (=de omstandigheden zijn veranderd)
- andermans boeken zijn duister te lezen (=de toestand of bedoelingen van een ander zijn moeilijk in te schatten)
- oude wijn in nieuwe zakken (=de zaken zijn anders gepresenteerd, maar niet wezenlijk veranderd)
- het kind van de rekening (=degene die schade lijdt, terwijl anderen niets hebben)
- aan hetzelfde euvel mank gaan (=dezelfde fouten maken als iemand anders)
- die is niet voor de poes (=die moet als tegenstander niet onderschat worden)
- als proefkonijn dienen (=dienen voor een of ander experiment)
- platgetreden paden/wegen (=dingen die anderen al eerder gedaan hebben)
- op til zijn (=dingen zijn op dit moment gaande (met name veranderingen))
- genadebrood eten (=door anderen onderhouden worden)
50 dialectgezegden bevatten `ander`
- 'n aaner zien moaltied is altied vet (=bij een ander lijkt het beter te zijn) (Westerkwartiers)
- 'n groantje metpikk'n (=mee profiteren van een ander) (Westerkwartiers)
- 't éé plezier is 't ander wjeird (=altijd bereid zijn tot een wederdienst) (Sint-Niklaas)
- 't es ier ander peper of bij den hamburgerboer (=het is hier veel beter) (Gents)
- 't ieën buiten 't ander (=alles in aanmerking genomen) (Wichels)
- 't ieën mee 't ander (=alles in aanmerking genomen) (Kaprijks)
- 't is 't ieën en 't ander (=Het is me wat) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- 't is 't ien en 't ander (=het is me wat) (Antwerps)
- 't is alt deur iet da ne puit geen hoar eet (=Het komt altijd wel door het een of ander) (Bevers)
- 't is een gedacht gelijk een ander (=het is geen goed idee) (Kaprijks)
- 't is kiez'n of deel'n (=het is of het één, of het ander) (Westerkwartiers)
- 't is noch en ei noch en joenk (=het is nog het een en het ander) (Zuid-west-vlaams)
- 't op en ander steekn (=iemand anders de schuld geven) (Veurns)
- 't Zen lappen poepe me ne floore (='t Een en 't ander) (Mechels (BE))
- ‘t ieën mi ‘t ander (=alles in aanmerking genomen) (Meers)
- ‘t is nogaw t’ieën in ‘t ander (=het is nogal wat) (Kaprijks)
- aander lu bin ook lu (=ander lui ben ook lui) (Zeeuws)
- aandrmans braiv'n bin'n duuster te leez'n (=het is moeilijk om een ander te peilen) (Gronings)
- aaner luu benn'n ok luu (=ander volk is ook volk) (Westerkwartiers)
- aare of joeng (=het een of het ander) (Westels)
- Afsmoorder (=Iemand die altijd sigaretten van een ander aanneemt maar nooit geen terug geeft) (Amsterdams)
- Afsmoren (=Afbedelen van sigaretten en nooit aan een ander geven) (Amsterdams)
- Alexander, alles vur mè mor niets vur een ander (=tegen een egoist ...zegt men:) (Sint-Niklaas)
- Anmun grope (=Houdt een ander voor de gek) (Flakkees)
- As d-iene aand de aandre waast, worden ze beiden skone. (=De een helpt de ander zonder er geld voor te vragen) (Giethoorns)
- as d'ein kôw bisjdj, deut d'anger de stert umhoeëg (=de een volgt de ander) (Weerts)
- As d'iene haand de aandre waast, worden ze beide skone (=De een helpt de ander zonder er geld voor te vragen) (Giethoorns)
- As d'n eine sjaaj haet, haet d'n angere perfiet (=De een zijn dood is de ander zijn brood) (Roermonds)
- as de as brékt vilt de kaar (=het een volgt op het ander) (Budels)
- As dienen aand de aandre waast worden beide skone (=De ene helpt de ander zonder geld hiervoor te vragen) (Giethoorns)
- aste spech laach, wiëd rènger verwaach (=kraait de haan bij avond of nacht, dan wordt er ander weer verwacht) (Munsterbilzen - Minsters)
- auen dop op een ander ooitschidd'n (=overspel plegen) (Ninoofs)
- Baeter eine lange nek as gooj kaart (=Door bij een ander in de kaarten te kijken, kun je toch winnen. (vals spelen) ) (Venloos)
- bedekk'n met de mantel van der liefde (=de fout van een ander accepteren) (Westerkwartiers)
- bie un ander is t hos aaltied hroener (=gras) (Zeeuws)
- Commandeer je hond en blaf zelluf, Jaag een ander op! (=Je moet me niet zo haasten) (Utrechts)
- d'n eine schaertj 't schaop, d'n angere 't vêrke (=de een maakt grote, de ander maakt kleine winst) (Weerts)
- d'r wordt veul ongegund brood eet'n (=de zon niet bij een ander in het water kunnen zien schijnen) (Westerkwartiers)
- dae ès nog nauts oppen ander gewès (=hij is nog nooit buitenshuis geweest) (Munsterbilzen - Minsters)
- das teen en taander (=dat is het een en het ander) (turnhouts)
- de één ken meer met de beurs as d'aaner met de cent'n (=de één is vindingrijker dan de ander) (Westerkwartiers)
- De ene helft v.h Westland heet Zwinkels, de ander helft heeft er last van. (=Zwinkels is een fam. naam die veel voorkomt in het WL. ze zijn soms berucht om hun handelswijze.) (Westlands)
- de ene vrijt met de moeke, de aaner met de dochter (=de ene houdt van dit, de ander van dat) (Westerkwartiers)
- De ien mag de koe strelen en de ander mag nie over 't hek kijken. (=Mensen worden verschillend behandeld.) (brabants)
- de koo of de geit òmtúúre (tuieren aan een paal) (=de koe of de geit verplaatsen naar een ander gedeelte van de weide) (Steins)
- de moesset nau wir nie op nen aandre gon staeke (=zoek de schuld niet op een ander te steken) (Bilzers)
- dë néénë of dë naanërë (=de een of ander) (Millers)
- den aandre kant van de medëlzje (=een ander verhaal) (Munsterbilzen - Minsters)
- den eenen of den aandere (=de één of ander) (Bilzers)
- dich heirs gieën zën eege kalle (=laat een ander ook eens aan 't woord) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen