3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de natuur`
- de natuur gaat boven de leer (=men volgt eerder zijn karakter dan hetgeen men leert)
- de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw vergeten)
- de tol aan de natuur betalen (=dood gaan)
Eén betekenis bevat `de natuur`
- regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)
7 dialectgezegden bevatten `de natuur`
- bremme langs 't knaol (=vrijen in de natuur) (Dongens)
- de natuur éster vër gezien te wiëne (=vrouwen letten op details, mannen op de taille) (Bilzers)
- e fautsje van de natuur (=het is een lelijke) (Bilzers)
- graos konste zaeë, graos konste maeë, mér alleen de zon kan ët dreige (=een mens heeft de natuur nodig) (Munsterbilzen - Minsters)
- het tij wacht op gien mens (=de natuur gaat zijn eigen zekere gang) (Westerkwartiers)
- kakken goa veur bakken (=De roep van de natuur gaat vóór het werk) (Lokers)
- likte kat get lang èn haus, kraajgste rènger op zen daus (=is er stilte in de natuur dan komt er onweer in 't uur) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen